… djihad in Merkelland
Politiek asiel beschermt gewelddadige, gevechtsvaardige Tsjetsjenen
Van de 50.000 in Merkelland wonende Tsjetsjenen volgens de Grondwet 500 exemplaren “radicaal-islamitische” tijdbommen. De inmiddels ontslagen Hans-Georg Maaßen waarschuwde voor deze elite-eenheden van de djihad, tot hij persona non grata verklaard werd door Merkel.
In 2007 werd Ramsan Kadyrow met de hulp van het Kremlin premier van de republiek. Met zijn hulp kon Rusland het Tsjetsjeense terrorisme in de noordelijke Kaukasus beperken, betaalde miljarden roebels en verleende Kadyrow speciale volmachten, die hij niet aarzelt – dictatoriaal – te gebruiken. Talrijke Tsjetsjenen vluchtten, vroegen asiel aan in de EU – vooral in Merkelland “omwille van politieke redenen”.
Onder Kadyrow riepen islamitische “rebellen” het “Emiraat Kaukasus” uit, pleegden terreuraanslagen in Rusland, zweerden later I.S. trouw en volgzaamheid. Radicale moslims uit Tsjetsjenië vochten zij aan zij met I.S. in Syrië en Irak, met de Taliban in Afghanistan. De beide mannen die in 2013 een bomaanslag pleegden tijdens de Boston marathon waren Tsjetsjenen. De “Allahu Akbar” messentrekker in Parijs, die een voorbijganger doodde, is afkomstig uit de Noord-Kaukasus-republiek. Ook in Merkelland halen Tsjetsjenen steeds meer de krantentitels. Enkele I.S. terugkeerders stonden reeds voor een Duitse rechtbank.
De beste kenner der Tsjetsjenenclans in Merkelland was Maaßen. Hij heeft herhaaldelijk publiek gewaarschuwd voor het “hoog gevaarpotentieel”, dat uitgaat van de vechtervaren radicale moslims uit de Noord-Kaukasus. Zonder gevolg. De Tsjetsjenen bij onze oosterburen zijn in de fleur van hun leven: tussen 20 en 50 jaar. Minimum 500 van hen zou gevechtservaring hebben. Zij hebben goede contacten in de terreurnetwerken van I.S. en Al-Qaeda, waar ze tot de gevechtselite behoren. Naar buitenuit leven ze afgezonderd van de maatschappij, ideaal voor typische slaapcellen. Geografisch vindt men hen vooral in de regio Berlijn, Brandenburg en Nordrhein-Westfalen. In Brandenburg stamt de helft van de gevatte extreem-islamitische tijdbommen uit de Noord-Kaukasus.
Karakteristiek voor hen – bovenop hun extreme gewelddadige inzet – een clanstructuur, die een strikte grens trekt ten opzichte van andere afkomsten. Alhoewel Tsjetsjenen dus eerder daders dan als slachtoffers kunnen ingeschat worden, genieten xxx duizenden van hen politiek asiel (of worden geduld, zoals dat heet, als ze geen aanspraak kunnen maken op echt asiel). Velen van de asiel-erkende Tsjetsjenen staan op Russische opsporingslijsten wegens hun betrokkenheid bij terroristische activiteiten en ze door hun vlucht – richting asiel – wilden voorkomen zich te moeten verantwoorden voor de rechtbank.
In 2016 heeft Rusland 16 uitleveringsverzoeken wegens terrorismeverdenking aan Duitsland gesteld; dit op basis van het Europese uitleveringsverdrag van de EUropese Raad. Slechts op de helft werd ingegaan en dan slechts deze wegens drugs, geweld of diefstal (gemeen recht), waarmee radicale moslims in Europa meestal hun activiteiten financieren.
Maar als het om politieke vervolging gaat in het thuisland, ook als de betrokkene in Duitsland een bewezen crimineel is, dan gaat Duitsland op de rem staan. Die lieverdjes houden ze liever zelf. Tot vreugde van de plaatselijke bevolking. Immers: de persoonlijke beschermingsrechten van buitenlandse geweldenaars zijn groter dan de rechten van gemeenschap, ook als deze daardoor in gevaar gebracht wordt.
Hans-Georg Maaßen wist dit en was zo vermetel ervoor te waarschuwen. U kent de gevolgen van zijn “Zivil Courage”. (…)
De problemen met asiel-Tsjetsjenen beperken zich niet tot Duitsland. Ook in Oostenrijk maakt men zich zorgen over het toenemend aantal criminele Tsjetsjenenbendes. (…)
Polen houdt zijn grenzen goed in de gaten. Tsjetsjenen zijn niet welkom. (…)
De voormalige importsecretaris gaf 5 Tsjetsjeense homo’s een “humanitair visum”. Hoe ze hun seksuele voorkeur – en het daarmee verbonden gevaar voor lijf en leden – moesten bewijzen is ons niet bekend. Naar verluidt is ons progressief land bij de eersten (na Litouwen) om humanitaire visa te verstrekken aan deze vervolgde minderheidsgroep.