John Bull moet zowat in 1562 geboren zijn in de buurt van Somerset en begon als koorknaap en de Chapel Royal, die onder leiding stond van William Blitheman. In 1582 werd hij organist aan de kathedraal van Heresford. In 1585 keert hij terug naar de Chapel Royal om er in 1591 Blitheman als kapelmeester op te volgen. Intussen wordt hij doctor in de muziek aan de universiteit van Oxford, en professor aan het Gresham College te Londen.
In 1601 reist hij naar het vasteland, volgens kwatongen als geheim agent voor Queen Elisabeth, officieel om gezondheidsredenen.
In 1607 moet hij ontslag nemen als professor om te kunnen trouwen (professoren hoorden niet gehuwd te zijn!), en in 1613 zien we hem hals over kop naar de Nederlanden verhuizen. Niemand is er precies achtergekomen waarom: vreesde hij als katholiek vervolgd te worden nu hem geen beschermende koninklijke hand boven het hoofd gehouden werd (Queen Elizabeth stierf en werd opgevolgd door James I)? Had hij zich vijanden gemaakt door zijn “bijverdienste”? Was de Engelse grond hem om andere redenen te heet onder de voeten geworden? Betichtingen van overspel? Of werden er door aartshertog Albrecht in Brussel meer garanties geboden dan in het onzekere Londen?
Vier jaar blijft hij bij Albrecht en Isabella, om in 1617 naar Antwerpen te verhuizen. Hij wordt er organist van de kathedraal. Zijn faam als virtuoos op virginaal en orgel liep door heel Europa en de 150 stukken die hij voor deze instrumenten schreef, vergen een voor die tijd meer dan gewone vingervaardigheid.
De belangrijkste titels : “The Spanish Pavan”, de “Queen Elisabeth’s Pavan and Gaillard” en “The King’s Hunting Jigg”.
Het zijn meestal dansen met variaties, waarvan er heel wat opgenomen zijn in het “Fitzwilliam Virginal Book”. Voorts kennen we van hem 50 fantasia’s voor strijkersensemble (gamba), en traditionele miscomposities. John Bull stierf als Jan Boel in Antwerpen op 12 of 13 maart 1628.