Oost-Pruisen, waar de laatste heidenen van Europa woonden tot de Duitse (Ridder)Orde ter hulp geroepen werd. Deze Ridderorde richtte 93 steden op, meer dan 1000 dorpen en haalde Duitse kolonisten in het dunbevolkte land. De oorspronkelijke bevolking, de Pruzzen, werden niet uitgeroeid maar vermengden zich met de toegestroomde nieuwe inwoners.
De Ordestaat werd – voor de toenmalige tijd – de modernste staat in het NO van Europa met een hoogontwikkeld bestuur en de lucratieve handel in amber (Bernstein). In 1309 werd de Marienburg de zetel van de Hoogmeester (leider van de Ridderorde), tot op heden het grootste gebouw opgetrokken in baksteen.
Zo’n 100 jaar later, in 1410, kwam er een einde aan de hegemonie der Orde. Zij verloor de slag bij Tannenberg tegen een Pools-Litouwse alliantie. Met het Melnosee vredesverdrag (1422) werd de oostelijke grens bepaald, die tot 1945 zou stand houden. In 1466 werd opnieuw een stuk van het Ordegebied verloren aan Polen. Het zou een splijtzwam worden. West-Pruisen en Oost-Pruisen werden een feit.
In 1525 wijzigde Hoogmeester Albrecht von Brandenburg Ansbach, een telg uit de Frankische lijn der Hohenzollern, het statuut van de Ordestaat met de hoofdstad Königsberg, in een erfelijk hertogdom om, ruilde het RK voor het Evangelische geloof en nam het land van de Poolse koning Sigismund, tevens zijn oom, als zijn erfelijk leen aan….U kan een samenvatting van de geschiedenis van Oost-Pruisen verder lezen bij Wikipedia.
De Marienburg door de geschiedenis heen:
Vandaag:
De beschrijving van een nooit-terugkerende wereld werd neergepend door Christine Brückner in het driedelige levensverhaal van Maximiliane von Quindt, geboren op Gut Pönichen: “Jauche und Levkojen”. Het is tegelijkertijd fictie én realiteit voor de honderdduizenden verdreven Duitsers uit het oosten. De boeken werden verfilmd. Wie interesse heeft kan via het YT-kanaal TV-Fernsehen Nostalgie de reeks (her)bekijken. Hierbij de eerste aflevering: