Onze redactie heeft herhaaldelijk naar artikels van Karin Leukefeld verwezen, vertaald en gepubliceerd. Zij is een onafhankelijke, geaccrediteerde journaliste in Syrië. Niemand houdt haar pen vast. Dit opiniestuk over de onmenselijke gevolgen van de politiek-militair geïnspireerde strafmaatregelen hebben wij herhaaldelijk aangekaart.
De sancties van de EU tegen Syrië hebben een verschrikkelijke humanitaire toestand nog erger gemaakt.
De westerse militaire krachten willen naar verluidt president Assad bestraffen. In werkelijkheid treffen ze een beschadigd volk, dat nog steeds de mentale kracht heeft uit de oorlogsruïnes te verrijzen… indien men het zou toestaan. De EUropese Unie hanteert momenteel na het verminderen van het krijgsgewoel een perfide dubbele strategie: enerzijds verhinderen de onlangs verlengde sancties tegen Syrië de wederopbouw; anderzijds moeten dan de wanhopige mensen dan met “humanitaire” aalmoezen afgescheept worden. Men verhindert de bouw van huizen en levert in de plaats tenten.
De EUropese Raad heeft zijn “eenzijdige economische strafmaatregelen” (sancties) tegen Syrië met een jaar verlengd tot 1 juni 2020. De maatregel richt zich “tegen het regime” en is “conform” met de “EU-Syrië-strategie”, zo luidt de persmededeling. Het geweld van het “Syrische regime” tegen de burgerbevolking duurt voort… – argumenteert de EU – de EU daarentegen zet zich in voor een “duurzame en geloofwaardige politieke oplossing van het conflict in Syrië volgens resolutie 2254 van de VN-Veiligheidsraad en de de communiqués van Genève dd. 2012”.
De EU-sancties, die in 2011 begonnen en sindsdien steeds weer verstrengd en uitgebreid werden, beslaan een olie-embargo, investeringsverbod en het bevriezen van de in de EU geplaatste financiële waarden van de Syrische nationale bank. De sancties omvatten uitvoerbeperkingen voor uitrusting en technologie, “die voor de interne repressie zouden kunnen gebruikt worden”, en de uitrusting en technologie voor de “bewaking of afluisteren van het internet en telefoongesprekken”.
In de prakijk is praktisch elke vorm van technologie daardoor getroffen; vervangstukken en werktuigen voor textiel- en drukmachines, voor voertuigen, vliegtuigen, voor de stroombedeling, voor medische apparaten en grondstoffen van verschillende aard.
269 Personen en 69 bedrijven zijn slachtoffer van de strafmaatregelen “omdat zij voor het geweld tegen de Syrische burgerbevolking verantwoordelijk zijn, van het regime profiteren of deze ondersteunen en/of met deze in verbinding staan”. 5 Personen en 1 bedrijf werden van de sanctielijst geschrapt omdat de personen overleden zijn en het bedrijf niet meer bestaat.
Of de VN-kritiek op de sancties tegen Syrië in aanmerking genomen werd is onbekend. Onbekend is ook wie nu juist de beslissing genomen heeft: werd er een vergadering georganiseerd waarbij verschillende meningen aan bod kwamen of was het gewoon een conferentietelefoontje waarbij de sancties automatisch verlengd werden?
De VN-rapporteur over de resultaten van de sancties, Idriss Jazairy, heeft verleden jaar (2018) na een bezoek aan Syrië verklaard, dat elke Syriër en bovendien ook het werk van de hulporganisaties lijdt onder de strafmaatregelen. De door de oorlog veroorzaakte toestand in Syrië is “verschrikkelijk“, dixit Jazairy, “maar ik wil er de nadruk op leggen dat de strafmaatregelen de toestand slechts nog erger maken”. Bijzonder “verschrikkelijk” is dat de “buitensporige uitvoering der sancties humanitaire en economische betrokkenen ertoe dwingt, ongewone betalingsmechanismen te vinden”. Deze verhogen de kosten, vertragen leveringen, verminderen de transparantie en maakt het menig bedrijf onmogelijk te blijven functioneren”.
Slechts enkele dagen na zijn verslag van 17 mei 2018 verlengde de EUropese Raad de sancties tot 1 juni 2018.
Stanislav Grosbic, voorzitter van de Tsjechische parlementsvereniging “Vriendschap met Syrië” liet in een interview bij het Syrische persagentschap SANA in Praag op 14 mei 2019 optekenen dat het doel der strafmaatregelen is de wederopbouw in Syrië en de strijd tegen de nog actieve terroristen in Syrië te verhinderen. Citaat Grosbic: “De EU stelt zich aan de kant van de terroristen in Syrië.” De strafmaatregelen belasten niet slechts Syrië, maar ook de EU-staten. Syrië wendt zich van de EU af en neemt economische betrekkingen met Rusland, China, Indië en andere staten op.
