‘Persvrijheid in Turkije steeds meer onder druk’
Het onlangs gepubliceerde voortgangsrapport van de Europese Commissie (EC) over Turkije maakt melding van de hervormingen die de regering, onder leiding van de AKP (Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling), de afgelopen periode heeft doorgevoerd. Hoewel de hervormingen het democratiseringsproces hebben bespoedigd, blijft Turkije schromelijk tekortschieten, vooral op het gebied van de persvrijheid, stelt de EC. Dat wordt bevestigd door Turkije-correspondent Marc Guillet*. ”Door intimidatie en manipulatie probeert de AKP een medialandschap te creëren dat alleen nog maar de loftrompet steekt over alles wat premier Erdoğan en de AKP-autoriteiten doen.”
Vrije publieke debatten over gevoelige thema’s als de Koerdische kwestie en het Armeense vraagstuk zijn niet langer taboe en worden zelfs aangemoedigd, stelt de EC. Daarnaast benadrukt de commissie dat er diverse media zijn die onverminderd een ”openhartige”, kritische berichtgeving blijven aanhouden. Toch laat de persvrijheid nog altijd veel te wensen over, klinkt het. Zo werden, bijvoorbeeld, journalisten ontslagen die kritisch berichtten over de regering tijdens de Gezi Park protesten. Volgens de Turkse Vakbond van Journalisten (TGS) werden naar aanleiding van de protesten zeker 22 journalisten de laan uitgestuurd. Daarnaast werden 37 journalisten gedwongen ontslag te nemen.
Verder benadrukt de commissie dat op grote schaal Koerdische journalisten worden vastgehouden op beschuldiging van terrorisme en staatsondermijning. Volgens het Comité ter Bescherming van Journalisten (CPJ) zitten nergens in de wereld meer journalisten in de gevangenis dan in Turkije. Zelfs Iran en China scoren op dat vlak beter. Dat wordt bevestigd door de hulporganisatie Reporters Zonder Grenzen (RWB), die Turkije ”de grootste gevangenis ter wereld voor journalisten” noemt. Volgens de Turkse regering zitten de Koerdische journalisten niet vast om hun berichtgeving, maar voor ernstige misdaden, zoals het bezit van wapens en steun aan terroristische organisaties, zoals de PKK (Koerdische Arbeiderspartij) en DHKP/C (Revolutionair Volksbevrijdingsleger).
Opmerkelijk is dat Turkije op RWB’s meest recente wereldranglijst van persvrijheid (World Press Freedom Index) op de 154ste plaats (van de 179, d.w.z. 6 lager t.o.v. verleden jaar) staat. Daarmee doet het land het maar iets beter dan China, waar volgens denktanks als de Institute of Peace and Conflict Studies (IPCS) geen volledig onafhankelijke media bestaat. Zelfs een militaire dictatuur als Myanmar, waar de media volledig in handen is van het militaire regime, scoort nog beter dan Turkije.
Overheidscontracten
Volgens de EC is het gros van de media in Turkije in handen van conglomeraten die actief zijn binnen verschillende sectoren en daarom belangen hebben die veel verder reiken dan de vrije circulatie van informatie. ”Daardoor zijn veel mediabazen en journalisten genoodzaakt zelfcensuur toe te passen. De conglomeraten waar ze onderdeel van zijn, zijn immers op diverse terreinen, bijvoorbeeld de wegenbouw, afhankelijk van overheidscontracten”, stelt Guillet. ”Conglomeraten laten hun commerciële belangen en daarmee de goede betrekkingen met de overheid, altijd prevaleren boven het beschermen van de persvrijheid en vrijheid van meningsuiting. Dat is zorgwekkend. In elke democratie is het de taak van journalisten en columnisten om de regering en andere autoriteiten kritisch te volgen en daar op een onpartijdige en accurate manier verslag van te doen. De redactielokalen van veel grote media zijn tegenwoordig, door de zelfcensuur, openluchtgevangenissen.”
Nieuw medialandschap
Guillet stelt dat het door de eigendomsverhoudingen in de mediawereld en de afhankelijkheid van de overheid, van oudsher slecht is gesteld met de persvrijheid. Hij benadrukt echter dat er wel degelijk sprake is van een nieuwe ontwikkeling. Hierbij verwijst hij naar recente columns van Bülent Keneş, hoofdredacteur van Today’s Zaman.
”Keneş heeft de afgelopen week in drie columns zijn beklag gedaan over het ‘nieuwe medialandschap’ van, wat hij noemt, het ‘nieuwe Turkije’. Vroeger was het vooral zo dat de media, op aandringen van de conglomeraten, de politiek probeerden te beïnvloeden, nu is het juist zo dat de politiek de media naar zijn hand probeert te zetten, schrijft Keneş. Daarnaast benadrukt hij dat adviseurs van Erdoğan een ‘virtueel leger’ hebben ingezet om karaktermoord te plegen op journalisten en columnisten die zich kritisch uiten over het regeringsbeleid.”
Guillet benadrukt dat hij de bezorgdheid van Keneş deelt. ”Het gaat niet de goede kant op met de persvrijheid. Enkele mediabazen die in het verleden goede banden hadden met de kemalistische elite, hebben nu goede banden met de AKP. Daarnaast heeft de AKP mediaconglomeraten, zoals de Doğan Media Group, geïntimideerd met extra zware belastingheffingen, om kritische verslaggeving over de corruptie binnen de AKP tot zwijgen te brengen. Ook heeft de AKP diverse media doorverkocht aan bevriende ondernemers. Veel kranten en televisiestations zijn zo overgegaan in handen van AKP-aanhangers. Door intimidatie en manipulatie probeert de AKP een medialandschap te creëren dat alleen nog maar de loftrompet steekt over alles wat premier Erdoğan en de AKP-autoriteiten doen.”
* Marc Guillet is Turkije-correspondent voor verschillende media in Nederland en Vlaanderen, waaronder Het Algemeen Dagblad en De Morgen.