“Sancties”. Bestraffing. Het is méér dan een tik op de billen. Het is niet iets dat snel vergeten wordt. Het is niet iets dat geen invloed heeft op het voortbestaan, op het leven zelf. Het is economische oorlogvoering. Hoe kan je het anders noemen als een volk door de opgelegde sancties niet aan basisproducten en medicijnen kan geraken? Als ze hun beschadigde woning niet kunnen herstellen? Niet kunnen tanken, niet kunnen verwarmen, geen drinkbaar water of elektriciteit ter beschikking hebben? Hun bedrijven niet kunnen rendabel maken, personeel niet kunnen aanwerven, resp. moeten ontslaan, broodnodige onderdelen niet kunnen kopen, hun investeringen in het buitenland in beslag genomen worden? En dit niet voor een afgemeten periode, maar wel voor onbepaalde tijd? Zelfs veroordeelde criminelen worden niet zo behandeld, zien een einddatum in het verschiet.
De VSA heffen sancties tegen alles en iedereen die niet in de pas loopt. Die het durft te concurreren. Die het durft een eigen mening te hebben. Die het durft voor zichzelf op te komen. Die het durft een eigen leven te leiden zonder de leiband van de VSA-schoonmoeder. De VSA willen naar eigen zeggen geen oorlog; ze willen echter slechts vrede volgens hun eigen voorwaarden.
Sancties. Syrië. De VSA leggen sancties op en de rest van de westerse wereld wordt geacht te volgen. Zo niet… U raadt het:… sancties!
We willen u een klein voorbeeld geven hoe zwaar en onmenselijk de bestraffing van het Syrische volk wel is. We laten Alaa Dahood, een lerares Engels, uit een buitenwijk van Aleppo aan het woord.
De VN waren bereid voor deuren, ramen en elektrische bedrading in Alaa Dahoods bescheiden appartement te betalen, maar niet voor de herstelling van de buitenmuur van haar woonkamer, die door een mortier zwaar beschadigd was. Een buitenmuur valt onder de hoofding “heropbouw”, een onder “sancties” vallende categorie, d.w.z. verboden in Syrië. Haar moeder en zijzelf moesten hun spaargeld gebruiken om de muur te dichten.
Alaa woont samen met haar moeder Walaa, een weduwe, in Saif al-Dawla, een buitenwijk van Aleppo, die zich in de frontlinie bevond tijdens de strijd om de bevrijding van Aleppo in 2012. Nadat hun laag appartementsgebouw onder vuur van scherpschutters kwam te liggen, vluchtte het gezin naar de veiligheid van een door de regering beschermde sector van de stad, en later zelfs naar de hoofdstad Damascus.
Haar vader kon de stress niet aan en stierf in 2013 na een hartaanval. Allaa en haar moeder keerden terug naar huis in 2017, toen Aleppo bevrijd was.
Volgens het UNHCR waren er meer dan 521.000 gevluchte Aleppo-bewoners tegen het einde van 2018 naar hun stad teruggekeerd. Een heel klein aantal vond hun woning onbeschadigd terug. In heel Syrië kregen slechts 42,000 bewoners reparatiehulp (rehabilitation) – de categorie die Alaa’s herstellingskosten omvatte. De steun van de VN werd in grote mate beperkt tot korte-termijn noodhulp, de énige hulpcategorie die aanvaardbaar was voor de meeste VN sponsors die tegen de regering Assad zijn.
Alaa kreeg geen steun voor de buitenmuur maar haar door VN-gefinancierde vensters zijn tenminste gemaakt van glas. In Hanano, een voorstad van oost-Aleppo, voorheen onder terroristisch bewind, woont Mohamed, een jonge veiligheidsagent, samen met zijn familie in een woning tegenover een voetbalveld vol met uitgebrande auto’s en bussen. Mohamed plaatste geen glasramen, maar vulde de gaten met plastic folie. In de winter vriest het, ook binnen. Hij kon aan het plastic geraken in een VN- doe-het-zelf magazijn met noodhulp, de zgn “shelter kits”, “beschuttingspakketten”, samen met dennenhout voor eigen-maak ramen, geperste platen voor deuren, expansieschuim, nagels, vijzen en werktuigen.
“Plastic deugt niet tijdens de winter, maar het is beter dan niets”, zegt Mohamed. Ondanks een groot tekort aan brandstoffen, kon hij genoeg stookolie kopen om de slaapkamer van zijn tengere 13-jarige zus Asma gedurende enkele uren ‘s nachts te verwarmen. Mohamed spaart zo veel hij kan; hij slaagde erin de plastic folie in één venster te vervangen door glas.
