Het Duitse onderwijs is er sinds jaren niet op gebeterd. Eerder het omgekeerde. Het minst slecht loopt het in de deelstaten Saksen en Beieren, niet toevallig eerder conservatief. En in deelstaat Bremen loopt het helemaal mis.
De nieuwe onderwijsmonitor van het Instituts der deutschen Wirtschaft (IW) (Instituut Duitse Economie) toont onrustwekkende resultaten. Sinds 2004 wordt door b.g. onderwijsmonitor jaarlijks de heel het scala van onderwijs, van kinderkribbes, kleuter- tot hoger onderwijs. Voor het eerst is ook de digitalisering inbegrepen.
Vooral de schoolkwaliteit, dus de leerresultaten der scholieren, ligt “vandaag voor alle deelstaten op het niveau van deelstaat Bremen dat in 2011 het slechtste resultaat liet optekenen.”
Onderwijsexpert Alex Plünnecke van IW liet optekenen:
“In bijna de helft van de deelstaten is het onderwijssysteem sinds 2013 erop achteruit gegaan…. In prachtig klinkende toespraken wordt over kansengelijkheid gesproken; maar aan de veel te hoge aantallen schoolverlaters (zonder afsluitend getuigschrift of diploma) wordt sinds jaren quasi niets gedaan.” Vooral bij kinderen van vreemde origine.
De laatste tijd dalen de cijfers van de schoolverlaters… ze geven niet weer dat dat de leerlingen betere rapporten mee naar huis konden nemen… ze zijn het resultaat van corona, waarbij talrijke scholen in vele deelstaten gewoon geen examens lieten afleggen. Nieuwe laptops of tablets werden “maandenlang niet uitgepakt omdat niemand zich voor de installatie van programma’s verantwoordelijk voelde of bescherming van gegevens eventueel in de weg hadden kunnen staan”.
In de huidige onderwijsmonitor staan Beieren en Saksen* nog bovenaan, maar ook daar worden op zekere vakken onvoldoendes duidelijk. Rode Lantaarndrager Bremen is echter koploper bij de digitalisering.
Tot 2013 scheen er een verbetering te noteren. Sindsdien gaat het alleen maar bergaf. Ook het kostenplaatje. Er is vandaag een tekort van 340.000 plaatsen in kinderkribbes tekort voor de -3-jarigen, een giga tekort in het regulieren dagonderwijs en een vroege taalonderdompeling. Ook zou het ministerie voor het gezin het project “taalkribbe” niet langer financieren. Om u een idee te geven van de olifant in het klaslokaal: jarenlang werden er in elke 8ste kribbe speciaal mensen hiervoor aangesteld. Om u een klein idee te geven wat dit aspect van “wir schaffen das” financieel betekent: voor jaar 2022 alleen al 230 miljoen euro; voor 2016 tot 2022: 1.3 miljard euro. In Berlijn zijn er 300 taalkribbes.
Verbetering is niet in zicht daar de olifant steeds meer plaats in de klaslokalen zal innemen; Duitsland krijgt maar niet genoeg van de “wir schaffen das”-welkompolitiek.
*Saksen: in 2019 vroeg men zich af of de kinderen in Saksen slimmer zijn dan deze in andere deelstaten!
Deutschlands Schulsystem wird schlechter – in Bremen zeigen sich die Extreme