Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede Vrienden,

Zaterdagmorgen werd ik om 8.00 u in de abdij van Postel opgehaald en om kwart na middernacht kwamen we toe in Mar Yakub, Qâra. Zowel in Zaventem als in Beiroet werd voor “assistentie” gezorgd: een vriendelijk meisje bood me een rolstoel aan die ze achter mij elektrisch bediende en waarmee ze me langs binnenwegen ter plaatse voerde. In de gemeenschap Mar Yakub was nagenoeg iedereen, behalve de kleine kinderen, nog op de been. ’n Hartelijk weerzien! Was ik in België ziek en potdoof toegekomen, in Qâra voelde ik me fit, hoewel ik de volgende dagen de weerslag kreeg en tot niet veel in staat was.

Ik kan niet anders dan zeer dankbaar zijn om dit verblijf van enkele weken. Het broederlijk onthaal in mijn abdijgemeenschap heeft me niet alleen lichamelijk veel goed gedaan maar ook geestelijk. Het contact met zovele vrienden heeft me overtuigd dat er meer mensen wakker zijn dan uiterlijk blijkt. In de conferenties en het interview dat ik mocht geven kon ik vrijuit spreken.

Nog een aangename verrassing. Cfr Jean, die met mij naar België vertrok, werd geïnterviewd door een oud-klasgenoot, nu de VRT-NWS-Terzake-journaist Willem van Mullem, uitgezonden op donderdagavond 15 maart 2023: Klik hier. Een kort maar krachtig getuigenis! Heb ik enthousiaste medestanders bereikt, hij heeft in enkele minuten tijd een deel van de Vlaamse jeugd bereikt, die nog nooit van Mar Yakub gehoord heeft.

P. Daniel, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 17.3.23

Flitsen

In de byzantijnse liturgie worden twee feesten gewijd aan de aanbidding van het heilig Kruis: de Kruisverheffing op 14 september en deze derde zondag van de vasten. Hiermee gaan we al naar het midden van de vastentijd. In  de vastentijd is er een meer uitgebreide liturgie. De dag eindigt met de grote completen (behalve op vrijdag, dan is het de akathisthymne). De meesten volgen trouw het ritme van de vasten, d.w.z. ze eten ’s morgens niet. De eerste maaltijd is pas ’s middags (d.i. om 15.00 u), met uitzondering uiteraard van de kinderen en zij die het nodig hebben.

Vandaag, vrijdag, was een dag vol verrassingen. Mamura, een dorpje van ’n duizendtal inwoners, ‘n 50 km ten N van ons, ‘n 20 km ten Z van Homs, had de gemeenschap Mar Yakub uitgenodigd. Er wonen uitsluitend christenen en de helft zijn kinderen en jongeren. We werden ontvangen in hun catechetisch centrum. Daarna was een heuse vastenmaaltijd voorzien met zelfbediening. Vervolgens leidden twee meisjes in perfecte harmonie de zang en dans voor kinderen met aanbiddingsliederen. We werden daarna uitgenodigd in het eerste en oudste huis van het dorp, uit de jaren ’60 van vorige eeuw. Daar werden ook de eerste Eucharistievieringen opgedragen. Vervolgens werden we door de ene familie na de andere uitgenodigd. En telkens hetzelfde scenario: eerst zie je kleine kinderen en dan jongeren en tenslotte de ouders. En overal een kruisbeeld, een Mariabeeld of een beeld van een geliefde heilige. De mensen wilden ons op alle mogelijke manieren verwennen. Tenslotte werd samen voor de voorlaatste keer op deze vrijdag in de vastentijd de uitgebreide akathisthymne gezongen in de kerk. Hiervoor kwam de bisschop opdagen en ging voor. Ik denk niet dat ik ooit een gewone, zo verzorgde liturgie meegemaakt heb, met een koor van ‘n 15-tal vooral meisjes en een kerk goed gevuld met kinderen en jongeren. De zang en de gebeden van het volk waren uiterst verzorgd. We hadden het moeilijk om te vertrekken en de dorpelingen hielden ons zo lang mogelijk bij hen, soms met de vraag  om hun huis nog te zegenen. Mamura, een dorp dat in vreugde en harmonie leeft! We hadden er geen moeite mee om hen als afscheid te feliciteren omdat zij een teken zijn van Gods liefde, liefde voor Jezus, liefde voor Maria, liefde voor gezinnen en de menselijke waardigheid. Ja, dergelijke dorpen moeten we creëren. Natuurlijk lijdt ook Mamura onder de stijgende armoede en gebrek aan werk. Nu zijn een 40-jongens uit Mamura overhaastig vertrokken naar Libanon op zoek naar werk, niet wetend dat het daar nog erger is. Zij moeten ofwel terugkeren ofwel naar Europa emigreren.