Shelter kits – beschuttingspakketten – staan onder de hoofding van korte-termijn noodhulp. Volgens de UNHCR kregen ca. 92.000 Syriërs deze vorm van steun in 2018, meer dan twee keer zoveel als het aantal dat in aanmerking kwam voor reparatiehulp. De VN schatten de waarde van zo’n shelter kit op ca. 500 US$, maar de in aanmerking komenden verkopen deze dikwijls voor veel minder of stoken het hout op om hun woonst te verwarmen.
Eén van de grootste VN-partners, de Grieks-Orthodoxe hulporganisatie Gopa-Derd, weigert de shelter kits te verdelen. “Wij weigeren mee te werken aan plastic folie in vensterramen, waar er glas moet aangewend worden. Plastic folie zal geen gat in een muur herstellen of een gezin warmte bieden in de winter.” dixit Sara Savva, Gopa-Derds onderdirectrice.
Ter kennismaking deze beelden van Sara Savva, inmiddels drie jaar geleden, tijdens haar bezoek aan Nederland:
Een andere VN-partner, de Syrische stichting voor ontwikkeling, die zich om Allaa’s herstellingen bekommerde, wil dat de fondsen voor de zgn. shelter kits overgeheveld worden naar reparatiehulp. “Wij deelden 1000 shelter kits uit in 2017, beslisten ermee te stoppen. Het is verspilling van tijd en middelen.” dixit Jean Maghamez, directeur. En voegde eraan toe dat het reparatieprogramma van de stichting slechts 200 woningen in Aleppo kon helpen… wegens het inkrimpen van VN fondsen.
In een gezamenlijke verklaring (maart 2019) door de regeringen van de VSA, U.K., Frankrijk en Duitsland, herbevestigden zij hun weigering bij te dragen aan de heropbouw van Syrië tot “een geloofwaardig, substantief en waarachtig onomkeerbaar politiek proces gerealiseerd wordt”. M.a.w. “regime change” of de “weg-met-Assad”-doctrine. De houding van de VN werd met een interne nota van hun Bureau van Politieke Zaken in 2018 bepaald. Vervolgens vertolkt door een Amerikaanse carrièrediplomaat Jeffrey Feltman. “Slechts als er een échte en inclusieve politieke transitie onderhandeld werd door de belanghebbende partijen, zal de VN bereid zijn aan de heropbouw mee te werken.”
Een onderhandeld akkoord blijft echter nog steeds niet snel bereikbaar. Het door de VN gesteunde vredesplan van 2012 is zieltogend. Afzonderlijke gesprekken onder de hoede van Rusland en Iran samen met Turkije, dat zelf bepaalde terroristenbendes ondersteunt, konden weinig vooruitgang optekenen.
De herstelling van Allaa’s buitenmuur met VN-fondsen zou wat men de overschrijding van een “rode lijn” noemt tussen heropbouw en herstelling . Geen van beide werd nader gespecifieerd. Maar de “rode lijn” wordt met argusogen bewaakt. Zowel door VN-sponsors, door NGO’s als door “mensenrechten”voorvechters.
Het juni rapport van Human Rights Watch (N.Y.) wees de UNDP, UNICEF, Oxfam en anderen terecht toen deze waterzuiverings-, sanitaire installaties en medische faciliteiten heropgebouwd hadden in het Syrische regeringsgebied. Citaat van HRW: “Elk project met het doel infrastructuur, diensten, woningen, zorgverstrekkingen en faciliteiten voor levensonderhoud heeft het risico in zware mensenrechteninbreuken verwikkeld te geraken.” … Mensenrechten… ach…
Om inbreuk tegen de heropbouwban te vermijden zal de Syrische Stichting meestal geen woningmuur herstellen met een gat groter dan 2 m2, zo stelt de leidende ingenieur in Aleppo, Ragheb Al Mudarres. Gopa-Derd wil dat restauratie (herstelling) breed geïnterpreteerd wordt zodat huizen veilig gemaakt kunnen gemaakt worden voor bewoning. “Als er een gat in de muur is, dan dichten wij het. Als er water door het plafond drupt, dan lossen we dat op. Als er geen deur, geen raam is, dan installeren we die. Sommige sponsors beschouwen dit “heropbouw”, wij niet.” vindt Sara Savva.
