Op zoek naar een nieuwe vestigingsplaats diende de Algemeene Bankvereeniging zich in 1928 als bouwheer aan. De verkoop van 2124,85 m² van de stadsgronden aan deze bank op 7 augustus 1928, met de verplichting een torengebouw op te richten, werd op 28 augustus door de Antwerpse gemeenteraad goedgekeurd.
De Algemeene Bankvereeniging werd op 7 mei 1921 in Antwerpen opgericht op initiatief van de Volksbank van Leuven, met kapitaalsinbreng van de Bank voor Handel en Nijverheid uit Kortrijk, de katholieke politici Gustaaf Sap en Frans Van Cauwelaert, burgemeester van Antwerpen van 1921 tot 1933, en Vlaamsgezinde industriëlen als Lieven Gevaert en de reder Henri Martin Gylsen.
De Boerentoren heeft de status van bouwkundig erfgoed én beschermd monument. Lees meer…
Met oude beelden:
En dan stelt zich de vraag: wie waren de oprichters van de “Boerenbank”?
Gustaaf Sap, schoonvader van André Vlerick, Jan Piers en Albert De Smaele: een citaat uit zijn persoonsbeschrijving bij NEVB
“… Tijdens de oorlog verbleef hij in Frankrijk en van maart 1915 tot november 1918 was hij privé-secretaris van Joris Helleputte, minister van landbouw en openbare werken in Le Havre. Overtuigd flamingant werd hij tegelijkertijd vertrouwensman van de Frontbeweging. Hij kocht in Frankrijk het papier waarop de manifesten en Open Brieven van de Frontbeweging gedrukt werden en bracht het drukwerk in de ministeriële auto naar het front. Hij was in voortdurend contact zowel met Alfons van de Perre en Frans van Cauwelaert als met Hendrik Borginon en Adiel Debeuckelaere. Onder de schuilnaam van Jean de Louvain was hij correspondent van L’Echo de Paris; wegens zijn Vlaamsgezinde standpunten kwam Charles de Broqueville bij het blad tussenbeide om de medewerking van Sap te doen ophouden…
Onmiddellijk na de oorlog weifelde Sap tussen Het Vlaamsche Front en de katholieke partij, maar koos uiteindelijk voor de laatste. Hij steunde Van Cauwelaert in zijn ondernemingen, werd beheerder van de naamloze vennootschap van de krant De Standaard (1919), bestuurslid van de Katholieke Vlaamsche Landsbond (1919) en kreeg in het arrondissement Roeselare-Tielt de vierde plaats op de katholieke lijst. Hij werd gekozen en bleef Kamerlid tot aan zijn dood in 1940. Tussen 1921 en 1932 was hij kandidaat van de landbouwers. Hij bleef evenwel steeds goede contacten met de frontpartij onderhouden en zou zich op het einde van de jaren 1920 opwerpen als leider der teleurgestelde katholieke flaminganten die meenden dat van het minimumprogramma van 1919 bitter weinig terecht was gekomen en die de compromissenpolitiek van Van Cauwelaert hekelden….”
Frans Van Cauwelaert, vriend én grote politieke ontgoocheling van Ernest Claes, een citaat uit Ons Erfdeel:
“… Als flamingant in de laatste vooroorlogse jaren verbond Van Cauwelaert zich met de socialist Camille Huysmans en de liberaal Louis Franck in de ‘Drie Kraaiende Hanen’-campagne voor vernederlandsing van de Gentse rijksuniversiteit. Binnen het parlement leidde deze Vlaamse solidariteit – zij werd door Van Cauwelaert steeds bepleit als noodzakelijk voor de met uitsluitend wettelijke middelen te bewerken oplossing van het taalvraagstuk – tot de indiening in maart 1911 en nogmaals in november 1912 van een wetsvoorstel voor de trapsgewijze maar integrale vernederlandsing van de Gentse universiteit, waarvan Van Cauwelaert katholiek medeondertekenaar was…”
Lieven Gevaert, een citaat uit zijn persoonsbeschrijving bij NEVB:
“… Tijdens zijn jongelingsjaren was Gevaert actief lid van de Nederduitsche Bond en De Vlaamsche Wacht, twee organisaties die boven de partijpolitiek stonden en ijverden voor de verdediging van de Vlaamse eisen onder meer met betrekking tot de Gelijkheidswet (1898). Hij leerde er de daensistische voormannen kennen naast Frans van Cauwelaert, Alfons van de Perre en de tenoren van de Meetingpartij. Inspiratiebronnen bij zijn streven waren de encycliek Rerum Novarum (1891) en het gedachtegoed van Lodewijk de Raet.
Gevaert werd erevoorzitter en geldschieter van de Vlaamsche Kring die te Mortsel in 1909 door twee van zijn medewerkers werd opgericht. De kring deed aan socio-cultureel ontwikkelingswerk en stond principieel boven alle partijpolitiek, wat levenslang de grote bekommernis van Gevaert zou blijven. De kring bood hem een forum om in het openbaar voor de Vlaamse rechten op te komen: de vernederlandsing van de Gentse universiteit, de splitsing van het leger in Vlaamse en Waalse regimenten, de vernederlandsing van het openbaar leven, het uitbouwen op alle niveaus van een degelijk Nederlandstalig onderwijs…”
Henri Martin Gylsen, Deens staatsburger, met een hoog ondernemersgehalte zonder Vlaamse reflexen, echter vader van Antoinette Gylsen, die met Gustaaf Sap in het huwelijksbootje stapte. Geen foto gevonden op het internet.
Afsluitend en terugkerend naar het begin van dit relaas, een lied ter ere van de Boerentoren: “Het zal altijd den Boerentoren zijn”