Nvdr: foto’s kan u bekijken op facebook Deir MarYakub El Mukata

We hopen binnen kort zelf eens mee te kunnen rijden naar Aleppo of Lattakia, de twee streken in Syrië om dan zelf enkele foto’s en indrukken te kunnen geven van de nood bij de slachtoffers van de aardbeving en van de hulpverlening. Inmiddels geven we dit kort verslag.

HULPVERLENING IN LATTAKIAH EN JABLEH

Vandaag zijn de humanitaire hulpteams van ons klooster van S. James the Mutilated Monastery (MSJM) aanwezig in het noorden van Syrië voor de slachtoffers van de aardbeving. Er is veel werk en de uitdagingen zijn talrijk. Ongeveer 60.000 mensen, die tijdens de aardbeving in hun pyjama naar buiten kwamen in de kou van februari, zijn nu dakloos in deze regio’s en proberen te overleven in een land dat al plat ligt na 12 jaar oorlog en enkele jaren embargo. In het onderstaande interviewen wij Abu Georges Srour en zijn vrouw Sylvie, die als humanitaire hulpverleners werken met Moeder Agnes Mariam van het Kruis, de higoumene (overste) van het klooster van S. Jakob de Verminkte. Zij werken nauw samen met verschillende NGO’s in het noorden van Syrië.

Nvdr: Op de webstek van Mar Yakub, vindt u meer info over Abu Georges.

Klooster: Abu Georges, kun je jezelf voorstellen?
Abu Georges: Mijn vrouw en ik hebben Damascus enkele jaren geleden verlaten en we wonen nu in het klooster van Sint-Jacob de Verminkte in Qara (tussen Homs en Damascus). Tijdens de oorlog vroeg Moeder Agnes Mariam van het Kruis mij om te zorgen voor de relaties van het klooster met de dorpelingen. In die tijd (2011-2013) waren daar immers veel terroristen. Toen het dorp eenmaal bevrijd was, zijn we onmiddellijk begonnen de plaatselijke bevolking te helpen: hulp met het vee dat was achtergelaten omdat iedereen het dorp was ontvlucht, uitdelen van brood aan de armen, bezoeken, enz.
Sindsdien heeft Moeder Agnes ons de organisatie van verschillende humanitaire projecten in het zuiden van Syrië toevertrouwd. We werken samen met grote humanitaire organisaties zoals UNDP, UNFPA, Kerk in Nood, Dorcas, Ridders van Malta, Partners, ... We zijn actief in heel Syrië.

