N.a.v. het vorig artikel over de verzamelde “Journaal”bijdragen van Marc Grammens, waren wij nieuwsgierig naar de oorsprong van de leuze, die het boek kreeg.
Trou moet Blycken is een besloten herensociëteit te Haarlem met circa 250 leden, die ’Broeders’ worden genoemd. De geschiedenis van Trou moet Blycken, een rederijkerskamer, gaat terug tot 1503. Mogelijk is het gezelschap nog ouder. Trou moet Blycken is de enige rederijkerskamer in Nederland die onafgebroken is blijven bestaan.
De rederijkerij is waarschijnlijk tegen het einde van de dertiende eeuw ontstaan en is vermoedelijk in het kielzog van de Vlaamse migranten overgekomen naar Holland. In het gemeentearchief van Haarlem bevindt zich een stuk uit 1503 waarin Trou moet Blycken de oude kamer wordt genoemd. Deze rederijkerskamer bestond dus al vóór 1503.
De lijfspreuk van de groep Trou moet Blycken is later de naam van de Pellicanisten geworden. Samen met de Witte Angieren en De Wijngaardranken waren de Pellicanisten een van de drie rederijkerskamers van Haarlem. Leden van een rederijkerskamer schreven gedichten, liederen en organiseerden wedstrijden voor andere kamers (landjuwelen).
Meer info vindt u hier: https://www.troumoetblycken.nl/
en hier: https://www.dbnl.org/tekst/_tro001fams02_01/index.php
Enkele jaren geleden brak er brand uit: