Jan Sobieski, de Poolse koning die in 1683 het Avondland redde van de Ottomaanse bezetting, krijgt geen standbeeld op de Weense Kahlenberg, nochtans jaren geleden goedgekeurd. Het rood-groene Wenen verdringt het verleden en kijkt uit naar de toekomst… de officiële uitleg voor de weigering “dit symbool zou de harmonieuze culturele samenleving in gevaar brengen”.
Hongarije, dat als eerste communistische land in 1989 zijn grenzen naar het westen opende, is helemaal kop van jut in de EUSSR. Polen volgt. Het EU-schip zinkt, het Commissie-orkest speelt vrolijk verder.
Intussen hopen wij op een nieuwe Wende, die door Polen en Hongarije in gang gezet moet worden.
1683 wordt als het einde van de Ottomaanse uitbreiding in Europa beschouwd, die op de Balkan nog voor de verovering van Konstantinopel (1453) begon. In talrijke voorafgaande oorlogen hadden Polen-Litouwen en Habsburg-Hongarije de islamitische uitbreiding op het Oude Continent weten te verhinderen.
Vanaf de 18de eeuw trad dan Rusland op de voorgrond en droeg bij tot de definitieve (… nou ja…) verdrijving van de Turken – met uitzondering van de Istanboel enclave – uit Europa. De Bulgaren danken hun onafhankelijkheid aan tsaar Alexander II, die hen in 1877 van de Ottomanen bevrijdde. Dit feit gaat meestal aan de hedendaagse politici voorbij. De westerse multicul-aanbidders negeren gewoon de Oost-Europese inbreng in de strijd tegen de agressieve islam en proberen deze als een abstracte imperiawedstrijd te riduculiseren. Meestal gevolgd door de kruistochten als tegenargument of het geloof in Orbans vermoedelijke natte droom van een “Groot-Hongarije”.
Ook tot de val van het communisme hebben de Polen (1956,1970, 1980) en de Hongaren (1956) door meerdere bloedige nationale opstanden een betekenisvolle bijdrage geleverd. Vooraleer er sprake van van de Glasnost en Perestrojka in de voormalige Sovjetunie (1985) streed het Poolse “Solidarnosc” tegen de militaire dictatuur van Jaruzelski.
Misschien zelfs zou er zonder hun moed nog altijd sprake zijn van de oude DDR, in hetwelke een zekere Angela Merkel een eerder onbelangrijk leventje voerde. Miljoenen herinneren zich nog aan de dramatische tv-beelden van de vlucht der Oost-Duitsers over Hongarije naar Oostenrijk in 1989.
Daarna volgden de gebeurtenissen zich op in een sneltreintempo: de val van de Muur, de Duitse hereniging, de ondergang van het Sovjetrijk, zonder dat er een schot gelost werd. Het hedendaagse “Wir sind das Volk!” stamt nog uit die tijd. Wie herinnert zich nog dat alles aan de Hongaarse grens begon?
Wie aan de herhaling van de geschiedenis gelooft, zal twee parallellen met het verleden herkennen. Polen en Hongarije hebben zich ongeacht hun verschillende positie t.o.v. Rusland opnieuw in het offensief gegooid. Deze keer tegen de EU-moloch in Brussel en diens drieste migratiebevelen.
De moedige Visegrad-staten krijgen “populistische” steun van de Balten, de West-Balkan en sinds kort ook uit Oostenrijk en het EU-zwaargewicht Italië. Niets houdt hen tegen: niet de NGO-miljarden van Soros, niet de herhaaldelijke laster- en beschuldigingscampagnes, niet de geënsceneerde protesten van de volgens eigen zeggen “echte democraten” of bedreigingen met het intrekken van financiële middelen.
De EU-kritische landen denken er zelfs niet aan voor een paar miljard euro hun soevereiniteit te verkopen – dit in tegenstelling tot de huidige (Griekenland, Bulgarije, Roemenië) en toekomstige lichtgewichten (Macedonië, Albanië, Kosovo) en houden ondanks de aanvallen consequent vol. Vooral ook omdat deze regeringen zich gesteund voelen door de meerderheid van hun volk.
Welk economische gevolgen zouden Polen en Hongarije bij een escalatie, een Polexit en Hexit, moeten incasseren? Europese bedrijven willen niet nog meer afzet aan China verliezen en zouden sterke druk op EU-Brussel uitoefenen. De Brexit, die stilaan de eindstreep nadert, kan nog altijd inspirerend werken op misnoegde EU-lidstaten die liever hun eigen weg gaan dan de voorgeschreven schoonmoederregels te moeten blijven volgen tégen de wil van de eigen bevolking. We denken hierbij aan het domino-effect van 1989.
Zal Trump hen tegenhouden? Het zou ons verbazen. Eerder zal hij de EU uiteen spelen en individuele handelsverdragen aanbieden. Groot-Brittanië zal het als eerste land mogen ondervinden.
Brussel kreeg de rol van de EUropese hoofdstad en zetel van de EU omdat noch Parijs, noch Londen, Rome in aanmerking konden komen. Té groot gevaar voor polarisatie en machtsuitbreiding. Het kleine belgië, daar lag niemand wakker van. Straatsburg met de maandelijkse verhuiskaravaan van het EU-parlement was de troostprijs voor de ontgoochelde Fransen. De EU-hoofdstad moest ergens centraal in de oude EUropese Gemeenschap liggen, wat intussen al lang niet meer het geval is. In 2007 lag na de toetreding van Roemenië en Bulgarije het geografische middelpunt van de EU-constellatie in Gelnhausen, ten NO van Frankfurt/Main. Dit moet intussen opnieuw naar het oosten opgeschoven zijn vermits in 2013 ook Kroatië toetrad. Met de kandidaat lidstaten Macedonië, Albanië en Kosovo kan het middelpunt de Duits-Oostenrijkse grens overschrijden.
Of laten we even dromen… met Boedapest als EU-hoofdstad en Warschau als zetel van het Europees strafhof. Niets mis mee, toch?
Crisissen wijzen zich soms uit als kansen. Een (inmiddels overleden) van zichzelf vervulde Vlaamse geschiedenisprofessor wist het met absolute zekerheid: in zijn cursus stond dat West- en Oost-Duitsland nooit ofte nimmer zouden herenigd worden. De professor heeft zijn ongelijk nooit willen toegeven.