Toen de aardbeving plaatsvond, namen de humanitaire hulporganisaties onmiddellijk contact op met Moeder Agnes. Zij kent het Arabisch, de Syrische mentaliteit, maar ook de Europese talen en de westerse mentaliteit. Voor Westerse NGO's is het heel belangrijk om een betrouwbaar persoon ter plaatse te hebben die de geest van het land kent. Aangezien de logistiek van de humanitaire hulp al aanwezig is, konden we dankzij het organisatietalent van Moeder Agnes en de hulp van de NGO's zeer snel handelen.
Klooster: U werkt sinds de aardbeving in de steden Lattakieh en Jableh. Zijn de mensen daar, na zoveel jaren van ellende en armoede, wanhopig?
Abu Georges: De mensen in deze regio zijn oneindig goed. Het zijn vooral Alawieten. We waren verbaasd over hun moed. Ze rebelleren niet tegen God, niemand zei: “Maar waarom heeft God ons verlaten?”. Ze leggen hun leven allemaal in de handen van de Heer en danken Hem voor alles.
Ze zijn ook heel vrijgevig. Velen van hen hebben vluchtelingen in hun huizen opgenomen, ook al zijn ze al in nood. Zo hebben veel slachtoffers onderdak gevonden en zijn ze 's nachts beschermd. Maar deze mensen hebben vaak niet genoeg om deze vreemdelingen te voeden. Zo'n situatie kan niet blijven duren. Wij hebben huizen gezien waar twintig mensen in één kamer wonen. Op lange termijn zorgt dit voor sociale problemen. Denk aan jonge meisjes die zich in verlegenheid voelen. Deze uitingen van liefdadigheid helpen ons werk, maar zijn op zich broze en tijdelijke oplossingen. Deze initiatieven zijn echter geïnspireerd door oprechte naastenliefde  en hebben  Gods zegen. Het geeft ons veel voldoening om in dergelijke omstandigheden te werken.
Klooster: Hoe is de humanitaire hulp georganiseerd?
Abu Georges: We hebben verschillende ambulances en hospitainers (een klein ziekenhuis in een container) ter plaatse. Daar behandelen we de slachtoffers. Maar ook daar doen zich nieuwe problemen voor. Er komen vaak mensen die geen slachtoffer van de aardbeving zijn maar die, na jaren van armoede, van de gelegenheid gebruik maken om zich gratis door een dokter te laten onderzoeken. We hebben een budget gekregen om de slachtoffers van de aardbeving te helpen, maar we kunnen het niet vragen: Mevrouw, bent u een slachtoffer van de aardbeving of arm vanwege de economische situatie?

Er zijn ook nieuwe ziekten door het gebrek aan hygiëne. De slachtoffers hebben vaak alleen de kleren die ze tijdens de aardbeving droegen. Als we kleding uitdelen hebben we vaak problemen om de juiste maat bij de juiste persoon te krijgen. We zien vaak mensen rondlopen met veel te grote kleren. 

We bieden dagelijks maaltijden aan. We hebben een grote keuken, waarna we de warme maaltijden in auto's bij de mensen thuis uitdelen. We hebben door het embargo een toegenomen gebrek aan medicijnen. We delen matrassen en dekens uit en hebben verschillende tenten geplaatst waar mensen kunnen slapen. We bieden ook psychologische hulp. Veel kinderen zijn getraumatiseerd. Veel mensen hebben hun flat op de 5de of 6de verdieping nog, maar ze durven niet meer terug omdat ze bang zijn dat het plafond 's nachts op hen valt. Zij ruilen het comfort van een huis liever in voor de onveiligheid van de daklozen. Veel van de gebouwen zijn al beschadigd door de oorlog, ook al staan ze nog overeind, de aardbeving heeft ze verzwakt.
Klooster: Wat zijn de meest dringende noden? 
Abu Georges: God zij dank kunnen we op vele niveaus helpen. We hebben budgetten voor één of twee maanden, maar we moeten aan de lange termijn denken. Voordat huizen herbouwd zijn, voordat de lokale economie zich herstelt, hebben we minstens zes tot twaalf maanden nodig. Het is van vitaal belang om in die periode noodhulp te verlenen. Dat is onze zorg op dit moment.

*

Ziehier  de trailer van het interview dat Brecht Arnaert voor Epoché met mij hield op maandag  6 maart 2023 in het gastenkwartier van de Postelse abdij:


Het hele interview van 2,5 u kun je maandag in je mailbox krijgen, indien je je emailadres achterlaat op Epoché: www.epoche.live

Varia

De weg uit het belgisch moeras

België is de optelsom van twee democratieën, een Waalse en een Vlaamse. Vlaanderen stemt overwegend rechts, Wallonië links. Die worden op Belgisch niveau samengevoegd. Dat veroorzaakt immobilisme. De weg daar uit is volgens de N-VA het confederalisme. Via artikel 35 van de Grondwet komen alle bevoegdheden bij de deelstaten. Vervolgens komen we overeen wat we nog federaal willen doen. Zo kunnen we de boodschap van Bart De Wever samenvatten.

In 2024 zal die man de langstzittende voorzitter ooit zijn. In 2010, 2014 en 2019 was zijn partij veruit de grootste. Ondanks dat massief electoraal gewicht, slaagde zijn partij er nooit in dat confederalisme een stap dichterbij te brengen. Integendeel, op het toppunt van de electorale macht, toen N-VA maar liefst 33% van de stemmen haalde, besloot die partij dat een confederale staatshervorming niet eens fundamenteel of prioritair was. Een Belgische regering zonder de PS, dat was al een staatshervorming op zich, beweerde De Wever. Een socio-economisch zogenaamd rechts beleid zou Wallonië uitroken. Ze zouden zelf komen smeken om een staatshervorming, voorspelde hij.

