Kindjes moeten vanuit de wieg leren dat het mama-papa-patroon absoluut geen synoniem is voor hun normale leefwereld. Er bestaan nl. – vanzelfsprekend – diverse tussen- en randgeslachten met een scala aan mogelijkheden qua seksualiteitsbeleving.
Vanuit dit principe dienen ook kleuter- en kinderprogramma’s op tv uitgedokterd te worden. In Duitsland staan ze al ver met de indoctrinatie van de kleinsten.
Een scenario van “Het Zandmannetje’ (Sandmännchen), een kleuteruitzending voor het slapen gaan) dat uitgezonden wordt bij Rundfunk Berlin:
Een roos varkentje beweert een poes te zijn. Een mooie vrouw met stiletto’s en lippenstift verrast het hoofdpersonage, Lennart, met een brommerige mannenstem. Het varkentje met een krulstaartje, dat beweert een poes te zijn, wordt door de andere dieren uitgelachen. Een poezenvarkentje. Het poezenvarkentje klimt naar een kooitje met een vogel. Die vogel is eigenlijk de moeder van het poezenvarkentje. Als we nog een generatie verder gaan in het verleden zal blijken dat het vogeltje uit een ei kwam dat van een nest slangeneieren afkomstig was.
De kindjes moeten leren dat het varkentje kan klimmen en bijgevolg ook een kat is. En ook kan spinnen. Een vrouw, die eruitziet als een vrouw, hoeft niet echt een vrouw te zijn.
Wat kunnen driejarige kleuters nu hiervan opsteken? Niets is wat het lijkt. Een mama kan een mama maar ook een papa zijn, of kan tussendoor toch weer mama worden en met een andere mama, die op haar beurt ook papa kan worden, trouwen. En om heel het verhaal nog wat peper te geven worden uit de mama-papa-papa-mama-relatie kindjes geboren, die er geen graten in mogen zien aan ouder-hopping te doen, niet alleen qua woonst, qua resp. partners maar ook qua geslacht.
In grotemensentaal: we zijn baas van onze eigen identiteit. Bevalt die geboorte-identiteit niet, dan ruilen we ze in voor een andere. Logisch, toch?
Mijn kleinzoontje is bijna vier. Hij zit in een fase waarin het voor hem niet helemaal duidelijk is welk persoonlijk voornaamwoord bij wat hoort. Naar de hond (een reutje) met een mannelijke hondennaam, verwijst hij afwisselend met “hij” of “zij”. Vriendjes in de kleutertuin – ook jongetjes, hij heeft geen vriendinnetjes, want die willen niet dezelfde spelletjes spelen (!) – krijgen dikwijls ook die vrouwelijke verwijzing. Voor hem is het woordgebruik nog niet helemaal duidelijk. Maar hij weet maar al te goed wat het geslacht is van de hond, of resp. van zijn mama, papa, bompa, oma of vriendjes. Ook al gooit hij de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden nog door elkaar. Een jongen / man / papa heeft een penis. Een meisje / vrouw / mama heeft er geen. Alle varianten en tussenstadia gaan voorlopig nog aan hem voorbij. Tenzij – letterlijk – in de carnavalsstoet.
En dan zou een dergelijk kleuterprogramma hem moeten gaan preconditioneren op de mogelijke geslachtsperikelen die de linkse maakbare wereldpolitie voor hem in gedachten heeft? Bedankt. We lezen wel een verhaaltje voor. Dat kunnen we nog zelf beslissen.
FVE
Wij hebben toch ook programmas voor het slapengaan waarvan de meest eenvoudigen van geest kunnen van genieten zoals ” Phara ” en ” terzake”
Niet slecht bekeken, René, daarbij wordt ook zand in de ogen gestrooid.
Dat alles lijkt me niet erg halal. Is er nog geen reactie gekomen uit de vredelievende godsdiensthoek?
Neen, toch niet. Die hebben allemaal een schotelantenne en kijken naar hun eigen kleuterprogramma’s.
en de kleutertjes in die programma’s dragen allemaal “camouflage” kledij met nep wapentjes en nep bommengordeltjes. Langs alle kanten opvoed-misvorming.
Denk je dat die wapens en bommengordels nep zijn?
Van kindsbeen-af wisten wij (aan de Oostkust) het reeds: Indien er eentje rechtstaan pieste… was het een jongentje. 🙂
Gehurkt-zitten piessen was voor meisjes, want… iederéén wist toch dat meisjes hun speelgoed verprutsten. (de leuze was: opgelet, jongetjes, niet téveel aan dat wormpje spelen) 🙂