De “homo sapiens sapiens” is genetisch gezien dezelfde gebleven van vóór de biologische evolutie sinds de neolithische periode. Echter, de culturele evolutie die hij ondergaan heeft en de door hem gevormde wereldwijde omgeving, het natuurlijke en het gecultiveerde landschap, zijn enorm veranderd. In het dagelijks leven van gewone mensen is in de 10.000 jaren van het neolithicum tot de jaren vijftig van de 20e eeuw minder veranderd dan in de daarop volgende decennia, vooral wat voeding, huisvesting en het dagelijks beroepsleven betreft.
Sinds het begin van de industrialisering in de 18e en 19e eeuw draait het rad van de technologische ontwikkeling steeds sneller. En de elektronische revolutie, de digitalisering, die de afgelopen drie of vier decennia heeft plaats had, heeft onvoorstelbare mogelijkheden voor de mensheid geopend.
En dit culmineert momenteel in de zgn. “kunstmatige intelligentie” (AI = artificial intelligence), die ons door middel van algoritmen en zeer gecompliceerde computerprocessen confronteert met de vraag of de mens nog steeds superieur is aan machines of dat ze al geruime tijd een bedreiging vormen voor diens zelfbeschikking.
Tijdens de voorbije decennia hebben de verschillende elektronische assistentiesystemen, zoals de mobiele telefoon, mensen veel werk bespaard. Een smartphone is tegenwoordig een kleine computer en een hulpmiddel voor taken waarvoor vroeger een kantoor met een secretariaat nodig was. Zelfs tijdens een korte autorit kan je nu met je smartphone werkprocessen beheren, contacten leggen, onderhandelingen voeren en projecten ontwikkelen waar er vroeger een aantal medewerkers met een wekenlange inzet van hele kantoorbezettingen voor nodig waren. En tegelijkertijd heeft dit hulpmiddel, deze smartphone, de intellectuele prestaties van zijn gebruiker weggenomen en zelfs tot op een bepaald niveau vernietigd. Een voorbeeld hiervan is dat ieder van ons vroeger tientallen, zo niet honderden, telefoonnummers van vrienden, familieleden en collega’s in zijn hoofd had, terwijl we nu vertrouwen op de gegevensopslag van onze mobiele telefoons. En waar je vroeger zonder grote problemen door heel Europa, zo niet wereldwijd, navigeerde met behulp van een kaart, is tegenwoordig iedere reiziger in de auto afhankelijk van zijn gps, en weet hij in veel gevallen nauwelijks waar hij eigenlijk is.
Kunstmatige intelligentie, in zijn verschillende vormen, is naar verluidt in staat om veel complexere intellectuele prestaties, die in het verleden voorbehouden waren aan mensen, te leveren. Verhandelingen kunnen worden geschreven, schilderijen gemaakt en muziekstukken kunnen worden gecomponeerd. Het is zogenaamd mogelijk om academische thesissen en uiterst ingewikkelde berekeningen te laten maken. En ja, het is zelfs mogelijk dat dergelijke kunstmatige intelligentie ook ingezet kan worden gebruikt om vèrdragende politieke beslissingen te nemen zonder dat de betrokkenen daar nog invloed op kunnen uitoefenen.
Het lijkt dus niet zomaar een dystopie om de vraag op te werpen of wereldheerschappij in de toekomst niet tot deze kunstmatige intelligentie zal behoren. De mens, met zijn kwetsbaarheid en onvolkomenheden, met zijn onvolledige kennis en onvoorspelbare emoties, zouden volgens de voorstanders van deze theorie simpelweg minderwaardig zijn in vergelijking met kunstmatige intelligentie.
Het énige dat pleit voor de superioriteit van de mens t.o.v. de hoogst ontwikkelde digitale machine-intelligentie en dat hij uiteindelijk ook controle over een machine zal behouden, is zijn gevoel, zijn emoties “de opvoeding van het hart”, zijn humor, zijn streven naar kennis en zijn geestelijke oriëntatie, de vraag naar de zin van het leven en de zoektocht naar God. De voorwaarde hiervoor is echter dat de persoon, of in ieder geval degenen die zoiets als een intellectueel aanspraak maken, daadwerkelijk streven naar onderwijs. Onderwijs in alomvattende zin, dat zich niet tevreden stelt met louter feitelijke kennis, maar zoekt naar contexten, achtergronden en de diepere essentie van fenomenen en ontwikkelingen.
Maar ook onderwijs dat het bij uitstek menselijke, zoals genegenheid, liefde, begrip en mededogen omvat. Allemaal emoties waar een machine nooit toe in staat zal zijn.
Kunstmatige intelligentie kan Goethe’s ‘Erlkönig‘ woord voor woord reciteren, maar het is meer dan twijfelachtig of het in staat is zich in te leven in de gevoelens van een vader voor zijn stervende kind. Volgens de compositieleer kan kunstmatige intelligentie ook geluiden zo aan elkaar te rijgen dat er daadwerkelijk een muziekstuk ontstaat. Het is echter even twijfelachtig of ze in staat is om Schillers “Ode an die Freude” op muziek te zetten zoals Ludwig van Beethoven deed en of ze in staat is om met haar toonzetting de gevoelens op te wekken die we hebben bij het beluisteren van deze Beethoven-compositie.
Dit vereist echter ook een educatieve canon die voldoet aan de eisen van een humanistische opvoeding, een opvoeding van het hart in de beste zin van het woord en de culturele identiteit van het betreffende culturele gebied. Met de al te uitgesproken rages van de afgelopen decennia, die deze canon van het onderwijs, zoals die zich in het Duitstalige Midden-Europa in de loop van generaties heeft ontwikkeld, grotendeels hebben vernietigd, zal deze aanspraak niet worden bereikt. ‘Cancel culture’ en ‘wokeness’ zijn bijvoorbeeld politiek correcte fenomenen die fundamenteel in tegenspraak zijn met het westerse streven naar kennis, transcendentie en onze traditionele canon van onderwijs. Het zal veeleer het streven zijn, ontstaan uit de tradities van de Griekse filosofie, het Romeinse recht, het Germaanse streven naar vrijheid, de christelijke theologie, het humanisme, de Verlichting en het Duitse idealisme dat de basis en dimensie van een dergelijke opleiding vormt.
Vertaling: redactie Golfbrekers
Gebildete Menschen oder intelligente Maschinen | Auf gut Deutsch! (wordpress.com)
Elon Musk maakt de vergelijking met de aanleg van een straat met de inzet van bulldozers. Daar bevindt zich echter een mierenhoop…. De rest van het verhaal kan u zich wel indenken…
Al lang tot de bevinding gekomen dat we afsteven op een scenario waar men niets anders dan een nummer. We worden als mens, wezen geklasseerd in een notitieboekje waar in we niets meer te zeggen hebben maar moeten ondergaan. De film de Apenplaneet in vroegere tijden is misschien een wake up call van wat ons te wachten staat maar vervang dan de apen door AI. We zijn in een straatje zonder einde b eland. De AI zal ons niet redden maar verder vorderen in een stadium waar we niet meer kunnen denken, handelen kortom niet meer een menselijk wezen zijn die zelf beslissingen neemt, heroische daden stelt, medemensen ondersteunt kortom ons hart laat spreken. Als we dit alles verliezen dan wacht ons de zelfdestructie. Laat de reden toch domineren want dit is de enige boodschap die ons kan redden van desolaat bestaan.
Het is al veel te laat. Succes