Giovanni Battista Pergolesi – Vioolconcert nr.22 in A mineur

klassische-musikGiovanni Battista Pergolesi (Jesi, 4 januari 1710 – Pozzouli, 16 maart 1736) was een Italiaans componist, violist en organist. Hij was de derde zoon van schoenmaker Francesco Draghi. Deze verhuisde in 1635 van Pergola naar Jesi en Giovanni Battista was de eerste die de achternaam Pergolesi kreeg (als samentrekking van beide steden).

Pergolesi studeerde in zijn geboorteplaats muziek bij Francesco Santini voordat hij in 1725 naar Napels trok om daar onder andere bij Gaetano Greco te studeren. Hij werkte vooral aan de Napolitaanse hoven.

Pergolesi was een van de belangrijkste vroege componisten van opera buffa (komische opera). Zijn opera seria Il prigioner superbo omvatte de populaire buffa-tweeakter intermezzo, La Serva Padrona (1733). Toen het stuk in 1752 werd opgevoerd in Parijs, vormde het de aanleiding voor de zogenaamde guerelle des bouffons (ruzie van de komieken) tussen aanhangers van de serieuze Franse opera van componisten als Jean-Baptiste Lully en Jean-Philippe Rameau en aanhangers van nieuwe Italiaanse komische opera. Pergolesi diende als voorbeeld voor de laatste stijl tijdens deze ruzie die de muziekgemeenschap van Parijs twee jaar lang verdeeld hield.

Pergolesi schreef ook veel kerkmuziek, waaronder een mis in F. Het is echter zijn Stabat Mater (1736), voor (mannen)sopraan, alt (contratenor) en orkest, dat de meeste bekendheid geniet. Het werk is in opdracht geschreven ter vervanging van het Stabat Mater van Alessandro Scarlatti dat tot dan toe elke Goede Vrijdag in Napels was opgevoerd. Het werk bleef populair, werd het meest gedrukte werk van de achttiende eeuw, en werd bewerkt door verschillende andere componisten, onder wie Johann Sebastian Bach, die het gebruikte als basis voor zijn motet Tilge, Höchster, meine Sünden, BWV 1083.

Jesi

Pergolesi schreef een aantal seculiere instrumentale werken, waaronder een vioolsonate en een vioolconcert.

Pergolesi stierf op 26-jarige leeftijd aan tuberculose.