Door een speling van het lot kon de in 1584 vermoorde Willem van Oranje niet bijgezet worden in de grafkelder van zijn voorvaderen in Breda. Besloten werd op hem in de Nieuwe Kerk in Delft zijn laatste rustplaats te geven. Dertig jaar na zijn dood verrees in de Nieuwe Kerk een indrukwekkend grafmonument. Het doet bij begrafenissen van leden van het koninklijk huis, die worden bijgezet in de grafkelder in Delft, dienst als een indruk-wekkend symbool van de Oranje-Nassaus.
Toen Willem van Oranje vermoord werd, was Nederland in oorlog met Spanje. Het was wegens geldgebrek (oorlogvoeren tegen Spanje was een geldverslindende onderneming) niet mogelijk om direct na zijn overlijden een waardig grafmonument te vervaardigen. Pas tijdens het Twaalfjarig bestand (1609-1621) was het mogelijk om dat alsnog te doen. De bekende architect en beeldhouwer Hendrick de Keyser kreeg in 1613 de opdracht om een praalgraf voor Willem van Oranje te ontwerpen en uit te (laten) voeren. Kosten noch moeite werden gespaard. Er werd vier soorten marmer gebruikt, per schip aangevoerd uit Italië en de Ardennen. Grote beelden werden in brons gegoten. De kosten van het praalgraf bedroegen toen 30.000 gulden (vergelijkbaar met 9 miljoen euro’s nu). (…)