Herkenbaar

In Berlijn wonen 195.134 burgers uit andere EU-landen met een buitenlandse pas.  Daarvan mogen 35.735 (18%)  sociale hulp ontvangen.
Steuntrekkers volgens nationaliteit:
– 27.23% van de Grieken, 26.04% van de Polen, 25.72% van de Bulgaren, 21.76% van de Roemenen, 19.8% van de Portugezen, 15.4% van de Italianen, 15.3% van de Tsjechen.  De Finnen en de Denen bengelen onderaan met resp. 4.12% en 4.35%.   De Berlijners met een Duitse pas zijn goed voor 15.1%.

Volgens de EU-wetgeving hebben EU-burgers ‘eigenlijk’ pas recht op sociale hulp in Duitsland als zij daarvoor eeen arbeidscontract hadden en in orde zijn met de ziekeverzekering.

Senator voor Integratie Dilet Kolat (SPD) heeft geen antwoord op de vraag hoe de b.g. niet-rechthebbenden dan in het systeem beland zijn.  Zij weet niet wie er ooit gewerkt heeft vooraleer hij/zij naar het OCMW of de Hulpkas (Duitse versie) trok.  Er zouden nogal wat (schijn)zelfstandigen bij zitten, die intussen failliet gegaan zijn.  En ja, na een bepaalde tijd, hebben die recht op alle sociale uitkeringen.

Bovenop wordt er natuurlijk kindergeld uitgekeerd.  In Berlijn voor 37.455 kindjes van EU-burgers.  Senator Kolat kon de vraag niet beantwoorden of die kindjes echt wel in Berlijn wonen.  Er wordt immers slechts “het adres van de aanvrager genoteerd, niet het adres van de kindjes”.

Ter herinnering: Berlijn wordt door de Bundesländer via het transfersysteem van al het  nodige kleingeld voorzien.

En om het verhaal compleet te maken: meer dan 7.000 uitgeprocedeerde asielzoekers verblijven in de Duitse hoofdstad, zonder dat er aanstalten gemaakt wordt hen het land uit te wijzen.

Hierbij het voorbeeld van enkele import-Berlijners, die naast hun ocmw-inkomsten nog een ‘bijverdienste’ hebben.  Als ze geen pas meer hebben, dan zitten ze er daar voor eeuwig en altijd mee opgescheept.

BZ