Gisteren werd Gust Teugels begraven in Schoten-Koningshof. Hector Van Oevelen schreef in ‘t Pallieterke (blz 14) een innig in memoriam.
“…Een moderne Vlaamse bard, dirigent en zangpedagoog, een man die vond dat de Franse uitdrukking voor een lied “uit het hoofd kennen” beter geschikt was om tot uiting te brengen hoe men moest zingen, nl. “par coeur”. Zingen moet men met het hart, met héél het hart. En deze boodschap droeg hij heel zijn leven uit…”
Op zijn doodsbrief stond “Dag in dag uit zong ik mijn lied, blijf zingen en vergeet me niet.”
Onze redactie vond deze opname, gezongen door Gust Teugels, van een “lied van ons volk”, een passend eerbetoon aan een Vlaming, die Vlaanderen uitdroeg zoals de in 2010 overleden Ivan Mertens het op zijn manier deed met Vlaanderen Vlagt: “Ik ken een lied”, muziek Willem de Mol, tekst Gentil Theodoor Antheunis (schoonzoon van H. Conscience).
Ik ken een lied dat ‘t hart bekoort,
Een lied vol melodij;
Ik heb het reeds als kind gehoord –
Die tijd is lang voorbij.
Mijn moeder zong het bij de wieg
Van haren eersten zoon;
Het klonk zoo lief in haren mond,
Zoo heimlijk zacht en schoon.
O moederzorg! o moederlied!
Mijn hart vergeet u niet.
Ik ken een lied dat ‘t hart bekoort,
Een lied vol melodij;
Ik heb het in mijn jeugd gehoord –
Die tijd is lang voorbij.
Zij zong het ook de blonde maagd,
Die eens mijn liefde won;
‘t Was in het veld, langs groen en loof,
Bij lentelucht en zon.
O jeugd en liefde, o rozeblaân!
Hoe snel verwelkt, vergaan.
Ik ken een lied van zoete min,
Een lied vol melodij;
Men zong het in mijn huisgezin –
Die tijd is lang voorbij!
Nu zingt het niemand, niemand meer
Den ouden armen man;
Geen vrouw kust mij de tranen af
Die ‘k niet weerhouden kan;
Geen kind zingt ‘t liedje van voorheên….
‘k Ben oud en gansch alleen.