“Het Lot van naties”, schreef Jean Anthelme Brillat-Savarin, een Franse rechter en schrijver-gastronoom (18de eeuw), in ‘La physiologie du goût’, “hangt af van de wijze waarop zij zich voeden.” Vandaag hangt het mede af van de wijze waarop het – ook – de rest van de wereld voedt. Culinaire diplomatie is even aanwezig als economisch touwtrekken. In 2012 lanceerde het buitenministerie van de VSA een promotie-opdracht om de Amerikaanse (… lees VSA) keuken in het buitenland populair(der) te maken. Voor zover de VSA een “keuken” hebben… Daar is onze redactie enigszins bevooroordeeld.
Welk land staat er nu aan ‘s werelds top? Joel Waldfogel (Univ. Minnesota) besteedde er een studie aan. Hij maakte een lijst op van 52 landen, maakte gebruik van TripAdvisors (reis/hotel/restaurant webstek) restaurantopsommingen, van Euromonitor cijfermateriaal (marktonderzoek). Waar tradionele handel gemeten wordt volgens de waarde der goederen/diensten die ‘s lands grenzen overschrijden, meet de auteur de culinaire waarde volgens de waarde van de voeding die op restauranttafels aangeboden wordt. Lokale consumptie van buitenlandse keuken wordt behandeld als “import”, terwijl buitenlandse consumptie van lokale keuken als “export” beschouwd wordt. Het verschil toont aan welke landen de grootste invloed hebben op de mondiale smaakpapillen.
Merkwaardig resultaat voor de VSA. De VSA zijn de grootste netto importeur van buitenlandse keuken, gevolgd door China, Brazilië en G.B. Italië daarentegen telt als de grootste exporteur van Salvini’s menukeuze. De mondiale voorkeur voor pasta’s en pizza – en daar bovenop de Italiaanse onverschilligheid voor buitenlandse gerechten – geven het land een grote voorsprong.
U kan Joel Waldfogels analyse “Dining out as cultural trade” hier lezen (Engels).