“… Als kinderen en tieners ervoeren we wat alleen kan worden omschreven als een soort positieve onverschilligheid, en nog wel aan het einde van de geschiedenis. We mochten dragen wat we wilden, spelen wat we wilden en omgaan met kinderen van het andere geslacht, zolang we maar thuis waren voor het eten.
We leven nu in een kinderlijke, opgevulde wereld waarin iedereen wordt behandeld als kwetsbaar en beschermd moet worden tegen mogelijke ontreddering. Maar dit vertroetelen is schadelijker dan wat het wil voorkomen.
Tussen toen en nu is er echter iets sinisters gebeurd: de toename van het belang van gender boven karakter, identiteit boven wording. Tegenwoordig loopt het jongensachtige meisje het gevaar te horen dat ze “in het verkeerde lichaam is geboren” en wordt ze naar een genderkliniek gebracht om de reis te beginnen van puberteitsremmers naar borstverwijdering naar voortplantingsoperaties en uiteindelijk onvruchtbaarheid. Kinderen op dit pad zetten – een pad die velen betreuren – is een duidelijk, grotesk kwaad. We hebben een vreselijk verkeerde afslag genomen door farmaceutische bedrijven toe te staan levenslange patiënten te maken van gezonde kinderen….“