Nekschot voor traditioneel onderwijs
Na bijna een week lang op het scherp van de snee onderhandelen is de Vlaamse regering op de proppen gekomen met een ‘masterplan’ voor de hervorming van het secundair onderwijs. Het plan werd een typisch compromis ‘à-la-belge’ waarover veel “verwarring en polarisatie” heerst, zoals te lezen stond in een krant. Verwarring en polarisatie over de interpretatie van de tekst.
Het is duidelijk dat deze regering in de eerste plaats geen gezichtsverlies heeft willen leiden. Minister-president Kris Peeters heeft het heft in handen genomen om zijn vel te redden. Hij moest er wel voor zorgen dat beide kemphaantjes in zijn ploeg de schijn van tevredenheid kunnen ophouden. Afgaande op de persberichten, is hem dat schitterend gelukt. Minister Pascal Smet is “uitermate tevreden”, de N-VA is “bijzonder verheugd”. Hoe ongeloofwaardig deze vrolijke maskerade is, bleek al meteen na het akkoord in de media. Over één en hetzelfde masterplan werden twee totaal tegenovergestelde meningen gespuid (zie Zogezegd).
De N-VA wil bij de publieke opinie en bij de achterban de indruk wekken dat er eigenlijk niet zoveel verandert, en stelt sussend dat essentiële onderdelen van het masterplan pas na 2016 ingang zullen vinden. Met dat doel kaapte De Wever zelfs het debat in het Vlaams Parlement, niet door eraan deel te nemen, maar door in de wandelgangen zijn opinie nog eens uit de doeken te doen in Villa Politica. Maar het lijkt er toch sterk op dat de N-VA de waarheid geweld aandoet, en dan drukken we ons nog zacht uit.
Ook N-VA onderschreef geplande hervorming
Reeds van bij de lancering van het rapport-Monard, dat de basis werd van de geplande hervorming, was duidelijk dat het niet gedragen werd door de basis, ouders en leerkrachten. Toch schreef de Vlaamse regering een grote hervorming van het secundair onderwijs, op basis van het rapport-Monard, in het Vlaams regeerakkoord in, ondertekend door CD&V, SP.a en… N-VA.
In het rapport pleit Georges Monard duidelijk voor een verbrede nieuwe eerste graad én voor het afschaffen van de beschotten tussen ASO/TSO/BSO/KSO, de twee meest gecontesteerde maatregelen van de hervorming. Het rapport was ook de basis van de oriëntatienota die minister Smet in 2010 opstelde.
De discussies binnen de Vlaamse regering sleepten echter aan en stilaan werd duidelijk dat de N-VA een bocht aan het maken was. Een forse uithaal richting Smet van N-VA-voorzitter De Wever in de pers in juni 2012 was een eerste schot voor de boeg. Sindsdien zat het dossier muurvast en uiteindelijk moest minister-president Kris Peeters zélf de zaak naar zich toetrekken. Met uiteindelijk het nu voorliggende plan als resultaat.
Doos van Pandora is open
Inhoudelijk is duidelijk dat zowel het rapport-Monard als de oriëntatienota van Smet het masterplan hebben geïnspireerd. Als het onverkort wordt uitgevoerd, zal Smet cruciale voorstellen uit zijn nota gerealiseerd zien en zal ons onderwijslandschap er fundamenteel ander gaan uitzien, wat de N-VA daarover ook mag beweren. De deur naar een grondige hervorming is opengezet en de N-VA krijgt die nooit meer dicht. De voeten van verschillende politieke partijen, van de onderwijskoepels, van experts en drukkingsgroepen allerhande zitten er al tussen. Als de N-VA na 2014 al de macht zou hebben om dat te doen, ze zullen er niet meer in slagen het masterplan ‘verticaal te klasseren’. Zoals verschillende commentaren terecht stelden: de trein is vertrokken. Of zeg maar gerust: de doos van Pandora is open.
