De westerse sancties hebben een omgekeerd gevolg. Tegen de verwachting in, concurreert de Russische economie met de EU en groeit met nieuwe markten in het oosten. Problemen maken inventief.
Al in het afgelopen jaar was Rusland wereldwijd de grootste graanexporteur. Voor het oogstjaar 2020/21 heeft het Amerikaanse min. van landbouw (USDA) voor Rusland 37.500 ton granen, bestemd voor de export voorspeld. Maar ook in andere landbouwbranches maakt Rusland een inhaalbeweging. Bij de export van landbouwgoederen tekent men dit jaar – ondanks de coronacrisis, onder dewelke ook de Russische economie lijdt, een meerrendement van 21.5 miljard euro. Vooral granen en geperste olie uit landbouwprodukten zijn overal op de wereldmarkt in trek.
Dankzij een gedreven staatsinvesteringpolitiek is vooral de landbouw succesrijk. Sinds de sancties heeft Rusland geïnvesteerd in de eigen varkenskweek en is in een korte tijdspanne tot de 7de varkensvleesexporteur ter wereld gestegen. Belangrijke afzetlanden zijn Vietnam en Hongkong, gevolgd door Oekraïne, dat dit jaar – ondanks de gekende politieke geschillen – 29.600 ton varkensvlees uit het buurland geïmporteerd heeft. Rusland verovert stilaan nu ook de Chinese markt en wordt hiermee de concurrent der EU.
De EU-sancties, m.a.w. het handelsembargo (… de peren… varkensvlees… enz ) heeft bovendien de commerciële melkproductie in een sneller tempo doen stijgen. Weliswaar is het doel, vanaf 2020 volledig zelfvoorzienend te zijn, nog niet bereikt, maar dankzij verbeterde diergenetische, produktiestijgende en kostendalende strategie komen de doelstelliingen stilaan in reikwijdte. Voor de EU zal – zelfs na het verdwijnen van de sancties – op de Russische markt zo goed als geen plaats meer zijn…
De regering heeft in de afgelopen jaren vele miljarden euro in de landbouwsector geïnvesteerd. Kortetermijn bankleningen voor landbouwers leidden tot een investeringstoename, die met het westerse handelsembargo en de boycot van westerse produkten, aangemoedigd werd. Ruslands landbouw heeft desondanks nog meer financiële steun nodig om helemaal zelfvoorzienend te kunnen worden. Bovendien bieden de grote afstanden een bijkomend logistiek probleem.
Poetin ziet kansen voor zijn land. Bijgevolg zal de regering blijven inzetten op staatssteun. Niet alleen voor de landbouw. Hij bezocht recent nog in Siberië Tobolks, waar het hele spectrum van de petrochemie aan bod komt met duizenden jobs. Hij rekent met een verdere afname van olieverbruik op de wereldmarkt; bijgevolg wil hij dat Rusland zich meer gaat toeleggen op verwerkende productie – daar zou nog een groei van 4% mogelijk zijn. Bij de productie van polymeren (basisstof voor kunststof) zou Rusland bij de 10 belangrijkste mondiale producenten willen horen. Poetin wil dus een stabiele markt voor de Russische petrochemische producten. Als voorbeeld gaf hij het mogelijke gebruik van polymeerbuizen bij waterleidingen en rioleringen. 50% der onderhoudskosten zouden hiermee kunnen bespaard worden. In Rusland worden plastic buizen in woningen voor 35% gebruikt; in Europa daarentegen 85%.
Om het verbod op plasticgebruik in de rijkere samenlevingen – zoals bv. Duitsland – maken de Russische experten zich niet al te veel zorgen. De rijkere landen kunnen het zich veroorloven plastic te vermijden; armere landen daarentegen – bv. Indië, Pakistan, Mexico, de Filippijnen, Indonesië of Nigeria, zullen nog altijd op het gebruik van kunststof aangewezen zijn. En het zijn net deze landen die de volgende 30 jaar de drijfkracht achter de globale economische groei zullen vormen. (…)