Wolfgang Amadeus Mozart – Symfonie nr. 41 – “Jupiter”

klassische-musikMozarts 41 symfonieën vertegenwoordigen slechts een fractie van zijn geweldige oeuvre hoewel het nog altijd om een enorme productie gaat. In tegenstelling tot Haydn die onder omstandigheden werkte waarbij alle op bestelling gemaakte stukken ook daadwerkelijk tenminste eenmaal werden uitgevoerd, had de als free lance werkende Mozart die garantie niet.

De jeugdsymfonietjes zijn echt niet de moeite waard, uit de middenperiode zijn alleen de nrs 25, 28, 29 en 31 interessant, maar vanaf nr 35, de Haffner, wordt dat anders. Mozart had al een serenade geschreven toen Sigmund Haffner, een vriend van de familie Mozart in Salzburg, in de adel werd verheven. Gedeelten van dat materiaal werkte hij om tot zijn 35e symfonie, vandaar de bijnaam.

In oktober 1783 keerden Mozart en zijn vrouw naar Wenen terug uit Salzburg, (waar hij Constanze aan zijn onwelwillende vader had voorgesteld); zij stopten in Linz waar de muziekliefhebber graaf Thun resideerde. Omdat hij behoefte had aan een symfonie voor een niet gepland concert daar, schreef Mozart er gauw ter plekke eentje. Deze Linzer symfonie die het nummer 36 kreeg is een rijk georkestreerd ceremonieel werk, waarin de trompetten en de pauken zelfs in het langzame deel meedoen. Met zijn geraffineerde mengeling van het intieme en het grandioze werd en bleef het werk erg populair. Naar de 37e symfonie zal men vergeefs zoeken.

Drie jaar gingen voorbij voordat Mozart zijn volgende symfonie, de 38ste schreef. Hij wilde oogsten na het succes van zijn opera Le nozze di Figaro in Praag en hij keerde voor deze gelegenheid met zijn Praagse symfonie maar eens terug naar de gangbare Italiaanse driedelige vorm.

Zijn in dit werk opera invloeden aanwijsbaar? Mogelijk blijkt uit de wat duistere langzame inleiding en het sombere langzame deel al iets van Don Giovanni. In de finale daarentegen schuilt de sprankeling van Figaro.
En dan komt het geweldige drieluik van nrs 39-41 als sluitstuk. De bijnaamloze 39ste symfonie is een glimlachend, enigszins herfstig aandoend werk waarin best mild zonlicht schijnt. De wat nijdige inleiding doet dat nog niet vermoeden en de milde gloed van het langzame deel wordt verstoord door interrupties in mineur. Die wat ambivalente stemming is grotendeels te danken aan de manier waarop de componist de houtblazers kleuren van twee klarinetten, twee fagotten en een fluit uitbuit.

De symfonie no. 40 is duidelijk tragischer dan we van Mozart gewend zijn. De toonaard g-klein had wat dat betreft een bijzondere betekenis voor hem. De aard van het werk wordt meteen bepaald door het primair ritmische motief waarmee het begint. Een motief dat grote aantrekkingskracht op lieden uit de popwereld uitoefende. Bijzonder ook het deels melancholieke, deels optimistische tweede deel.

Tenslotte is het de overheersend hoogmoedige en keizerlijke aard van het eerste deel uit de 41e symfonie die het werk achteraf de bijnaam Jupiter bezorgde. Geen wonder met die marsachtige optocht van uitdagende trompetten en pauken. Heel bijzonder is ook de finale: heel complex en meeslepend met zijn zes thema’s.

Wolfgang Amadeus Mozart schreef zijn Symfonie nr. 41 in C majeur samen met zijn voorgaande Veertigste Symfonie in een paar weken in het jaar 1788. De Eenenveertigste Symfonie (misschien wel Mozarts bekendste), werd voor zover na te gaan nooit tijdens zijn leven opgevoerd.

De symfonie bestaat uit de klassieke symfonievorm :

Allegro vivace
Andante cantabile
Menuetto
Molto allegro

Meer over de familie Mozart