Vandaag is het al 105 jaar geleden dat de Friese Margaretha Geertruida Zelle door een Frans vuurpeloton om het leven werd gebracht. Dat nieuws zal niemand iets zeggen, maar onder haar artiestennaam Mata Hari zal ze voor eeuwig tot de verbeelding spreken.
Margaretha Geertruida Zelle, 1876-1917) werd geboren in Leeuwarden als oudste dochter van een hoedenmaker. Via een contactadvertentie trouwt ze met de Nederlandse militair McLeod en leert tijdens hun verblijf in Indonesië erotische tempeldansen kennen. Na hun echtscheiding leefde ze vanaf 1903 in Parijs waar zij beroemd werd met haar interpretatie van oosterse dansen. Onderhield intieme betrekkingen met mannen uit de hoogste, ook diplomatieke, kringen. Schuldig bevonden aan spionage voor de Duitsers werd zij in 1917 gefusilleerd. U kan een uitgebreid verslag over en rond haar leven hier lezen.
Onder andere twee films over haar leven (met Greta Garbo in 1932 en met Jeanne Moreau in 1965) hebben tot beeldvorming over haar bijgedragen. De vraag in welke mate zij werkelijk spionne was, is onopgehelderd gebleven. Waarschijnlijk heeft zij ook een korte verhouding gehad met Prins Hendrik. Toen zij de hulp van Koningin Wilhelmina inriep om het doodvonnis gewijzigd te krijgen werd dat verzoek afgewezen, omdat Wilhelmina niets te maken wilde hebben met de buitenechtelijke affaires van haar man. (…)
Een andere kijk op deze Friese schone (die eigenlijk helemaal niet zo mooi was) en intrigerende spionne (die zelf gemanipuleerd werd en uiteindelijk het slachtoffer werd) vindt u bij “Mijn Mata Hari”.
Een Britse documentaire sluit af met “De exotische Mata Hari was het slachtoffer van mannen, van internationale politiek, maar vooral van haar eigen overmoed. Ze had geluk. Ze had geluk dat ze stierf toen ze nog jong en mooi was. Ze had geluk dat ze een universele mythe geworden was, wat betekent dat over haar schuld tot in het oneindige zal geredetwist worden…” Tja, het is maar hoe je het bekijkt…