In de school van ons kleinkind (3de leerjaar L.O.) heerst sinds het begin van de nieuwe trimester een ware luizenplaag. Vervelend voor het kind en voor zijn omgeving. Haalt geen krantenkoppen. Integendeel, de school en de ouders schieten in een kramp om toch maar niet te moeten toegeven dat hun leerling, resp. kind (… en de andere gezinsleden) geplaagd wordt door ongedierte. Met als resultaat dat de ongewenste diertjes zich naar hartenlust kunnen verspreiden en vermenigvuldigen.
Nadat ons kleinkind voor de derde keer na een uitvoerige behandeling en een luizenvrij weekeinde thuis opnieuw op woensdag ochtend een grote luizenpopulatie met hun kroost in wording onderdak bleek te geven, schoot zijn mama uit haar krammen. Drie keer heel het huis, lakens, kleding, dieren, 2 maanden oude baby-met-haarbos en (groot)ouders ontluizen… De wasmachine blijft maar draaien. De stofzuiger is het nieuwste beste vriendje. Geen sinecure. En ze nam drastische maatregelen. Het haar werd gemillimeterd met de tondeuse, opnieuw een gifaanval op de diertjes met huilend protest van ons kleinkind én ze belde de school om te verwittigen dat ze haar kind die dag zou thuis houden opdat de school intussen eindelijk de nodige stappen zou ondernemen en bij de ouders stevig aandringen op een grondige inspectie van de hoofden en bestrijdende maatregelen.
Waarop een notitie in het rood met uitroepteken in zijn agenda volgde: “… ongewettigd afwezig… bewijs binnen brengen… blablabla.” in een terechtwijzend toontje. Zij besteedde er verder geen aandacht aan vermits ze ervan uitging dat het telefoontje op woensdag voldoende rechtvaardiging was. Tenslotte meldde ze nu voor de derde keer de aanwezigheid van luizen met het verzoek actie te ondernemen bij de andere leerlingen. Niet dus: mondelinge waarschuwing van leerkracht aan kleinkind in de klas wegens het niet voorleggen van rechtvaardiging. De daarop volgende dag idem dito, met wenend kleinkind als gevolg. In volle klas wegens “luizen” een uitbrander te krijgen… je zou voor minder beginnen te wenen.
Waarom vertellen wij dit nu? Het heeft voor buitenstaanders geen enkele nieuwswaarde, tenzij een beschuldiging voor racisme indien je als bekommerde ouder rechtse zak het vermoeden uit dat “anderstalige ouders” het obligatoir briefje na elke trimester “kijk het hoofd van je kind na op luizen” niet kunnen lezen en/of niet de moeite doen om de hoofden van hun kinderen onder de loep te nemen.
Maar wat zien we al enkele donderdagen? Leerlingen die zomaar “uit pure bezorgdheid voor het milieu” naar Brussel trekken om te betogen, ongewettigd afwezig zijn… met steun… of lijdzaam dulden van de scholen. Dàt mag. Dàt wordt zelfs verwacht. Zonder bewijsbriefje voor “gewettigde afwezigheid”. Het “milieu” wordt zowaar een fanatieke religie, die door heel de linkse kerk geprezen en verheerlijkt wordt. Wie durft hun belijdenis in twijfel te trekken is een egoïstische asociale rechtse zak die niet bekommerd is om het welzijn van onze (klein)kinderen. We vragen ons af of leerlingen/ouders bij een falend examen niet zullen kunnen aanvoeren dat de school tekort geschoten is bij haar taak: het onderwijzen van leerstof. En dat het examenresultaat derhalve kan en mag aangevochten worden.
In de nieuwsbrief van Tekos, Deltastichting, staat dit opiniestuk, dat ook aan onze mening uiting geeft:
“Achter de scholierenbetogingen gaat nogal wat totalitarisme schuil.
De overtuiging dat klimaatveranderingen onze wereld bedreigen, is vandaag dermate wijd verspreid dat ze als een van de belangrijkste dogma’s van de politieke correctheid moet worden beschouwd. Wie er geen geloof aan hecht of het gewoon nog maar in twijfel durft trekken, wordt al gauw door journalisten, politici, academici allerhande, etc. van ketterij beschuldigd en zonder recht op verhaal naar een soort morele brandstapel verwezen. Toch zijn er af en toe wetenschappers die het lef hebben om dit allemaal te trotseren en tegen de stoom in te varen door die bijna algemeen aanvaarde opinie tegen te spreken. Dit artikel is niet bedoeld om in dit conflict partij te kiezen.