N-VA heeft geen strategie

Daar kwam natuurlijk niets van in huis. Zijn Zweedse ‘droomcoalitie’ leverde gewoon meer van hetzelfde op. Meer staatsschuld, meer migratie en meer België. Alleen mochten we daar nog twee jaar langer voor werken door de verhoging van de pensioenleeftijd. Wat nog fundamenteler was, is dat N-VA eigenlijk beweerde dat er geen probleem was met België, zolang de N-VA maar bestuurde. Plots was er geen fundamenteel politiek probleem meer in België als de optelsom van twee democratieën. Er was enkel een probleem met welke bestuursploeg België managede. Zo lang de N-VA de lakens kon uitdelen, functioneerde België volgens hen prima. De kiezer dacht er anders over. Maar fundamenteler heeft N-VA toen gebroken met een decennialange Vlaamse politieke strategie. Meer Vlaanderen is beter voor de Vlamingen. Maar de N-VA beweerde plots het omgekeerde. Bovendien focuste de roep om bevoegdheden over te dragen naar Vlaanderen zich decennialang op het socio-economische en het afbouwen van de financiële transfers, zeg maar miljardendiefstal, van Vlaanderen naar Wallonië. Op heden gaat het over 12 miljard per jaar. Dat was allemaal niet meer nodig, laat staan prioritair voor de N-VA. Strateeg De Wever maakte daarmee komaf.

In 2013 wou De Wever zogezegd ‘geen regering zonder confederalisme’, maar hij deed het omgekeerde in 2014. In 2017 werd dat ‘geen regering met PS zonder confederalisme’. Het werd ook nu geen confederalisme, maar wel degelijk een regering met PS na de verkiezingen van 2019. Als De Wever zich nu op de borst klopt dat het in 2024 ‘confederalisme of niets zal zijn voor hem, moet men daar aan de andere kant van de taalgrens natuurlijk eens goed mee lachen. Njet, reageerde Magnette, en met hem heel Wallonië inclusief Georges-Louis Bouchez. De Wever kan daar helemaal niets aan doen en dat weten ze allemaal. Iedereen weet dat N-VA van dat confederalisme geen prioriteit maakt, en het niets meer is dan een electoraal praatje om na verkiezingen het omgekeerde te doen. Iedereen weet dat er nog geen begin van meerderheid is om dat confederalisme binnen België te realiseren zolang Wallonië daar niet in wil meegaan. Waarom zouden ze ook? Wallonië wint bij de status quo waarbij Vlaanderen voor de bodemloze Waalse putten moet opdraaien. Een poging enige geloofwaardigheid aan zijn confederale plannen te geven door ze extralegaal te willen doorvoeren, kan op niets dan hoongelach rekenen.

Van verraad tot verraad naar het defensiemandaat

De echo daarvan hoorden we ook in het debat dat Theo Francken onlangs in Wallonië voerde met Georges-Louis Bouchez. In de vijf resoluties 1999 legde het Vlaams Parlement de krijtlijnen van toekomstige staatshervorming vast. Splitsing van de sociale zekerheid en fiscaliteit werd als noodzakelijk beschouwd. Coherente bevoegdheden in socio-economische kwesties voor de deelstaten, zodat responsabilisering voor de afbouw van de miljardentransfers kan zorgen. Maar wat zei Theo Francken in het debat?… ‘Ik ben geen centennationalist. Het is noodzakelijk om solidariteit te hebben. Zeker op het vlak van sociale zekerheid. Dat is noodzakelijk. Dat is essentieel. Dat gaan we niet aanvallen.’ Bevraagd door het Vlaams magazine Doorbraak bevestigde hij: ‘ Transfers zijn er ook binnen Vlaanderen. Dat de transfers tussen Vlaanderen en Wallonië hoog zijn, is niet onze eerste drijfveer. Onze drijfveer bij N-VA is responsabilisering. Wij willen dat de sociale zekerheid efficiënter beheerd wordt en dat er meer mensen toe gaan bijdragen. Maar de solidariteit binnen de sociale zekerheid behouden is voor ons geen probleem. Wat we nodig hebben is een gezond België dat mensen responsabiliseert. Daarom dat we meer bevoegdheden nodig hebben per deelstaat.’

