Gisteren was het negen jaar geleden dat Gaddafi geëlimineerd werd.
Oorlogen hebben tot doel om bevolkingen “in beweging te zetten”. Zo was het in Syrië, zo was het ook in Libië.
Na het akkoord met Gaddafi liep het aantal landingen van “vluchtelingenboten” in Italië drastisch terug en waren in 2010 quasi op nul teruggebracht. Degenen die plannen voor de etnische herstructurering van Europa hadden – en altijd nog hebben wegens redenen die economische belangen overschrijden en die met historische wraak te maken hebben – konden dit niet toestaan. Gaddafi moest verwijderd worden. Opdat de mensensmokkel-industrie weer kon bloeien en groeien.
Resolutie 1973 Veiligheidsraad Verenigde Naties 17 maart 2011:
Verenigde Naties en Libië
De VN Veiligheidsraad heeft rond half twaalf ‘s avonds onze tijd een resolutie aangenomen die de weg vrij maakt voor militair ingrijpen in Libië. Er waren tien stemmen voor, nul tegen en vijf onthoudingen. Binnen het mandaat valt een no-fly zone en ‘alle noodzakelijke maatregelen’ om burgers te beschermen tegen aanvallen van Moammar Gaddafi, de man die zijn eigen burgers vermoordt. De Verenigde Naties willen geen bezettingsmacht in Libië. Op het centrale plein in oppositiestad Benghazi steeg gejuich op.
Rusland, China, Brazilië, India en Duitsland onthielden zich van stemming. Frankrijk, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Bosnië en Herzegovina, Gabon, Libanon, Nigeria, Colombia, Portugal en Zuid-Afrika stemden voor.
En dan was er ook nog Sarkozy die per se wou verhinderen dat het omkopingsgeld, dat hij van de Libische leider ontvangen had, aan het licht zou komen. Bijgevolg was de politieke coup, de verwijdering van het leiderschap, niet genoeg: Gaddafi moest sterven. Alle belangen, onder eender welke vlag, onder eender welke titel of doelstelling, kruisten zich bij de aanval op Libië. Zoals de ondermijning van de US-dollar, wat niet kon getolereerd worden door de VSA.
U kent de rest van het verhaal: in 2011 stortte Libië in en de tsunami illegale volksverhuizers (her)begon, via de poco media als “vluchtelingen” door onze strot geduwd. Dit hoewel geen enkele Libiër “vluchtte” en in Italië belandde. Het ging uitsluitend om economische strandjutters uit de Sub-Sahara, die uit het zuiden naar Libië doorstootten, gebruik makend van het gecreëerde machtsvacuüm. Maar ook hier laat de omvang en de snelheid, waarmee de volksverhuizing begon, vermoeden dat het vooraf bedacht en georganiseerd werd.
Alles en iedereen stond gereed. De Libische mensensmokkelaars stonden in de startblokken om de illegalen naar de Westerse sociale kassen te verkassen. De Afrikaanse mensenhandelaars stonden popelend te wachten om hen naar Libië te vervoeren. De journalisten, heel de poco media-industrie was er klaar voor om ons emotioneel te chanteren met de “vluchtelingen”, waarvoor we ons hart, ons land en onze portemonnee moesten openen. De NGO-reddingsvloot – al dan niet gesteund door de eigen EU-veerdienst – wachtte, de korte golf-radio en de gsm op stand-by om het vooraf geseinde afvaartbericht te ontvangen en zich naar de afgesproken coördinaten te begeven waar de zgz. “drenkelingen” konden opgevist worden… Vervolgens koers naar Sicilië met op de kade een meute journalisten die uitkeek naar zwangere vrouwen, kleine kindjes, bibberende grijsaards, uitgehongerde verstotenen der aarde…
Of Sarkozy de enige politicus is die bij de voorbereiding van de oorlog tegen Libië betrokken was? Of hij de enige politicus is die omkopingsgeld van Gaddafi ontving? We hebben onze vermoedens… zijn echter realistisch genoeg om te erkennen dat we dat naar alle waarschijnlijkheid nooit zullen te weten komen. Of het naar alle waarschijnlijkheid niet zouden kunnen navertellen.
Onderstaande statistiek spreekt boekdelen:
Gaddafi voelde de bui hangen. De zgn. “Arabische Lente” was het excuus voor de westerse inmenging in Libië, zoals ook het geval was in Syrië, met catastrofale gevolgen voor de bevolking. Tunesië ontsnapte aan de ‘democratie’-oorlogen van het westen; daar valt immers niets te rapen en is van geen belangrijk geostrategisch belang. Tunesië mocht na de zgn. Jasmijnrevolutie haar eigen boontjes doppen… en kreeg prompt een radicaal-islamitische regering, waardoor de economische toestand én het toerisme de genadeslag kreeg.
Gadaffi wist wat eraan zat te komen: