Habemus K-3: witte rook over een universum van de verkleutering
Afgelopen vrijdag vond de ontknoping plaats van een wekenlange VTM-show waarin de welhaast oma geworden Karen, Kristel en Josje van de K-3-meidengroep werden bedankt, en een jury drie nieuwe zangeresjes mocht kiezen. Met inspraak van het publiek, althans daar leek het toch op. Als marketingstunt goed bekeken: het werd een super-gemediatiseerd transitieritueel dat bij voorbaat alle ontevredenheid bij de fans de kop indrukte.
Dat de finale door zowat anderhalf miljoen Vlamingen werd bekeken (dat is ongeveer het aantal N-VA-stemmers de laatste verkiezingen), en nog eens zoveel kijkers van boven de Moerdijk, bewijst dat de groot-Nederlandse gedachte wel degelijk leeft. Het feit dat de verkiezing, met zijn wekenlange aansleep, in de geschreven kwaliteitspers tot staatszaak werd verheven,- is eveneens een bemoedigend teken. Knorpotten zijn het, die zich vragen stellen bij de pedagogische waarde van het jolige meidenstel uit de’ Studio-100-stal.
Eerst een paar feiten en cijfers. Studio-100, onder meer eigenaar van drie Plopsa-parken, draait een jaaromzet van 199 miljoen Euro en realiseert een winst van 12,9 miljoen Euro (cijfers van 2014). Het bedrijf is voor 2/3 in handen van het tweetal Gert Verhulst en Hans Bourlon, die hun belang om fiscale redenen hebben ondergebracht in de holding ‘Romulus en Remus’. De BBI neust een en ander verder uit, soit. De overblijvende 33 procent berust bij het vroegere Fortis, nu de bank BNP Paribas. Lees verder bij het Dagboek van Johan Sanctorum.