Het gaat overigens om een debat dat slechts relevant kan zijn indien het door specialisten wordt gevoerd. Niemand kan echter om de vaststelling heen dat de overtuiging dat klimaatveranderingen voor ons en nog meer voor ons nageslacht heel wat gevaren inhouden, zo overheersend is geworden dat ze als een officiële waarheid geldt en o.m. in ons onderwijs permanent wordt gepredikt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat heel wat jonge mensen zich zeer bekommerd voelen omtrent het milieu en dat een aantal onder hen acties wil ondernemen om “de politiek” op haar verantwoordelijkheid te wijzen. De betogingen, die spijbelende Vlaamse leerlingen met dit doel nu al enkele weken na mekaar op donderdag op het getouw hebben gezet, zijn dus niet zomaar op een blauwe maandag uit de lucht komen vallen. Iets wat overigens ook blijkt uit de steun waarop ze in dit verband van heel wat politici, journalisten en zelfs van een aantal verantwoordelijken uit het onderwijs krijgen. Het is zeer kenmerkend dat die allemaal steeds weer in een soort extase de mantra herhalen dat die donderdaagse demonstraties ‘een keerpunt in de geschiedenis zouden kunnen zijn, omdat ze aantonen dat er eindelijk een generatie opgestaan is, die zich bewust is van de risico’s die onze planeet in de toekomst zal lopen, indien er niets met betrekking tot het klimaat ondernomen wordt en dus hieromtrent ernstige maatregen eist’. Men kan zich overigens de vraag stellen of ze ditzelfde enthousiasme aan de dag zouden leggen indien de acties van de scholieren op minder politieke eisen betrekking hebben: het stopzetten van de immigratie bijvoorbeeld…
Het volstaat nochtans om slechts een beetje vertrouwd te zijn met de recente politieke geschiedenis van dit land om te weten dat scholierenbetogingen niet zo uitzonderlijk zijn. In de tijd van de strijd voor Leuven Vlaams maakten ze in heel wat Vlaamse steden deel uit van een bijna dagelijks weerkerend ritueel. In de jaren zeventig lokten de legerhervormingsplannen van Paul Vanden Boeynants ook heel wat straatprotest van scholieren uit. Dat was er ook in de jaren tachtig naar aanleiding van het grote rakettendebat.
Er mag toch ook eens gezegd worden dat het heus niet moeilijk is om schoolgaande jongeren ervan te overtuigen aan een straatdemonstratie deel te nemen in plaats van de les bij te wonen. Spijbelen is nu eenmaal leuker dan in de klas zitten. Vooral wanneer geweten is dat het, zoals het nu toch vaak het geval is, straffeloos zal blijven. Er zullen tussen die manifestanten wel heel wat jongeren zijn die het met het doel van de betogingen ernstig menen. Maar zouden hun acties niet veel overtuigender overkomen, als ze op woensdagnamiddag zouden gevoerd worden, op een tijdstip dat niemand zou moeten ‘brossen’ om ze bij te wonen?
De betogende leerlingen krijgen begeleiding, mediatraining en logistieke steun van Greenpeace. Tot hiertoe heeft niemand van onze media zich afgevraagd of “het aanzetten tot spijbelen van leerlingen uit het middelbaar onderwijs” bij het takenpakket van deze NGO behoort. Integendeel, de donderdagbetogingen die zowel in de kranten als op radio en TV bijzonder ruim aan bod komen, kunnen op de onvoorwaardelijke sympathie van de media rekenen. Het staat buiten kijf dat dit een mobiliserend effect heeft.
Het onderwijs verliest de pedalen
Wat echter bijzonder verbazingwekkend kan genoemd worden, is de reactie van heel wat mensen uit het onderwijs ten opzichte van deze “Kinderkruistocht voor het milieu” (Jurgen Ceder in ’t Pallieterke). Zij moedigen zondermeer het spijbelen aan. “Sois jeune” en zwijg niet luidt de titel van een opiniestuk in De Standaard van 15 januari, en werd ondertekend is door een leraar van het Koninklijk Atheneum van Etterbeek. In diezelfde krant laat Patrick Lancsweerdt, directeur van het vrij CLB van Roeselare en voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Schoolpsychologie, weten dat spijbelen weliswaar niet toegestaan is en er voorzien is dat wie het toch doet een code B krijgt, dat er een rondzend brief van het ministerie van Onderwijs is, die zegt dat voor leerlingen met problematische afwezigheden de school in samenwerking met het CLB (Centrum voor Leerlingenbegeleiding) een leerplicht begeleiding moet opzetten, maar dat hij als CLB-directeur de boodschap zal geven dat dit nu niet geldt omdat de jongeren in dit specifiek geval hierdoor hun toekomst niet op het spel zetten en dat dit laatste de voorwaarde is om aan code B een gevolg te geven. Kortom: er mogen geen sancties worden getroffen. Voor de duidelijkheid voegt hij er zelfs aan toe dat wij volwassenen best een voorbeeld aan de spijbelende leerlingen zouden nemen!
