Geweld tegen christenen in Israël verspreidt zich van Jerusalem naar Haïfa.
Na de Palestijnen zijn nu ook de christenen en de christelijke heilige plaatsen in Haïfa het doelwit van joodse ultra-orthodoxe extremisten. Voorheen werden er ook al dergelijke incidenten gemeld in Jeruzalem.
Israëlisch president Isaac Herzog bezocht woensdag het Stella Maris klooster in Haïfa om zijn solidariteit te betuigen met de plaatselijke christelijke gemeenschap nadat deze herhaaldelijk het slachtoffer werd van aanvallen door joodse ultra-orthodoxe extremisten. (Israel’s Christians horrified by hate crimes in Jerusalem – Al-Monitor: Independent, trusted coverage of the Middle East)
“Tijdens recente maanden hebben we een heel ernstig fenomeen t.o.v. de christelijke geloofsgemeenschappen,” zo stelde Herzog. “Onze broeders en zusters, christelijke burgers, die aangevallen worden in hun gebedsruimtes, op het begraafplaatsen, op straat. Ik vind dit fenomeen extreem en onaanvaardbaar in eender welke vorm. Dit fenomeen dient uitgeroeid te worden en ik ben dankbaar dat de Israëlische politie en de wetshandhavers dit ernstig nemen.”
Tijdens de laatste drie maanden doken tientallen leden van de chassidische Breslov sekte op bij het 17-de eeuws klooster, vooral op zondag, en reciteerden daar hun gebeden bij de ingang. Bij minstens twee gelegenheden ontstonden relletjes tussen de chassidische sekte en de christelijke gelovigen die daar de zondagse mis bijwoonden. Enkele mensen geraakten gekwetst. Het klooster zag zich gedwongen bewaking in te zetten en een hek te plaatsen.
De Breslov sekte stelde dat zij slechts wilden bidden in de nabijheid van de plaats waar volgens bepaalde joodse tradities de profeet Elisha begraven is. De christenen van Haïfa vinden dat de joden confrontatie zoeken en hen opzettelijk uitdagen. Er zou volgens hen immers geen sprake zijn van een joodse traditie die hen laat bidden in het iconische Stella Maris klooster. Zij vinden dat het sociale klimaat in Israël veranderd is sinds de oprichting van de extreemrechtse regering o.l.v. Netanyahu die acties tegen niet-joden aanmoedigt. De christelijke gemeenschap vreest dat de confrontaties de delicate samenleving in de gemengde joods-Arabische stad zal bemoeilijken.
De leiders van de christelijke geloofsgemeenschappen in Israël zijn uiterst bezorgd over de toename van het aantal verbale en fysische aanvallen tegenover kerkvoorgangers en gelovigen én over de ontheiliging van christelijke heilige plaatsen. De eerste van dergelijke aanvallen hadden plaats in Jeruzalem in het begin van het jaar.
Volgens een databank over geloofsvrijheid, werden in juni en juli minstens 30 haatmisdrijven tegen christenen genoteerd in Jerusalem. Zoals het spuwen naar christenen en naar hun heiligdommen, het vandalizeren van heilige plaatsen, roepen en verwensen van bedevaarders, de toegang beletten, diensten weigeren en het betreden van christelijke kerken om er joodse gebeden te houden. Sommige christenen werden zelfs aangevallen met pepperspray. Dit alles gebeurde bij verschillende christelijke geloofsgemeenschappen, vooral in Oud-Jeruzalem.
Herzog veroordeelde de aanvallen in Jeruzalem tijdens zijn toespraak op 9 juli voor de herdenking van Theodor Herzl.
“Ik veroordeel geweld, in eender welke vorm, uitgevoerd door een kleine en extreme groep, tegenover de heilige plaatsen van het christelijk geloof en tegenover christelijke voorgangers in Israël in het algemeen en meer specifiek in Jeruzalem,” zo stelde hij. “Spuwen, het ontheiligen van graven en kerken inbegrepen. Een ernstig fenomeen van de laatste weken en maanden. De staat Israël moet er een eind aan maken.”