Deze nota is het resultaat van een jarenlange brainstorming in de schoot van het VVO (Verbond van het Vlaams Overheidspersoneel) over het “probleem Brussel”.
Het is de bedoeling met deze nota een reeks elementen aan te reiken om, in een breder kader, een “Brussel Plan” op te stellen en in consensus uit te voeren. Het VVO is van mening dat ons standpunt ook aan het buitenland moet uitgelegd worden en zal daarom deze nota in verschillende talen verspreiden (dit verklaart de ietwat didactische aard van bijvoorbeeld de delen I en II).
I. Een zinloze discussie
Of we dat nu tof vinden of niet, Brussel geraken we nooit kwijt. Sinds haar ontstaan, duizend jaar geleden, delen Brussel en Vlaanderen dezelfde geografische en socio-economische ruimte en dat zal zo blijven. Tussen Brussel en Vlaanderen zal er altijd een poreuze grens blijven bestaan. Of wil er iemand een muur bouwen zoals in Berlijn? Vele eeuwen, tot op vandaag heeft de aanwezigheid van Brussel, in wat we nu Vlaams Brabant noemen, welvaart gebracht.
Maar die aanwezigheid vertoont meer en meer schaduwzijden. Brussel exporteert vandaag, niet alleen welvaart maar ook verfransing en vervreemding, ongebreidelde immigratie en criminaliteit en belast het Vlaams Brabantse milieu bijzonder zwaar. Denken we maar aan de Brusselse ring, het RER en de oprukkende verstedelijking. Deze wisselwerking zal blijven bestaan, ook met een onafhankelijk Vlaanderen of een voortsukkelende soort van Belgische confederatie. Tenslotte liggen beide gewesten hoe dan ook in de EU en daar gelden bepaalde spelregels. De problemen verdwijnen dus niet met een lijntje te trekken op een kaart, ook al zou dat een staatsgrens voorstellen, en het plaatsen van enkele grenspaaltjes. Oneliners als “we laten Brussel los” of “we raken Brussel kwijt” en de polemiek daarrond, is totaal zinloos. Deze discussie wakkert alleen maar negatieve sentimenten aan en verstoort het echte debat dat zou moeten gaan over: “Hoe kunnen we de relatie met Brussel stroomlijnen?” Lees hier meer.