Grieken en geld: onmogelijke symbiose?

Griekenland krijgt het stilaan aan de stok met alle lidstaten die deel uitmaken van de EU(rozone).    Een sterkere band willen opdringen door een gemeenschappelijke munt werkt niet altijd. De stuiptrekkingen van de Griekse economie en de daarbij verbonden bedreiging voor de EMU (Europese Monetaire Unie) zijn nochtans niet eenmalig.

Monetaire unies bestaan ongeveer zo lang als er geld in omloop is.  Binnen een tijdperk van 2.5 millennia werden verschillende variaties ontworpen, waarvan slechts weinigen een lang leven beschoren waren.  Wat meteen verklaart waarom ze in de vergetelheid geraakt zijn.

Ook bij vorige gelegenheden speelde Griekenland een centrale rol – soms positief, dikwijls negatief.  En de geschiedenis herhaalt zich want de huidige eenheidsmunt is niet de eerste Europese poging,  waarvan Groot-Brittanië erin slaagde zich afzijdig te houden.  De Europese geschiedenis is gebouwd op de ruïnes van vorige pogingen.

De meest recente voorganger van de EMU was de Latijnse Muntunie in de 19de eeuw, een poging om de verschillende Europese munten onder één noemer te brengen in een periode waarbij de meeste munten nog in goud of zilver geslagen werden.

We schrijven augustus 1866 met de stichtende leden Frankrijk, Italië, Zwitserland en het land b.  Zij spraken af dat hun nationale valuta zouden gestandaardiseerd worden en onderling als betaalmiddel zouden fungeren.  Er werd geen gemeenschappelijke munt gecreëerd, maar de wisselkoers van de lidstaten werden met een vaste koers aan elkaar verbonden.   Twee jaar later kwamen Spanje en Griekenland erbij en in 1889 volgde een uitbreiding met Roemenië, Bulgarije, Servië en San Marino.  De Latijnse Muntunie hield de facto op te bestaan bij het begin van WOI.  Het duurde tot 1927 eer er formeel een einde werd gemaakt aan de muntakkoorden.

Men begon de onderhandelingen voor deze muntunie in 1865.  Initieel zat Groot-Brittanië mee aan de onderhandelingstafel.  Twee voorstellen werden gedaan, waardoor Groot-Brittanië het niet meer zag zitten: het goudgehalte van de sovereign moest dalen om 1 pond sterling exact dezelfde waarde te geven als 25 Franse frank.  De tweede hinderpaal was dat Groot-Brittannië moest overschakelen op een decimaal stelsel, met daaraan verbonden de opgave van shillings en pence.    Voor de Britten niet aanvaardbaar en zij trokken zich terug.  Zoals zij ook deden in 1999 bij de creatie van de euro.   Evenmin was Groot-Brittanië geïnteresseerd in een groter plan dat de Fransen lanceerden in 1867 – een universele munteenheid – gebaseerd op gelijkwaardige gouden munten geslagen door Frankrijk, Groot-Brittanië en de VSA.

In 2001 trad Griekenland toe tot de EMU.  Met vervalste cijfers, wat vriend en vijand intussen zelfs niet meer vernoemen.
Sinds de erkenning van de Griekse onafhankelijkheid in 1832 werd het land geplaagd met herhaaldelijke financiële crisissen.  Als Geert Noels Griekenland nu een ‘failed state’ noemt, dan valt hij in herhaling.  Het land werd gedurende verschillende langere periodes van de internationale kapitaalmarkt afgesneden.

Terwijl het land één der vroegste deelnemers was van de Latijnse Muntunie werd snel duidelijk dat het Griekse lidmaatschap eerder een zorg dan een verrijking was.  De chronisch zwakke economie leidde tot het verminderen van het percentage goud in de legering van hun munten.  Van een gelijke waarde tussen de leden van de Muntunie kon geen sprake meer zijn.  Een akkoord dat niet meer waard was dan het stof op de Acropolis.

In 1908 werden Griekenland wegens het onverantwoordelijk en onaanvaardbaar gedrag formeel uit de Latijnse Muntunie gestoten.  Daarop kon er een verbetering in het Griekse huishouden genoteerd worden en zij werden twee jaar later weer opgenomen.  Tegen die tijd toonde heel de constructie serieuze barsten en werd de toekomst onvoorspelbaar.  WOI gaf de genadeslag.

