Terugblik: repressie

Repressie: damnatio memoriae

In september werd in Vlaamse steden en gemeenten de ‘bevrijding’ van 1945 herdacht. Zoals elke oorlog, zie Alexander De Grote, Caesar en Napoleon, was ook deze wreed en meedogenloos, het aantal slachtoffers was enorm en de gevolgen waren verstrekkend.

De financiële machten achter onze ‘bevrijders’ hadden zeker ook economische en strategisch-politieke motieven. Misschien zal ook hierover ooit eens informatie vrijgegeven worden.



Bij ons in Vlaanderen was de bevrijding ook het begin van een ongenadige massale repressie. Hierover wordt nu gezwegen; deze zwarte bladzijde uit onze geschiedenis wordt in de media uit het geheugen gewist: de damnatio memoriae. De eerste vijftig jaar na 1944 was de benadering anders en werd deze periode veel correcter benaderd. Nadien kwamen echter de linkse historici met hun politieke agenda!

In de jaren dertig was er in Vlaamse intellectuele kringen grote belangstelling voor wat gedurende het interbellum in Duitsland gebeurde qua wetenschappelijk onderzoek, muziek, economische heropstanding en werkgelegenheid. Er was begrip voor de Duitse weerstand tegen de door het verdrag van Versailles (vooral door Frankrijk) onbetaalbaar geëiste oorlogsbedragen. Er was toen in Vlaanderen grote commotie over het (geheim?) Frans-Belgisch militair akkoord van 1920 waardoor het Belgisch leger mede onder het commando van het imperialistische Frankrijk kwam; dit deed denken aan de opeising door Napoleon van Vlaamse jongens die met tienduizenden sneuvelden in zijn Rusland-oorlog.

Jonge Vlaamse intellectuelen wisten voor het eerst hoe België, met 2 x Franse legers van 60.000 soldaten, in 1830 tot stand kwam met de bedoeling, na de korte maar voor Vlaanderen vruchtbare hereniging met Nederland, om Vlaanderen als onderdeel van België terug bij Frankrijk in te lijven en te verfransen zoals Louis XIV en Napoleon dit eerder deden.

Een Nieuwe Orde sprak in de jaren dertig veel Vlamingen aan: tussen 1930 en 1940 waren er in België immers dertien (!) regeringen die een chaotisch beleid voerden; mijn vader noemde dat democratuur. De anti-Franse en anti-Belgische gevoelens in Vlaanderen werden nog versterkt toen Joris Van Severen (leider van het Verdinaso en gewezen volksvertegenwoordiger), die de Duitse invallers in mei 1940 ‘bandieten’ had genoemd, in Brugge werd opgepakt en met medeweten van de Belgische regering naar Frankrijk werd gedeporteerd. Ze waren met twee à drieduizend. Van Severen* en twintig anderen werden tien dagen later in Abbeville door panikerende Franse soldaten vermoord.

*Ter herinnering aan Joris Van Severen:



De vijand van mijn vijand kan mijn medestander zijn. Meerderen dachten in 1939 dat het toen zegezeker gewaande Duitsland een Flamenpolitik en geen België-Frankrijk politiek zou voeren (denk aan de vernederlandsing van de Gentse universiteit gedurende WO I).

De repressie was vooral het werk van Belgicisten, de klassieke straatschuimers en vooral de communisten, die tot 1941 wachtten op de bevelen van Moskou om in het verzet te gaan. Tot 1941 volgden zij het niet-aanvalspact ‘Von Ribbentrop-Molotov’ van 1939 tussen Duitsland en Rusland. Als voorbeeld van de communistische dominantie van het verzet: onmiddellijk na de bevrijding werd het Vlaams Huis in ‘mijn’ Aalst geplunderd. Daarna werd het pand opgeëist en ingenomen door de communistische partij.

Oorlogsburgemeesters, zoals mijn super pacifistische grootvader in Oosterzele, die zorgden voor een leefbare gemeenschap in barre oorlogstijd, voorzitters en medewerkers van Winterhulp, zoals mijn vader-arts, die zorgden voor de moeilijke bevoorrading, leden van het Davidsfonds en VNV werden vanaf september 1944 massaal aangehouden en meestal zonder proces opgesloten in de 120 hechteniskampen in Vlaanderen. In het hechteniskamp in Lokeren alleen zaten volgens Hekalo (Hechteniskamp Lokeren) gedurende meer dan vijf jaar duizenden gevangenen! De top van de faculteit geneeskunde van de Gentse universiteit zat er bijvoorbeeld ook zodat men dit kamp de ‘universiteit van Lokeren’ noemde.

De juridische grondslag voor epuratie en repressie was een besluitwet van 1945, die werd ingevoerd met terugwerkende kracht zonder enige inspraak van het parlement. Dit gaf aanleiding tot de beroemde latere uitspraak in het parlement: “Une justice de roi-nègre”.

Op woensdag 10 maart 1982 schreef Lode Claes: “De geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaar. Wanneer schuift men de concentratiekampen en andere wreedheden in de schoenen van de Vlaams nationalisten?”.

Deze ‘reductio ad Hitlerum’ is nu een constante bij politieke debatten.

Geert Goubert**

Bron: Knooppunt Delta, Nieuwsbrief 196, jan. ’25, Tekosecho III

**Mocht U Geert Goubert niet kennen, dan kan U hier de laudatio ter zijner ere van Pro Flandria (her)lezen: https://proflandria.be/laudatio-geert-goubert/

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

20 − 18 =

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.