VN medewerkers zeggen dat ze een ongeschreven richtlijn volgen door werk aan een openbaar gebouw met meer dan 30% structurele schade te vermijden. Zo ver zelfs dat de heropbouwban hulpinstanties verplichtte een verzoek van een stadswijk om drie scholen te helpen herop te bouwen te weigeren. Nochtans: het geld was voorhanden, het voorstel zat technisch goed in elkaar en de scholen waren in Oost-Aleppo, eens bewierookt door de “rebellen” als een bastion van de revolutie.
In heel het land zouden 1.75 miljoen kinderen geen school hebben; de nood eraan is vooral in Oost-Aleppo bijzonder acuut. Het is echter duidelijk dat de bevolking bitter weinig hulp van buitenlandse sponsors mag verwachten – die liepen als hazen weg nadat het schieten ophield.
Chrétiens d’Orient proberen de nood te lenigen:
Ook in Homs:
De VN beschrijven de Syrische humanitaire nood als “onthutsend”. Ca. 5.6 mensen trokken naar het buitenland – ca. 2/3 als vluchtelingen – en ca. 80% van de 18 miljoen, die in eigen land bleven, hebben hulp nodig. 1/3 van de woningen werd vernietigd, waardoor meer dan 6 miljoen mensen zonder permanente woning zijn. Ca. 7.6 miljoen zitten zonder drinkbaar water en 4.3 miljoen vrouwen en kinderen zijn ondervoed. De voorheen uitgewiste ziektes zoals polio, typhus, mazelen en rode hond zijn teruggekeerd en 1 op 3 kinderen krijgt geen levensreddende vaccinaties. Ca. 1.5 miljoen mensen moeten met handicaps, veroorzaakt door de oorlog, door het leven.
De beperkingen op buitenlandse hulp zijn zwaar; de financiële sancties zijn dodelijk. Zij hebben het lijden van de Syrische bevolking doen toenemen door de import te verbieden van anti-kanker medicijnen, antibiotica, rotavirus vaccinaties, medische uitrusting, voeding, olie, zaden, waterpompen e.a. broodnodige zaken, dixit de VN speciale verslaggever, Idriss Jazairy, in 2018. Hij noemde de sancties verderfelijk en zegde dat ze de inspanningen om scholen, ziekenhuizen, zuiver water, woningbouw en werkverschaffing tegenhielden.
De sancties van de VSA zijn de zwaarste van de overlappende strafmaatregelen die de EU, Japan, Canada, Australië e.a. opgelegd hebben. Citaat van de voormalige VSA ambassadeur in Syrië, Robert Ford: “De VSA voert een economische oorlog om de Assad regering te wurgen tot de dood intreedt. De slachtoffers zijn de armen, de zieken, de kinderen – niet de politieke en zakelijke elite.” …
… Er is een verbod op wisselstukken voor medische installaties. Zo moeten nierpatiënten sterven omdat er niet genoeg werkende dialyse-apparaten zijn…
… Er zouden weliswaar uitzonderingen op de sancties bestaan, maar deze zijn moeilijk en duur te verkrijgen. Financiële sancties hebben het land geïsoleerd van globale banking en betalingssystemen; derhalve zijn krediet- en bankkaarten in Syrië onbruikbaar. Zelfs internationale hulporganisaties zien zich verplicht kontant geld over de Libanese grens in het land te brengen of al dan niet dubieuze wisselagenten in te zetten. De Europese banken hebben zelfs geweigerd rekeningen te openen voor VN medewerkers als ergens in hun jobbeschrijving het woord “Syrië” vermeld stond.
De VN hebben de sancties niet goedgekeurd maar het effect op humanitaire hulp is enorm. Exporteurs, vervoermaatschappijen, verzekeraars hebben geweigerd zaken te doen met Syrië… uit angst voor de gevolgen… VSA sancties, die ook buiten het grondgebied van de VSA toegepast worden. Zij worden toegepast op eender welke transactie waarbij een VSA verband aangetoond kan worden, bv. voor goederen met meer dan 10% VSA-inhoud of zelfs het gebruik van US dollars. U herinnert zich de in beslagname van de tanker met olie in de internationale wateren van de Straat van Gibraltar. Schepen mogen geen gebruik maken van het Suez-kanaal. Het olie-embargo legt de stroomvoorziening aan banden. Pater Daniel in het klooster van Mar Yakub kan over de stroomonderbrekingen meespreken: zonder stroom geen elektrische verwarming. 10°C in de meeste kamers. Slechts het houtkacheltje biedt dan enige warmte.