De Latijnse Muntunie was niet de enige poging in Europa in de 19de eeuw.  Een Duitse Muntunie werd opgericht in 1857, die de verschillende valuta’s in de vele Duitse staatjes moest vervangen.  Het bleek een succes en overleefde tot de Duitse eenmaking in 1870, waarbij een politieke unie aansloot op de financiële wat uiteindelijk leidde tot de Mark.

Minder succesrijk was de Scandinaafse Muntunie tussen Denemarken en Zweden in 1873, vervolledigd met Noorwegen in 1875.  Deze had dezelfde doelstellingen als de Latijnse Muntunie, maar moest uiteindelijk bij het begin van WOI ook het loodje leggen om formeel afgesloten te worden in 1924.

Sinds de munt als betaalmiddel ingevoerd werd, werden er monetaire verdragen gesloten.  De pioniers waren…  de Grieken.  400 jaar V.C. sloten 7 Griekse staten in Klein-Azië een akkoord en gaven een munt uit die zijn schaduw vooruit wierp op de latere Europese muntunies.  Op de voorkant Heracles, die een slang wurgt, en de drie eerste letters van het Griekse woord voor ‘alliantie’.  Op de achterkant kon elke staat zijn eigen afbeelding vrij kiezen.  Al deze munten hadden hetzelfde gewicht en vormden een gemeenschappelijke munteenheid, het tastbaar bewijs van de economische alliantie der 7 lidstaten.
Niemand weet juist waarom deze vroege poging tot een monetaire unie instortte, maar 200 jaar later volgde een nieuwe poging door de oude Grieken, met de Achaeïsche Bond, een alliantie van regio’s en stadstaten, verspreid over heel de oppervlakte van de Peloponnesos.

Ook hier had de munt een gemeenschappelijke voorzijde, het hoofd van Zeus, en een door de geallieerde deelnemer vrij te bepalen afbeelding  op de achterkant.
Volgens de geschiedkundige Polybios hadden de Grieken “niet alleen een bevriende alliantie en samenleving gevormd maar ook gemeenschappelijke wetten, gewichten, maten en munten en dezelfde overheden en rechtbanken.”

Een niveau waarvan de meest fanatieke eurocraat vandaag slechts kan van dromen.  Deze Achaeïsche Bond bestond meer dan eeuw, iets wat in de 19de eeuw niet scheen te lukken.  Quod 21ste eeuw?   Het uiteenvallen in 146 V.C. werd niet veroorzaakt door interne onenigheden maar wel door de overwinning van de Romeinen in de Slag van Korinthië.

Het oude Griekenland: de wieg van de democratie, van de beschaving, van schoonheid en kunst in Europa.  Zelfs van een muntunie.

Het moderne Griekenland: een bedreiging en gevaar voor elke monetaire unie dat het bijgetreden is.

Waarmee we bij het uitgangspunt gekomen zijn: Grieken en geld, onmogelijke symbiose?

FT

3 gedachten over “Grieken en geld: onmogelijke symbiose?

  1. ‘Looking back at the accession of Greece to the European Community during the second enlargement of January 1981, and to the euro in August 2005, one cannot fail to be struck by the blindness of European leaders’
    i24news

  2. Een bruggetje met tekst over de achtergronden van de financiële crisis, de rol van de FED, de rol van de “leugenpers” en de gevolgen van de Grexit.
    http://kingworldnews.com/the-truth-about-the-ban-on-cash-big-brother-and-what-has-western-central-planners-terrified/
    Met de “western central planners” bedoelt men in feite de banksters mafia’s van Wallstreet en The City.(=de werkelijke machten!!)
    Deze crisis wordt dan ook aangegrepen om “big brother” verder uit te breiden, en dit in alle domeinen van de maatschappij.
    Of een schoolvoorbeeld van een “problem-reaction -solution”.
    Na Cyprus, is Griekenland nu aan de beurt om gebruikt te worden in de oorlog tegen het contant geld, dat uiteindelijk dan moet leiden naar een volledig elektronisch betalingsverkeer met negatieve interestvoeten,financiële repressie, belasting op spaargelden.. bail-in’s… enz.. en dit om de spaarder te kunnen bestelen in naam van de “solidariteit”.

  3. Ons wordt verzekerd dat de situatie met Griekenland geen uitwerking zal hebben op onze spaargelden.
    Toch even in herinnering brengen aan de zo knappe koppen die met ons geld jongleren : wie in 1913, 20.000 Reichsmark op zijn spaarrekening had, kon daar een huizenblok mee kopen. Wie in 1923 nog steeds die 20.000 Reichsmark op zijn spaarboekje had staan, kon daar niet eens meer een brood mee kopen.

Reacties zijn gesloten.