Geloof vooral niet dat we hier met uitzonderingen te maken hebben. De spijbelende leerlingen van het Secundair Kunstinstituut van Gent moeten weliswaar de gemiste lessen inhalen maar er worden geen sancties getroffen. Dit laatste geldt ook voor die van het Sint-Ritacollege in Kontich. In de Steinerschool van Gent krijgen ze geen strafstudie maar moeten ze een namiddag nadenken over wat ze lokaal voor het klimaat kunnen doen. Een aantal leraars roepen hun collega’s op om samen met de spijbelende leerlingen te gaan betogen. Een leraar van het Sint-Michielscollege uit Brasschaat had besloten om met zijn dochter naar Brussel te fietsen. De school heeft iedereen opgeroepen om zijn voorbeeld te volgen. “ We voorzien in begeleiding en ze krijgen een traktatie bij aankomst”, verklaarde directeur Patrick De Bruyn die tegelijkertijd liet weten dat hij van de leerlingen verwachtte dat ze aan de klimaatmars van 27 januari in Brussel zouden deelnemen. Het Atheneum van Gentbrugge organiseert zelfs de deelname aan de betogingen van 17 januari als een schooluitstap. De leerlingen kregen de keuze: mee naar Brussel trekken of les volgen (wie zou in die omstandigheden voor dit laatste opteren?)
Beseffen die leraars dan niet dat hun verantwoordelijkheid in het gedrang zou kunnen komen wanneer een van de leerlingen, die met hun toestemming spijbelt, bij een ongeval zou betrokken geraken. Kunnen ze dan nog rekenen op hun polis ‘ beroepsaansprakelijkheid’? Dat is dan hun probleem, zult u denken. Maar het is ook dat van de ouders en van de betrokken leerling. En wat te denken van de minister van onderwijs, die in deze tijd waar zo vaak naar politieke verantwoordelijkheid wordt gewezen, deze leraars zonder meer hun gang laat gaan en openlijk verklaart dat ze begripvol staat tegenover de spijbelaars en hun betogingen?
Maar er is erger. Leraars en scholen die leerlingen tot spijbelen aanzetten, doen precies het tegenovergestelde van wat van hen zou mogen verwacht worden: les geven en opvoeden. Ze zullen wel beweren dat de betrokken leerlingen duidelijk geëngageerde kritische burgers willen worden en dat spijbelen dan pedagogisch verantwoord is, maar hiermee blameren ze in feite die jongens en meisjes die niet mee willen doen. Er valt bovendien niet te loochenen dat het hier om politieke demonstraties gaat. De organisatoren willen hiermee immers politieke beslissingen afdwingen en het is veel betekenend dat bepaalde bekende politieke boegbeelden zich al op de betogingen komen vertonen (Kristof Calvo liet zich gewillig fotograferen terwijl hij met manifesterende jongeren opstapte). Het komt er dus op neer dat een aantal onderwijsinstellingen en/of leraars hun gezag en (eventueel) prestige gebruiken om zo hun eigen politieke standpunten aan de maatschappij op te dringen. Dit is precies wat de communistische partij met de Komsomol deed in de voormalige Sovjet-Unie of zo u wilt de NSDAP met de HJ in het Derde Rijk. Met andere woorden, een politiek misbruik van de jeugd, iets dat kenmerkend is voor ieder totalitair regime.
De directeur van het Atheneum van Mortsel spande op dat vlak de kroon door niet alleen de leerlingen tot spijbelen en betogingen aan te zetten maar hen ook de opdracht te geven in Brussel foto’s te maken zodat men maatregelen kan treffen tegen die leerlingen die wel uit de klas weg bleven maar niet op de betoging aanwezig waren. Voor zoiets bestaat een naam: klikken. Zoiets gebeurde ook in de voormalige DDR waar jonge mensen door de Stasi verplicht werden hun leeftijdsgenoten en zelfs hun eigen ouders te bespieden.
Francis Van den Eynde”
Nvdr: Betogen voor het milieu… onder welke reden voor afwezigheid kan men dit boeken? Regels over afwezigheid op school