In een bepaald geval weigerden Europese fabrikanten de levering van rolstoelen in Syrië. De afzetmogelijkheden zijn groot – ca. 86.000 Syriërs hebben naar verluidt ledematen verloren tijdens het conflict – maar zijn blijkbaar niet winstgevend genoeg om op te wegen tegen het risico VSA-klanten te verliezen. Idriss Jazairy (VN-verslaggever) bepleitte de teruggave van fondsen van de Syrische nationale bank, die door de EU in de diepvries gestoken werden. Zijn pleidooi het geld te gebruiken voor de import van graan en dierenvoeding om de “dringende overlevingsnoden van de bevolking” te voldoen werd van de kaart geveegd.
De VN stellen dat hun Syrische inzet slechts het werk van de overheid aanvult, de overheid die in eerste instantie verantwoordelijk is voor het oplossen van de humanitaire noodsituatie. Echter… het nationale budget 2019 bedroeg minder dan US $ 9 miljard – de helft van het 2011 niveau – en de actuele uitgaven liggen – bijna zeker – lager. Tijdens de acht jaren oorlog is het BNP met de helft tot 2/3 gezakt. In december 2019 zakte het Syrische pond met 3% in vergelijking met de vooroorlogse waarde.
… De overheid subsidieert nog altijd olie, brood, rijst en andere basisbenodigheden, maar daar de overheidsbudgetten dalen, wordt humanitaire hulp steeds meer voorzien door NGO’s zoals de Syrische Rode Halve Maan, Gopa-Derd en de Syrische Stichting…
… De Syrische Stichting geeft bijlessen Engels en wiskunde voor kinderen die jaren onderwijs gemist hebben toen ze in terroristengebied woonden… Zonder onderwijs is het een verloren generatie. Men stelt vast dat deze kinderen twee tot vier jaar achterop staan. Velen moeten zelfs in de vierde klas L.O. nog leren lezen en schrijven. Zij kregen immers geen onderwijs maar wel een overvloed van religieuze richtlijnen… Bijkomend probleem is de integratie. Jongens en meisjes moeten aangemoedigd worden samen in één klas te zitten. Gezinnen, die uit de terroristische zone gevlucht zijn naar regeringsgebied, vinden dat hun kinderen vanaf jonge leeftijd apart moeten opgevoed worden, waarbij slechts jongens belangrijk zijn. Voor de oorlog waren aparte jongens-meisjes klassen een onbekend gegeven in Syrië. Nu moeten kinderen leren dat het normaal is dat jongens en meisjes samen les te krijgen… en ja, ook samen spelen…
Deze problemen komen pas aan bod als men de kinderen van de straat en in de scholen gekregen heeft. Zoals in de meeste gebieden waar de miserie de toon zet, rekenen ouders maar al te vaak op hun kroost om geld te verdienen. Zoals 9 jarigen die brood verkopen op straat, waterpijpen vullen in koffiebars, afval inzamelen om te recycleren en helpen op bouwwerven en houtskoolfabriekjes. Daar bovenop het probleem van kindhuwelijken. Kwestie van een mond minder te moeten voeden.
Afsluitend: Uiteindelijk werd in de VN de resolutie voor humanitaire hulpverstrekking in Syrië goedgekeurd. Let wel, het compromisvoorstel ingediend door Rusland en China, dat hulp in heel Syrië wil mogelijk maken in samenwerking met de Syrische regering. (… niet het voorstel dat dit de facto wou beperkt zien tot “rebellen”gebied.) Het initieel voorstel wilde slechts gebruik van grensovergangen met Turkije en Irak naar… Idlibs terroristengebied zonder de Syrische overheid hierin te willen betrekken. Daar werd nu een overgang vanuit Idlib naar regeringsgebied bijgevoegd zodat a) vluchtelingen in Idlib kunnen terugkeren naar huis, naar regeringsgebied (ze werden door de terroristen gegijzeld), b) via deze grensovergang hulp kan geboden worden in regeringsgebied. Het Syrische leger maakte alvast werk van de VN-beslissing. (…) Syrian Army opens 3 crossings in Idlib and Aleppo
Nvdr: Gegevens verzameld door de Australische journalist Chris Ray. Onze redactie kan deze niet nagaan. In grote lijnen correct. Wij publiceren regelmatig hoopgevende informatie over de toestand in Syrië. Is er vooruitgang? Ja. Ondanks de sancties. Nog altijd te traag en te moeilijk. Dankzij privé personen, organisaties, landen en bondgenoten die het begrip “menselijkheid” en “Zivil Courage” nog in hun woordenboek hebben staan, die zelf niet gechanteerd kunnen worden met “sancties”. Dit artikel wou duidelijk maken dat “sancties” even dodelijk kunnen zijn als een geladen pistool op de borst. En Syrië is niet het enige land dat bestraft wordt… maar dat wist u al.