België is gebouwd op de financiële transfers van Vlaanderen naar Wallonië en de onderdanigheid van de Vlamingen om dat nederig te ondergaan. Dat is trouwens al zo sinds de stichting van België. Als dat niet meer het geval zou zijn, dan houdt de liefde voor België aan de andere kant van de taalgrens ook meteen op. En dat zeggen ze zelf ook met zoveel woorden. PS’er Philippe Moureaux: ‘Als de interpersoonlijke solidariteit wordt afgeschaft, interesseert België ons niet meer.’ Met andere woorden, de financiële transfers houden België recht. Elke maatregel, bevoegdheidsoverdracht incluis, die daar iets aan doet, is een stap vooruit naar de zelfstandigheid van Vlaanderen, pro forma nog altijd het eerste programmapunt van N-VA. De financiële transfers verlopen via de sociale zekerheid en via de fiscaliteit. Precies om die reden is het noodzakelijk en essentieel dat te splitsen. Maar precies dat wil Theo Francken dus expliciet niet, zo stelde hij zijn Waalse vrienden gerust. Hij ziet geen politiek probleem, maar zowaar enkel een managementprobleem in de sociale zekerheid.

Hoe krijgen we onze toekomst in eigen handen?

Hoe moeten we de confederale wensdromen van N-VA dan zien? Bicefaal volgens De Wever. Men splitst de bevoegdheid daarbij niet, maar wel het beleid per landsdeel. In de jaren ’70 organiseerde men zo een Vlaams en Waals onderwijsbeleid, vanuit het Belgisch ministerie van Onderwijs. En dat wil men dus opnieuw doen. Dat moet dan hun grote confederale hervorming voorstellen. Zo heeft de N-VA recent de ambitie geuit de werkloosheid in de tijd te beperken in Vlaanderen. We hebben in Vlaanderen historisch lage werkloosheid en minder langdurig werklozen dan in Nederland en Duitsland, maar toch ontwaart N-VA hier zowaar een cruciaal probleem dat ze op deze manier willen oplossen. In Wallonië kan men echter gerust in de hangmat blijven liggen. En de factuur? Die blijven de Vlamingen in dit confederaal model gewoon verder betalen. Het gebrek aan strategie bij N-VA is compleet. De capitulatie van Theo Francken is totaal. En dat allemaal om Belgisch te besturen of minister van Defensie te worden? In Wallonië knallen nu al de kurken. PS’er Laurette Onckelinx vatte de Waalse ambitie ooit samen: ‘We willen de Belgische koe nog tien jaar melken, en het karkas mag je houden. Dat is de prijs voor de vrijheid.’

Nvdr: lees “Bodemloos” van Barbara Pas en Lode Vereeck en/of bekijk video over debat onderaan

Vlaams Belang kiest resoluut voor Vlaamse onafhankelijkheid. Wij hebben wel degelijk een concrete strategie om daar te geraken. We moeten de kracht van onze democratie ten volle benutten. Om dat te kunnen doen moeten we het cordon sanitaire breken. Dat kunnen we maar door elke partij en elke politicus electoraal af te straffen die dat in stand houdt. Dat is de enige taal die politici verstaan, en dat is de enige macht die ze ons nog niet afgenomen hebben. Daarom moet het Vlaams Belang de grootste partij worden. Wij zijn de sleutel om de grendels van onze Vlaamse democratie af te werpen. Dan kruipt, bedelt en knikt Vlaanderen niet meer als een minderheid, maar gedraagt zich eindelijk als wat we werkelijk zijn: de electorale, economische en financiële meerderheid. Vlaams in Vlaanderen besturen, dat overleeft België gewoonweg niet. Het buitenland heeft baat bij de stabiliteit die Vlaanderen betekent, en heeft geen enkel belang bij de chaos die België betekent, en potentieel gevaarlijk kan zijn voor de ganse eurozone. En zo starten we de confederale onderhandelingen vanuit de Vlaamse regering met de Waalse op over de ordentelijke opdeling van België. Absolute prioriteit daarbij is de splitsing van de sociale zekerheid en fiscaliteit, maar ook van de veiligheid (justitie, politie, defensie) en migratie. In 2024 kan de Vlaming kiezen en beslissen. Nog eens meer van hetzelfde en verder wegzakken in het Belgisch moeras met één van die andere partijen, of kiezen voor een assertief en zelfbewust Vlaams beleid met het Vlaams Belang?

