Leuven Vlaams! Walen Buiten!
Eigenlijk waren er na 1945 twee katholieke universiteiten in Leuven, een Nederlandstalige en een Franstalige, die wel onder dezelfde unitaire leiding stonden. Toen de taalgrens in 1962 was vastgelegd, overigens zeer erg in het nadeel van de Vlamingen, werd Leuven bij het Nederlandse taalgebied ingedeeld, maar de universiteit mocht tweetalig blijven en ze werd een centrum van verfransing.
In het universitair ziekenhuis waren voortdurend conflicten tussen Vlaamse patiënten en artsen die het vertikten Nederlands te leren, net zoals nu in Brussel. In 1965 gooide professor Michel Woitrin nog olie op het vuur door te verklaren dat de driehoek Leuven, Waver-Woluwe, de drie plaatsen waar de universiteit faculteiten had opgericht, binnen twintig jaar toch tot “le Grand-Bruxelles” zouden behoren.
In mei 1966 verwierpen de Belgische bisschoppen in hun zogenaamde “Mandement” alle Vlaamse eisen inzake de overheveling van de Franstalige afdeling van universiteit. Niet alleen in inhoud van dat Mandement, ook de autoritaire en neerbuigende toon ervan zetten veel kwaad bloed. Zelfs de braafste Vlaamse katholieken voelden aan dat de bisschoppen hier niet het christendom verdedigden, maar het belgicisme. Dat was het begin van grootscheepse acties en protesten. Het vuur werd anderhalf jaar lang brandend gehouden. Toen begonnen studenten, niet alleen in Leuven maar ook elders, de slogans “Leuven Vlaams!” en “Walen buiten!” te scanderen. Daaraan ziet men hoe groot de vrijheid van meningsuiting toen nog was. Nu zouden zo’n leuzen bestraft worden als racistisch en xenfoob, en misschien zelfs als het aanzetten tot haat. Maar toen kon iedereen nog openlijk zeggen waar het op stond.
Met de kortzichtigheid die kenmerkend is voor arrogante en wereldvreemde leiders, publiceerde de Franstalige Academische Raad op 14 januari 1968 een pretentieus expansieplan waarin niet alleen het behoud van de volledige universiteit in Leuven werd geëist – inclusief de Franstalige afdeling dus – maar ook het behoud van de universitaire buitenposten in Sint-Lambrechts-Woluwe en Waver. Toen barstte de bom pas echt, niet alleen in Leuven, maar in heel Vlaanderen. Ik herinner mij nog mijn verbazing toen ik in Antwerpen meisjes van een bekende nonnenschool arm in arm over straat zag lopen, keurig in uniform, maar wel luidkeels zingend op de melodie van het kinderlied “Broeder Jacob”. Het duurde even voor ik de woorden begreep: “Broeder Suenens, Broeder Suenens, slaapt gij nog? Gooi de Walen buiten…” (toenmalige belgische kardinaal)
Revolte
Het ging er niet overal even ludiek aan toe. Het protest nam vele vormen aan: er werd massaal betoogd, aan professoren werd gevraagd solidariteitsstakingen te houden, de universiteitsgebouwen werden bestormd en Franstalige lessen werden verstoord. Bij één van de laatste betogingen werden protesterende studenten op het Fochplein omsingeld door gendarmes. Ze werden met waterkanonnen bestookt en afgerost met matrakken. Vele betogers hielden er gebroken armen aan over. Omdat de rijkswacht niet genoeg voertuigen had om alle arrestanten weg te brengen, werden daarvoor de vrachtwagens van een veehandelaar uit Lubbeek gebruikt. Enige honderden studenten werden tot de volgende dag vastgehouden op het binnenplein van een rijkswachtkazerne, zonder eten, drinken of medische zorgen.
Tja, als zoiets nu met Marokkanen, IS-aanhangers of zwarte studenten in de VS gebeurde, zou er een groot schandaal van gemaakt worden. Maar toen vond iedereen dat vanzelfsprekend. Het waren ruigere tijden, en het waren toch maar Vlamingen…
De rellen waren zo heftig en langdurig, dat de examens opgeschort moesten worden. Ook in het parlement ging het voor één keer hard tegen hard. De christendemocraten waren toen nog de grootste partij, unitair maar met een Franstalige en een Vlaamse vleugel, maar zij waren verlamd door communautaire tegenstellingen.
