Een lied uit de Kruisvaarderstijd over een vrouw die wacht op de terugkeer van haar geliefde. Ze wil geen ander. Ze wil slechts hem. En ze heeft schrik om zijn welzijn, om zijn leven want “de Saracenen zijn verraderlijk”…
De tekst is geschreven in oud-Frans door de Boergondische troubadour Guiot de Dijon