Tom Vandendriessche, Europees Parlementslid VB, 17.03.23

Nederland verzet zich

“… In de eerste plaats moet het hele stikstofdossier nu echter voor eens en voor altijd worden opgelost, en dat kan enkel door de koe bij de horens te grijpen en desnoods een grote crisis op EU-beleidsniveau uit te lokken hierover. Zowel Nederland als ons land zijn netto-betaler tot de EU-begroting, en de kost van stikstofpolitiek lopen bijzonder hoog op. Dan mag men niet enkel kijken naar de reeds gigantische 25 miljard die Nederland vrijmaakte of de 5 miljard euro die de Vlaamse belastingbetaler zal mogen ophoesten… “

Lees: De Nederlandse verkiezingsuitslag is een laatste waarschuwing voor de Europese Unie 

Dure corona-naweeën

De bijna pathologische kooprage der EU-lidstaten d.m.v. een gezamenlijke aankoop van vaccinatiedoses wreekt zich. De lidstaten klagen nu steen en been omdat ze een groot overschot hebben aan inentingsdoses. Echter… het contract met Pfizer voorziet nog meer leveringen. De pharmareus is echter genadig en biedt aan 40% minder doses te zullen leveren. Een niet onbelangrijk addertje onder het pharmagras: er moet betaald worden… ook voor doses die nooit zullen gefabriceerd worden.

Volgens een bericht uit de Financial Times heeft Pfizer een contractwijziging aangeboden waarin het aantal nog te leveren doses met 40% verminderd wordt en leveringen vertraagd zullen worden. Nadat de EU-lidstaten geklaagd hadden over de berg ongebruikte vaccinatiedoses – niemand heeft nog interesse – wil Pfizer hen “tegemoet treden” en verkoopt de b.g. strategie als “een blijk van goede wil”.

Bovendien komen bovenop de aankoopprijs van de ongebruikte doses nog de kosten voor de vernietiging.

Pfizer ziet hiermee een lucratieve handel een einde nemen en dat zint hen niet. De leveringsvoorwaarden kunnen volgens Pfizer gewijzigd worden, maar de betaling niet. Volgens Financial Times blijft Pfizer aandringen op de betaling van de volledige bestelling, ook als deze noch geproduceerd, noch geleverd wordt. Voor details moet u zich wenden aan de EU-akela Ursula von der Leyen. Haar EU-gezondheidscommissaresse Stella Kyriakides ziet geen graten in de afloop van de corona-affaire. We citeren:

“Door de samenwerking hebben we een merkbare vermindering der doses, een tijdelijke verlenging van ons contract – verder dan 2023 – en een leveringszekerheid voor het geval dat er meer doses nodig zijn. Als we de leveringen willen wijzigen, hebben we een (nieuw) akkoord nodig.”

Enkele lidstaten, Polen, Bulgarije, Hongarije en Litouwen, zijn het er niet mee eens. Polen heeft verleden jaar reeds de nieuwe doses geweigerd en bijgevolg ook niet betaald. Zij stellen dat het Pfizer-contract met de EU slechts het welzijn van de pharmareus voor het oog had en niet dat van de bevolking. Polen eist dan ook de publicatie van het “vertrouwelijk” contract.

EU-lidstaten die niet euforisch-gelukkig zijn met de door de EU onderhandelde contractwijzigingen blijven volgens de Financial Times gebonden aan het oorspronkelijke contract.