Wat ons na het lezen van het masterplan in elk geval duidelijk is geworden, is dat het alweer een stap verder is in de ontmanteling van het al zo verminkte traditioneel onderwijs. De kwalijke eenheidsstructuur uit 1989, die de brede eerste graad veralgemeende, wordt in geen geval in vraag gesteld; de brede eerste graad wordt nog wat breder door de inperking van de B-stroom; aan een centraliserend instrument als de eindtermen wordt niet geraakt; het B-attest wordt zo goed als afgeschaft; de studierichtingen zullen verhakseld worden in een matrix en ja, ASO/TSO/KSO/BSO, volgens Pascal Smet “achterhaalde en beladen” termen, zullen worden afgeschaft.
Bovendien, en dat is toch wel de essentie, komt het masterplan slechts in geringe mate tegemoet aan de knelpunten die gekend zijn: ongekwalificeerde uitstroom van leerlingen, onderwaardering van TSO en BSO en vervroegde uitstroom van leerkrachten. De Vlaamse regering had de voorbije vier jaar snelle en slimme maatregelen kunnen nemen om een kentering ten goede in gang te zetten, maar verkoos eindeloze discussies over een grote hervorming. Er is kostbare tijd verloren gegaan.
Traditioneel onderwijs versus eenheidsworst
Eigenlijk zijn er twee grote visies over onderwijs die in Vlaanderen al decennia botsen. Aan de ene kant staan diegenen die pleiten voor een vroege studiekeuze en de differentiëring door middel van verschillende richtingen, aan de andere kant de voorstanders van een late keuze en differentiëring binnen de klassen. Grosso modo de tegenstelling tussen traditioneel onderwijs en VSO van destijds. Vanaf de invoering van het eenheidstype heeft de tweede groep het voortouw genomen en de voorliggende hervorming zal hun stoutste droom doen uitkomen: het traditioneel onderwijs wordt definitief ten grave gedragen.
Nochtans schreef iemand die het kan weten, de Gentse professor Wouter Duyck in mei vorig jaar in De Morgen: “Een recent overzicht van de literatuur toont meer dan 20 wetenschappelijke studies waarin het groeperen van leerlingen naargelang leerniveau en interesse een beter leerresultaat oplevert dan uniforme systemen. (…) Er zijn géén studies die een leervoordeel aantonen voor uniforme onderwijssystemen.”
Met andere woorden: onderwijskundig is een brede eerste graad slecht voor de leerlingen, maar men gaat er rustig mee door, want het bevredigt de ideologische honger en de gelijkheidswaan van links. Het is nochtans een mythe dat ons onderwijs sociale ongelijkheid bestendigt of in de hand werkt. Volgens PISA (Programme for International Student Assessment) en TIMMS (Trends in Mathematics and Science Study) behalen we voor sociale gelijkheid een topscore. Dat men dus stopt dus met die zogenaamde ongelijkheid als kapstok te gebruiken voor ongewenste hervormingen. Ook de kloof tussen sterkere en zwakkere leerlingen moet niet worden gedempt, wel moet het onderpresteren worden bestreden. Gelijk presteren bestaat immers niet: die kloof verkleinen leidt tot nivellering en is voornamelijk ten nadele van de sterkere leerlingen.
Leerkrachten wordt niets gevraagd
Nog meer differentiëring binnen de klassen overstijgt trouwens verre de draagkracht van de leerkrachten, die nu al vaak niet weten waar eerst beginnen. Maar de leerkrachten wordt niets gevraagd. 72,7 procent van de ondervraagde leerkrachten gaf in een recent VUB-onderzoek te kennen tegenstander te zijn van een hervorming op basis van de oriëntatienota van Smet. Slechts 6,6 procent is voorstander, de rest zo’n 20 procent is onbeslist. Drie kwart gelooft niet dat het afschaffen van de huidige onderwijsvormen iets zal veranderen aan de onderwaardering van TSO en BSO. Een meerderheid gelooft niet dat met de hervorming de schooluitval zal dalen. Bijna driekwart verwacht een verhoogde werkdruk.
N-VA-voorzitter De Wever verklaarde dan wel dat “mensen belangrijker zijn dan structuren”, dat betekende overduidelijk niet dat de leerkrachten ook werden geraadpleegd. Zoals steeds werd alles weer boven hun hoofden beslist, en moeten ze nu worden ‘overtuigd’ van de heilzaamheid van de hervorming. Dat is democratie op de wijze van de DDR.
