Mr. Hugo LAMON is advocaat aan de balie Limburg en bestuurder en woordvoerder van de Orde van Vlaamse Balies. Iedere woensdag maakt hij op Jubel een beschouwing over justitie. Verleden week had hij wel een hele resem – quasi wanhopige – vragen…
“Heeft u ook het gevoel bij uw dagelijkse lectuur van het Staatsblad dat het allemaal wat veel wordt voor uw beperkte hersenen? Wat dacht u toen u op 30 mei de “wet van 25 mei 2018 tot vermindering en herverdeling van de werklast binnen de rechterlijke orde” las? Vond u ook dat die Potpourri VI-wet volstrekt onleesbaar was? Bent u toen ook met uw laatste restje energie naar een papieren versie van het gerechtelijk wetboek gehold om dan – met dat oudmodisch wetboek naast u – die wet opnieuw te lezen? Wat dacht u toen u artikel 43 van die wet las, waarin kurkdroog staat dat u nu incidenteel beroep moet aantekenen in uw eerste beroepsconclusie (terwijl dat nu nog in elke stand van de procedure kan)? Zag u – tenminste wanneer u advocaat bent – in uw gedachten al uw lopende dossiers passeren en vreesde u al voor beroepsfouten omdat u in die ene vervelende zaak nog geen incidenteel beroep heeft aangetekend? Ging u toen ook naar de bepalingen over de inwerkingtreding kijken en stelde u vast dat er niets voorzien is? Had u toen ook koude rillingen, omdat u toch ooit had geleerd dat procedurewetten onmiddellijk in werking treden en ook in lopende gedingen? Dacht u toen ook dat u het verkeerde beroep had gekozen?” Lees verder bij Jubel