Pfizer’s revised EU Covid vaccine contract meets resistance

Over wonderen van een naar verluidt verzonnen heilige

Se non è vero è ben trovato…

Vandaag wordt Arnikius van Averbode († 1208)* herdacht. Norbertijn. Kluizenaar. Volgens geschiedkundig onderzoek is Arnikius een bedenksel van prelaat Vaes uit Averbode. De Norbertijnen wilden graag staat kunnen maken op een groter aantal heiligen. Daartoe verzonnen zij fictieve heiligenlevens. Arnikius is gebaseerd op een middeleeuwse kroniek waarin sprake is van een zekere Amicus. Amicus werd Arnikius. Zijn levensverhaal zegt vooral iets over de opvatting van heiligheid van de schrijver.
Wij ontlenen de gegevens aan ‘De Lusthof der Godvruchtige Meditatiën op alle zondagen en heiligenfeesten’ door Joahnnes Ludolfus van Craywinckel, Antwerpen 1778 (pp.77-82).

Arnikius zou een zoon geweest zijn van heer Arnold I van Diest en van vrouwe Imena die Beata, ‘zalig’ wordt genoemd. Vanaf zijn vroegste jeugd was hij bevriend met Heer Bartolomeus van de Aa. In hun jonge jaren ondernemen ze een pelgrimstocht naar het Heilige Land. Ze zouden daar ook tegen de vijand van het ware geloof gevochten hebben. Ze deden dus mee aan een kruistocht.

Na terugkomst begeven ze zich naar Averbode en dienen zich aan bij Steppo, de opvolger van de stichter abt Andreas († 1139;   11 augustus). Deze stemt in met hun intrede op voorwaarde dat hun ouders akkoord gaan. Na korte tijd treedt Bartolomeus uit; Arnikius blijft; volgens zeggen is hij dan 21 jaar. In het bos tegenover de abdij betrekt hij een armzalig kluizenaarswoninkje. Daar oefent hij zich in vasten en boetepraktijken. Hij heeft een afbeelding van Christus aan de geselkolom. Elke dag dient hij zich daar geselslagen toe om de pijn van Christus te voelen.
Maar op een dag komt er iemand langs die hem zegt dat hij zich moet matigen. Dat was de duivel. Arnikius hecht geloof aan die woorden en vervalt tot middelmatigheid. Zijn vurigheid verdwijnt en hij wendt zich tot het wonderbeeld van Maria dat zich in de abdij bevindt. Maria maakt hem duidelijk tot welke dwaling hij vervallen is. Vol blijdschap keert hij terug naar zijn cel en herneemt zijn strenge boetepraktijken.

Ze maken hem tot een nederig mens. Als de abt van Berne langskomt en hem vraagt voor hem te bidden, zakt hij van wanhoop in elkaar. Dat zó’n hoog geplaatst iemand aan hem, onwaardige, om gebed vraagt! Zijn medebroeders vonden hem overdreven en namen hem niet serieus.
Intussen verricht hij herhaaldelijk een wonder. Zo zien twee kanunniken een vuurzuil in het bos. Geschrokken rennen ze er heen. Dan blijkt dat het vuur staat boven Arnikius’ kluizenaarswoning dat met honing is overgoten…. In 1170 valt heer Otto van Malbergen met paard en al in de rivier en verdrinkt. Zijn stoffelijk overschot wordt naar Averbode overgebracht om daar begraven te worden. Als Arnikius op de stoet stuit, knielt hij neer voor een innig gebed, en tot verbijstering van de omstanders komt de dode weer tot leven.
Zo nu en dan bevrijdt hij bezetenen van de duivel. Zo wordt verteld dat ene Adelbert door zijn broer Otto achterna werd gezeten. Adelbert vluchtte de abdijkerk in. Maar zelfs daar was hij niet veilig voor zijn broer. Deze was hem tot in de kerk gevolgd en stond klaar om hem met een mes dood te steken. Op dat moment verstijft zijn arm en kan hij geen vin meer verroeren. Als Arnikius de kerk binnenkomt, bekent Otto onder tranen schuld. Hij bekeert zich en wordt kanunnik in de abdij. De rest van zijn leven is hij een voorbeeldig religieus.

Voor een verzonnen heilige heeft hij wel behoorlijk wat mirakels verricht. Meer bij Heiligennet en vooral een zeer uitgebreide persoonsbeschrijving met afbeeldingen bij: https://glennschrijft.wordpress.com/2019/03/02/arnikius-van-averbode-heilige-kluizenaar-en-almanakverschijnsel/

*ook Arnicius, Arnicus of Arnikus

U krijgt er van onze redactie nog deze wetenswaardigheden bovenop: