Om ons land te verlaten of binnen te komen, moest je eerst de douane passeren.
In de tweede helft van de 20ste eeuw werden de grenscontroles afgeschaft, eerst tussen België, Nederland en Luxemburg, later in bijna heel de Europese Unie. Voordien mocht je alleen aan een douanekantoor en na controle de grens over. Niet alles of iedereen mocht zomaar de grens over. Als je via een weg zonder douanekantoor de grens wilde oversteken, of in de buurt ervan goederen of dieren wilde vervoeren, moest je daarvoor op voorhand toelating vragen. De ‘vliegende douane’ controleerde dit, tot het paspoort van de koe aan toe!
Zomaar, omdat we nog altijd graag naar Gaston en Leo kijken, voegen we dit fragment van ‘De smokkelaars’ eraan toe: