24 november 1998 was een gedenkwaardige dag in Gaza. Duizenden Palestijnen verzamelden helemaal in het zuidwesten, nabij de Egyptische grens, tegenover de Kerem Shalom grensovergang en keken toe hoe vliegtuigen uit Marokko, Egypte en Jordanië er landden. Het was de dag dat de Dahaniya International Airport, wiens oprichting overeengekomen was als deel van de Oslo Akkoorden, ingewijd werd. Een symbool van de hoop op vrede, kostprijs 86 miljoen dollar, gefinancierd door Japan, Duitsland, Spanje, Saoedi-Arabië en Egypte.
Een Amerikaanse president landde er voor de eerste keer, de Palestijnse nationale luchtvaartmaatschappij vloog naar hoofdsteden in het M.O. en de Gazaanse bevolking begon te geloven in een onafhankelijke staat. Maar toen begon de tweede intifada, de luchthaven werd door Israël gebombardeerd en werd sindsdien leeg geroofd en ontmanteld.