Vlöggeln (in Twente gebruikelijke spelling, bij Van Dale: vluggelen – de spelling vlöggelen wordt door Van Dale afgekeurd) is een paastraditie in het Twentse Ootmarsum in de Nederlandse provincie Overijssel.
Het vlöggeln is voor de rooms-katholieken uit Ootmarsum een onderdeel van de festiviteiten rondom Pasen. Het vindt plaats op Eerste Paasdag en wordt op Tweede Paasdag herhaald. Deze zondag begint in Ootmarsum met een rondgang rond de katholieke kerk door de acht Poaskearls, de Paascommissie, samen met de volwassen mannen. Bij deze rondgang rondom de kerk, de Rondgang om de Wheme, worden de twee paasliederen gezongen. Later in de middag begint het daadwerkelijke vlöggeln. De bevolking en toeristen komen dan bijeen bij de ‘boaken’, het paasvuur op de Paaskamp, een weiland vlak buiten het stadje. Hier wordt gewacht op de Poaskerels. Rond vijf uur lopen de Poaskerels rondom de ‘boaken’. Vervolgens geven ze elkaar een hand en lopen ze al zingend naar beneden, richting het centrum.[1]
De Poaskearls zijn acht katholieke, vrijgezelle mannen, die bovendien niet van plan zijn in de komende vier jaar te trouwen. Voorheen gold de regel dat ze in Ootmarsum geboren moesten zijn, thans is het voldoende dat ze bij hun geboorte in Ootmarsum woonden (omdat de geboorte veelal in een naburig ziekenhuis plaatsvindt). Men is als regel vier jaar Poaskearl, elk jaar worden de twee oudste Poaskearls vervangen. Lees verder…
Vooraf gegaan door de Paaskerels (ongebonden jongens in lange regenjas met hoed) trekken de deelnemers tijdens de Pasen hand in hand door het stadje, onder het zingen van middeleeuwse Paasliederen. Komt men langs een woning waar midden in de openstaande deur een deurpaal ( een z.g. stiepel ) staat dan loopt men daar omheen.
Bij de paasgebruiken in Denekamp wordt dan de paasstaak gehaald op het Singraven. De staak wordt teruggesleept naar Denekamp, opgezet naast het paasvuur en verkocht. ‘s Avonds wordt de teerton aangestoken, waarna het paasvuur ontbrandt.