Sancties en hulp – twee kanten van de medaille.
Een blik op de internetpagina van het (Duitse) buitenlandministerie, onder ‘buitenpolitiek, toestand in Syrië’ toont dat de actuele beslissing in Brussel (EU-Raad) geen vermelding waard is. In de plaats een ‘factsheet Syrië’, met “Hulp voor Syrië en diens vluchtelingen”. Datum factsheet: februari 2018, langer dan een jaar geleden. Volgens deze gegevens zou de humanitaire hulp van 52 miljoen euro in 2012 naar 720 miljoen euro in 2017 gestegen zijn. 44% ging in 2018 naar Syrië; de rest naar buurlanden en de regio. Daar bovenop werd geld voor de “stabilisering” ter beschikking gesteld. In 2013: 59 miljoen euro. Vanaf 2014: 41 miljoen jaarlijks.
Interessant is de uitleg die Buitenlandse Zaken voor “stabilisering” geeft.
“Buitenlandse Zaken ondersteunt politieke processen in crisissituaties om de oplossing van bewapende conflicten te helpen. Dikwijls wordt daarbij een centrale regering ondersteund zoals in Irak, maar ook een gematigde oppositie zoals in Syrië (Nvdr: het verzameld terroristengezelschap in Idlib). In Syrië wordt bv. met de middelen voor stabilisering de Syrische burgerbescherming – de Witte Helmen – (Nvdr: filmafdeling van al-Nusra, i.e. al-Qaeda) mede gefinancierd en worden bestuursstructuren behouden, opdat er bij de afwezigheid van de Syrische staat geen volledig vacuüm ontstaat. In Irak en Libië wordt na de bevrijding van de zgn. I.S.liefst snel ervoor gezorgd dat o.a. stroom- en waterlevering weer functioneert, zodat de interne vluchtelingen snel terug kunnen keren naar hun thuisregio en voor de mensen het vredesdividend merkbaar is.”
Grote bedragen vloeiden naar de “stabilisering” voor de opbouw van bestuursstructuren in Idlib, vandaag grotendeels onder controle van HTS (Hayat Tahrir Al Sham), voorheen al-Nusra, voorheen al-Qaeda. En na de “bevrijding” van Raqqa beloofde de toenmalige buitenminister Siegmar Gabiel het toenmalige door de SDF gecontroleerde plaatselijk bestuur 10 miljoen euro om de stroom- en waterbedeling te herstellen en mijnen te verwijderen. De VSA stuurden ‘experten’ om de burgerbevolking bij de heropbouw van bestuursstructuren te helpen. Vergelijkbare hulp voor het gedeelte van het land onder de controle van de Syrische regering en de daar wonende bevolking – eveneens bevrijd van I.S. – werd volgens de b.g. EU-strategie Syrië 2017 niet aangeboden.
Oorlogseconomie – economische oorlog
In Syrië ziet men het directe verband tussen de sancties en de “hulp” die via VN- en internationale organisaties in het land en in de vluchtelingenkampen in de regio rond Syrië verdeeld wordt. “Waarom verhindert men ons ons land na de oorlog weer op te bouwen?” vragen zakenmensen zich af, die de auteur (Karin Leukefeld) in april in Aleppo ontmoette.
“Waarom verhindert men dat wij wisselstukken voor onze vernietigde machines kunnen kopen, werktuigen, grondstoffen invoeren?” Syrië beschikt over ervaren ingenieurs, die huizen kunnen bouwen, bedrijven, die stroomleidingen, kabels kunnen maken. “Men heeft onze fabrieken en machines moedwillig vernietigd en gestolen”, zo stelt een zakenman en verwees daarbij op de plunderingen in de 17 industriezones in en rond Aleppo door het FSA in 2012 en 2013.
“In plaats dat men ons ons land weer laat opbouwen, stuurt men hulporganisaties die ervoor zorgen dat de mensen in noodonderkomens en tenten blijven, dat ze van dag tot dag leven” en net genoeg hebben om niet te sterven. “Wij kunnen alles heropbouwen: huizen, fabrieken, ziekenhuizen. Wij kunnen de mensen werk geven. Maar men laat het niet toe!”
Woede en onbegrip over de EU-strafmaatregelen is in heel het land te horen. “Waarom komen er geen toeristen naar Syrië?” vraagt een jonge hoteluitbater, die tijdens de oorlog partij koos voor de religieus-fanatieke oppositie. “De oorlog is bijna voorbij, we hebben geïnvesteerd, nieuwe lampen, telefoon geïnstalleerd, tapijt gelegd, geverfd, nieuw beddengoed en handdoeken gekocht, maar uit Europa komt niemand. Waarom?” Hij is verbaasd als hij hoort dat de vliegmaatschappijen uit Europa niet naar Syrië mogen vliegen en verzekeringsmaatschappijen reisgroepen niet kunnen verzekeren… omwille van de EU-sancties. “En waarom doen zij dat?”, vraagt hij ongelovig. “Omdat ze niet van de president houden? Maar zij treffen ons, de middenstand, de gewone mensen!”
In Aleppo staan de auto’s in lange rijen aan te schuiven aan tankstations wachtend op benzine. De Amerikaanse regering heeft het bestaande olie-embargo in maart 2019 verscherpt. Daardoor is niet alleen Syrië maar ook Iran getroffen dat sinds jaren olie en gas aan Syrië levert omdat de Syrische regering geen toegang krijgt tot de eigen nationale energiebronnen ten oosten van de Eufraat.
Eerst waren het de “gematigde rebellen” van de FSA, die de olievelden bezetten. De EU hief het in 2011 opgelegde olie-embargo voor deze groepen op, zodat ze het Syrische olie zelfs tot in Turkije konden verkopen. Na de FSA volgde de I.S., die uiteindelijk door de Koerden met steun van de VSA & co verdreven werden. Om aan de binnenlandse vraag naar olie en gas te voldoen – dat voor het koken nodig is – ging de regering in Damascus in op een handeltje: zakenlui kochten olie van de resp. bezetters (FSA, I.S., Koerden) om vervolgens aan de regering door te verkopen. Met als resultaat de beschuldiging van de Syrische oppositie in het buitenland dat de Syrische regering met I.S. samenwerkte!
Daar buitenlandse journalisten in Syrië aan de tankstations een voorkeurbehandeling krijgen, kon de auteur (Karin Leukefeld) zelf het gedrang bekijken. Om corruptie en ruzies te verhinderen wordt de verdeling van benzinerantsoenen – per auto 20 liter alle 5 dagen, per taxi 20 liter alle 2 dagen aan de door de staat gesteunde literprijs van 0.50 US $ – door afgevaardigden van het Aleppo stadsbestuur geleid en bewaakt. “Kijk gerust goed en schrijf erover”, meende vice-goeverneur Mohammad Hamoush, die persoonlijk die avond het tankstation controlleerde. “Dit alles hebben we te danken aan de VSA en de regeringen in Europa.”
Vernietiging van de maatschappij
Sancties moedigen de zwarte markt aan en zo ziet men buiten de steden aan de rand van grote verbindingswegen jongens, die naast benzineblikken zitten en de inhoud verkopen aan de afzettingsprijs van bijna 1.50 US$. In Damascus werd voor het eerst officieel de verkoop van benzine aan deze hoge prijs toegestaan “een uitzonderingsmaatregel in een uitzonderingssituatie”. Zakenlui krijgen toestemming olie en gas te kopen en in Syrië te verkopen, eender hoe.
Het doel van het Westen der de sancties en olie-embargo is de verzwakking en verdeling van Syrië. Om het leed te verzwakken – daar anders nog meer vluchtelingen naar Europa zouden kunnen trekken – wordt hulp aan de behoeftigen verdeeld. In Syrië en in de vluchtelingenkampen in Turkije, Jordanië en Libanon. Ondersteuning voor de terugkeer is – hoewel de (Duitse) Bundesregering ze individueel aanmoedigt – politiek niet aan bod. “Ze halen de mensen uit hun huizen en zetten ze in tenten”, vat een criticus van de humanitaire inzet der VN en internationale protagonisten samen. “Ze maken de mensen tot bedelaars”, kritiseerde al in 2012 de oppositiepolitica Mouna Ghanem de plaatsing in vluchtelingenkampen. “De mensen hebben geen werk, ze worden het gewoon met hulpgoederen verzorgd te worden.”
In landelijke gebieden, in afgelegen dorpen waren er altijd ordestructuren, zegt een zakenvrouw in Damascus, die jarenlang vrouwen in de landelijke regio van Idlib, Raqqa en de omgeving van Aleppo in de textielbranche werk verschaft heeft. “Als er ruzie optrad onder de inwoners, dan werd de Mukhtar (burgemeester) ingeschakeld, die door iedereen gekozen en bijgevolg gerespecteerd werd.” De mensen waren weliswaar arm, maar ze hadden hun zelfrespect, zo herinnert zij zich. Het werk gaf de vrouwen zelfbewustzijn. “En nu zitten de mensen in kampen, in noodwoningen en zij gaan eraan kapot.” Traditionele structuren werden vernietigd. In de plaats van de Mukhtar kwamen zij die werk bij de internationale organisaties gevonden hadden.
Uit het Duits vertaald door onze redactie. Bronnen vindt u onderaan bij het oorspronkelijke artikel.
De begeleidende video kan u via de icoontjes onderaan ondertitelen en vertalen.