Vraag 5: Zal Vlaanderen nu zelf zijn kinderbijslagen beheren?
– Ja?
– Neen?
– Antwoord kan nog niet gegeven worden / Onduidelijk / Weet het niet!
Het juiste antwoord is: Neen.
Er komen vier gewestelijke regelingen. De Vlaamse Gemeenschap wordt buiten spel gezet voor alle Vlamingen die in de eigen hoofdstad Brussel wonen!
Alhoewel dit grondwettelijk een gemeenschapsbevoegdheid is, worden in Brussel de Gemeenschappen buiten spel gezet. Daar zal de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) alles beslissen. Dat is een gewestelijke instelling. De Gemeenschappen kunnen er zelfs geen toeslag geven. Een Vlaams kind in Brussel zal dus een andere kinderbijslag krijgen dan de andere Vlaamse kinderen. Inzake kinderbijslagen is elke solidariteit tussen Vlamingen in en buiten Brussel uitgesloten.
De Frans- en Duitstaligen krijgen wel de door hen gewenste autonomie. De Franstaligen aanvaarden verschillende kinderbijslagen voor éénzelfde kind, al naargelang dat in het Waalse of het hoofdstedelijke Gewest woont. Verschillende bijslagen per kind, dat was nochtans hun grote argument tegen echte overdracht aan de Gemeenschappen.
Vlamingen krijgen dus geen zulke autonomie. Zij moeten aanvaarden dat ze verdeeld worden en dat solidariteit tussen alle Vlamingen onmogelijk gemaakt wordt. In welke andere democratische, federale staat eist één bevolkingsgroep dat een andere pas autonomie krijgt, als het eerst een deel van de eigen gemeenschap laat vallen?
Wat denkt de Vlaamse beweging daarvan?
De onderhandelende partijen noemen de overdracht van kinderbijslag een “communautarisering”. Dat is hoogst bedrieglijk. Het wordt de gemeenschappen immers onmogelijk gemaakt om alle kinderen van de gemeenschap een gelijke kinderbijslag te geven. Overdracht naar de gemeenschappen was beloofd in 1999 en in de latere regeerakkoorden. Tot net voor het afsluiten van het vlinderakkoord herhaalden CD&V en N-VA dat dit nog steeds hun absolute voorkeur was, en dat dit voor hen een breekpunt was. Hoe zwaar wegen de beloften van politici?