Eén CVP-er doorbrak de impasse. Dat was Jan Verroken*, de toenmalige fractieleider. Hij eist dat de regering Vanden Boeynants I, met christendemocraten en liberalen, een bindende verklaring zou afleggen over de splitsing van de universiteit. De regering raakte er niet uit en kwam ten val. De CVP was zo bang voor de groeiende volkswoede, dat zij niet durfde toegeven. Deze ene keer niet…
Ook de bisschoppen krabbelden geschrokken terug. Zij gaven toe dat het Mandement een vergissing was, en de splitsing van de universiteit vonden ze plots niet meer zo onoverkomelijk. Maar die haastige ommekeer kon hun geloofwaardigheid niet meer redden.
Nasleep
“Leuven Vlaams” gaf ook de aanzet tot het uiteenvallen van de drie unitaire partijen in Vlaamse en Franstalige zusterpartijen. “Leuven” was daarbij niet de enige factor, maar het was wel de druppel die de unitaire emmer deed overlopen. Het werd een onherstelbare barst in de Belgische politieke constructie. Op het eerste gezicht bleef alles met die zusterpartijen min of meer bij het oude, maar de communautaire kloof werd er langzaam maar zeker door verbreed, al zou nog tot 2014 (!) duren voor een Vlaamse partij in een federale regering durfde stappen zonder haar Franstalige zusterpartij, of omgekeerd.
“Leuven Vlaams” was een duidelijke overwinning. Anders dan bij de andere politieke compromissen die men als overwinningen probeert voor te stellen, moest er niet worden betaald met onaanvaardbare Vlaamse toegevingen inzake financiering, grondgebied of bevoegdheden. In die zin was het zelfs onze enige echte overwinning.
Maar in zekere zin was het wel onze laatste overwinning. Het was de laatste keer dat Vlaanderen massaal en eensgezind op straat kwam rond een communautair thema. Het was ook de laatste overwinning van de generatie flaminganten die nog waren opgevoed door Vlaamsgezinde schoolmeesters, leraars, jeugdbewegingen, jezuïeten en onderpastoors, de “petits vicaires” zoals de belgicisten hen smalend noemden.
Slechts enkele maanden later verloren die mensen grotendeels hun invloed aan de salonrevolutionairen van mei ‘68, die toen de dominante stroming werden en hele mestladingen onverteerde marxistische waanideeën, internationalisme, hedonisme en decadentie over Europa uitstortten.
Ook de Vlaamse Beweging werd daarin meegesleept.
De Volksunie viel erdoor uit elkaar. De cultuurfondsen, die zo’n belangrijke rol hadden gespeeld in de Vlaams strijd, werden geleidelijk “ontvlaamst”. Duizenden scholieren en studenten, waarvan men tijdens “Leuvens Vlaams” had gedacht dat zij tot de Vlaams-nationale achterban behoorden, liepen over naar de linkse vijand. Paul Goossens, die als studentenleider zo’n grote rol had gespeeld in de tijd van “Walen Buiten!”, bleek al snel een linkse agitator te zijn, die de Vlaamsgezinde studenten alleen maar voor zijn marxistische karretje had gespannen.
De Leuvense universiteit, nog maar juist Vlaams geworden, werd een broeinest van linkse agitatie. En nu, nog geen vijftig jaar later, is diezelfde universiteit, in een ijltempo aan het internationaliseren en verengelsen. De vruchten van die overwinning van 1968 worden nu achteloos overboord gegooid, met enthousiaste medewerking van de academische overheid en zelfs de Vlaamse Regering. Als wij dat noodlottige tij niet kunnen keren, zal alles voor niets zijn geweest. Niet alleen Leuven Vlaams, maar heel de taalstrijd, heel de Vlaamse ontvoogdingsstrijd.
Marc Joris
* Nvdr: Wie meer wil lezen over Jan Verroken, raden wij zijn blog aan, nu nog steeds raadpleegbaar on line: http://blog.seniorennet.be/janverroken/
Zuid-Tirol dat ongevraagd en als oorlogsbuit bij Italië werd ingelijfd wil nu meer dan ooit los van Rome.
Op 14 mei jl. vond in Bruneck weer een onafhankelijksdag plaats met ruim 10.000 aanwezigen.
Er was ook een zeer gewaardeerde Vlaamse afvaardiging aanwezig.
https://youtu.be/Rq332Az04zo
Flandria mitto vale, pia Flandria terra piorum (Petrus Pictor omstreeks 1100)
Het gaat u goed minzaam Vlaanderen, land van minzamen.