Henry Purcell (Westminster, circa 1659 – Londen, 21 november 1695) was een Engelse componist van barokmuziek, wiens werk ook nu nog dikwijls wordt uitgevoerd en opgenomen. Zijn werk behoort tot het belangrijkste barokrepertoire. Hij was onder andere een leerling van de Engelse componist John Blow. Purcell schreef zowel kerkmuziek, toneelmuziek en instrumentale werken als liederen en (semi-opera’s). Henry was een zoon van hetzij Henry, hetzij Thomas Purcell, twee broers die beiden lid waren van de Chapel Royal, het koninklijk muziekensemble.
Purcell werd een populair componist van welkomstliederen voor vorstelijke personen en lofzangen (odes), waarvan de eerste, Welcome, Viceregent of the Mighty King, reeds in 1680 geschreven werd. Hij schreef in 1685 een kroningsode voor de kroning van Jacobus II, My Heart is Inditing, en bespeelde het orgel tijdens de kroning van Willem en Mary in 1689. Van Purcell zijn slechts vier korte orgelwerken bekend, de zogenaamde voluntaries. Hij schreef één doorgecomponeerde kameropera, Dido and Aeneas, alsmede vijf semi-opera’s, een term die door Roger North werd geïntroduceerd om te verwijzen naar een soort muziektheater waarin een compleet toneelstuk is verwerkt en die ook sterk beïnvloed is door de masque. Deze semi-opera’s zijn The Prophetess, or the History of Dioclesian, King Arthur, or the British Worthy, The Fairy-Queen, The Indian Queen en vermoedelijk The Tempest, or the Enchanted Isle.
Kort voor hij zelf overleed, schreef hij de aangrijpende muziek voor de rouwdienst van Koningin Mary (Funeral music for Queen Mary).
Queen Mary, de vrouw van William III, overleed in 1694, amper enkele maanden voor Purcell zelf. De muziek die Purcell voor haar begrafenis schreef omvat naast vier orkestrale nummers, die gekend staan onder de naam ‘Music for the Funeral of Queen Mary’, een zetting van de anthem ‘Thou knowest, Lord’. Deze tekst had Purcell ook al opgenomen in zijn driedelige ‘Funeral Sentences’, begrafenismuziek die hij op jonge leeftijd schreef. Purcell treft in deze werken de ideale emotionele toon: extreme dissonanten, ingetogen melodielijnen en sombere kleuren maken er pakkende meesterwerken van.