Vlaams Belang kiest voor kwaliteitsonderwijs
Waar nauwelijks wordt over gerept in het hele masterplan, is de algemene kwaliteitsdaling die ons onderwijs de jongste decennia getroffen heeft en die stilaan dramatische vormen aanneemt. Onderzoeken te over die de kwaliteitsdaling telkens weer bevestigen. Maar het verwondert ons niet dat men daar niet te veel over zegt. Het zou immers tot de conclusie kunnen leiden dat de eerdere hervormingen die kwaliteitsdaling in de hand hebben gewerkt. En dat de weg die men is ingeslagen een heilloze weg is. Dat toegeven zal geen enkele partij ooit doen, ook niet de N-VA.
De enige partij die altijd al gezegd heeft dat de hervormingsdrift en de nivelleringsdrang de kwaliteit van ons onderwijs aantasten, is het Vlaams Belang. Wij kiezen daarom als vanouds resoluut voor een Vlaams kwaliteitsonderwijs dat gespaard blijft van progressieve hernieuwingszucht en overheidsbetutteling en dat aandacht heeft voor onze Vlaamse eigenheid en tradities. Het Vlaams onderwijs heeft steeds een hoog niveau gekend, en dit omwille van de kennisoverdracht aan de leerlingen door sterk gemotiveerde leerkrachten. Het Vlaams Belang wil dat behouden en mag zich daarom met recht en reden de enige verdediger noemen van het traditioneel onderwijs.
Wim Van Dijck, Lid Commissie Onderwijs
Ik heb het VSO meegemaakt! En het tegenwringen van de leerkrachten! Mijn dochter was een ‘slachtoffer’!
De meisjes moesten zagen en timmeren, vogelkooitjes in mekaar knutselen, met ijzer een kunstwerk à la fabre ineen lassen, ( ik heb het nog ergens in in de berging liggen, het was – denk ik toch – een vogel) en de jongens moesten leren breien!!! ;o)
Ik moet nog glimlachen als ik er aan denk hoe beduusd die jongens keken en hoe onhandig die breinaalden tekeer gingen! Wie tóen aan de grondslag de baas was van die wijzigingen, dat ben ik vergeten, we hebben er zoveel gekend. Maar dat het een flop werd is een feit!
En nu verbaas ik mij ten zeerste dat hoegenaamd Bart DW het huidig plan van P.Smet toejuicht!
Wat voor een hypocriete bende is die NV-A toch!!!
Herinner u ook de periode met de moderne wiskunde. Ouders werden quasi verplicht mee lessen te volgen om hun kinderen nog te kunnen begrijpen en begeleiden!
BDW juicht het plan Smet niet toe maar stond erbij en keek ernaar. Hij geeft een totaal andere uitleg over het onderwijsakkoord in het Vl. Parlement dan de onderwijsminister Smet. Kwestie van geen gezichtsverlies te lijden. Het komt erop neer – wij hebben voor de zomer een uitgebreide reeks artikels hieraan gewijd – dat traditioneel onderwijs theoretisch wel nog mogelijk is maar dat ze over minder financiële middelen zullen beschikken dan de scholen die het krankzinnig geesteskind van Smet willen invoeren. Wat erop neerkomt dat omwille van financiële problemen het traditioneel onderwijs zich uiteindelijk verplicht zal zien over te schakelen naar Smets wangedrocht.
Gladde alen zijn het: allebei!!
En ja, ik herinner mij nog de moderne wiskunde! Ik heb ze zélf nog mogen toepassen…
Van bij het begin was het werken met cirkeltjes en pijtjes die verwezen naar aantallen, enz…, iets waaraan ik de grootste hekel had! Nadien zijn ze daar dan weer vanaf gestapt en raak ik soms niet meer wijs uit de opdrachten die ze nú moeten aanpakken: ze maken een onmogelijke omweg om tot hetzelfde resultaat te komen zoals wíj die wiskunde moesten kraken!
Zijn de kinderen er nu wijzer door?? Helemaal niet: het verwart hen! 🙁
Waarom het gemakkelijk maken als het moeilijk óók gaat!!