Taal is geschiedenis. Taal is aardrijkskunde. Taal is sociologie. Taal is cultuur. Taal is muziek. Taal is psychologie. Taal is wetenschap. Taal is rijkdom. Taal is alles. En méér.
Niet iedereen is zich ervan bewust dat taal méér is dan zich verstaanbaar te kunnen uitdrukken. Vooral in het onderwijs schijnt men terug te willen gaan naar een gecultiveerde vorm van Amerikaans-geïnspireerde oerwoudkreten… Pas toen onze kleinzoon in het 5de leerjaar Frans op zijn bord kreeg, realiseerde hij zich dat taal opgebouwd wordt volgens bepaalde regels… die je eerst in je eigen moedertaal onder de knie moet krijgen eer je een vreemde taal kàn leren, beredeneren.
Iemand die ons Nederlands wil uitdiepen, bestuderen en verklaren is Machteld de Vos. Zij wil in het raam van haar promotiewerk de ontwikkeling van het Standaardnederlands bestuderen. Een citaat:
“Van Heule zegt in zijn De Nederduytsche Grammatica ofte Spraec-konst het volgende. Onder het subkopje ‘Van de Buyginge’, vallend onder ‘Van de Voornaemen’, vinden we twee rijtjes van de verbuiging van het persoonlijke voornaamwoord in de derde persoon: het mannelijke en het vrouwelijke. Het mannelijke is als volgt (p. 38):”
“Eenige Geleerden willen hier in de plaetse van Haerer stellen Hunner, om den Baerer des Mannelicken geslachts, van den Baerer des Vrouwelicken geslachts, te onderscheyden.” (p. 38-39)
Waarom ons dit – voor menigeen – onbelangrijk artikel opviel? Omdat we verleden week, tijdens de verplichte rug-rustdagen, onze kleinzoon geholpen hebben bij een volgende les Frans, die hij moest voorbereiden. Daarbij kwamen dan de geslachten van zelfstandige naamwoorden aan bod, met daaraan verbonden de bepaalde en onbepaalde lidwoorden. Iets waarvan hij nog nooit gehoord had…
Mocht het u – ook – interesseren, klik dan op: De weerbarstige grammatica’s van het 17e-eeuwse Standaardnederlands en/of bekijk onderstaand filmpje: