We volgen Gerda aan de hand van ontvangen berichtjes.
wo 25/09/2013 19:00
Dag 20 zoals verwacht was er in Xigaze niet zoveel authentieks te beleven. We hebben met een aantal mensen van de groep zoals zovele pelgrims de acht km wandeling gemaakt o.a. langs de enorme thanka-muur en genoten van het prachtige uitzicht op de hoogte van 3.900m. Daarna nog langs de plaatselijke markt gelopen waar de geslachte schapen en ander vlees,groenten en textiel te wachten liggen op kopers.
Dag 21 genoten van het landschap, van de boeren die het koren aan het afdoen zijn en in bussels binden, en iets dat me al dikwijls opgevallen was, op al die piepkleine woningen in die godvergeten dorpen hangt een Chinese vlag (een vlag uitgedeeld door de Chinese overheid met de verplichting die aan de gevel op te hangen), ik weet niet of de Tibetanen dit uit vrije wil zouden doen en volgens mij is dit louter Chinese intimidatie.
We reden nog over de bergpas Tso-La (4.550 m) en kwamen zo in het prachtig gelegen dorp Skya terecht.
Hier bevindt zich het Sakya-klooster dat meer op een fort lijkt en is tijdens de Culturele Revolutie gespaard gebleven van vernietiging. Dit merk je dat dit een zeer oud authentiek klooster is, met een unieke bibliotheek en prachtig bewaarde wandschilderingen.
Daarna nog geklommen naar de stupa’s om ons wat de hoogte betreft voor te bereiden op de dag van morgen.
Dag 22 we zijn heel vroeg vertrokken voor een lange maar onvergetelijke trip naar het klooster van Rongbuk.
In 20km klommen we 1.000m met duizelingwekkende haarspeldbochten en kwamen we op de 5.220m hoge Gyatso-La. Vanaf dan zagen we de hoogste bergtoppen van de wereld. Dit is onbeschrijfelijk mooi en met de zon en blauwe lucht (hetgeen we reeds de ganse maand hebben) kan ik enkel zeggen dat we met dit heldere weer ontzettend geluk hebben gehad. Uiteindelijk bereikten we het Qomolangma Nature Preserve, het park waarin de Mount Everest ligt.
Je moet er wat voor over hebben om deze gigant te kunnen zien, een rit van 102 km door dit park op een onverharde weg vol putten waar we toch zo’n vijf uur hebben over gedaan, vrij vermoeiend maar de beloning was groot, bergreuzen als de Lhotse, Makalu en Cho Oyu en natuurlijk de Mount Everest (Qomolangma) in al hun grootsheid lagen daar te schitteren in de zon met op momenten zo goed als geen wolken, wat kan een mens op zo’n moment nog meer verlangen, dit is zo’n overweldigend gevoel.
We zijn dan vanuit Rongbuk nog even op een busje gestapt om daarna de laatste 4km te stappen naar het basiskamp van de Mount Everest. Ook al.scheen de zon, hier was het toch bitterkoud en een strakke wind en de hoogte van 5.200m is zeker niet te onderschatten als je die klim onderneemt.
Aan het basiskamp heb ik mijn gebedsvlaggetjes opgehangen zoals gebruikelijk is met een boodschap er op en geluk toegewenst aan al degene die me dierbaar zijn.
De overnachting in Rongbuk was een uitdaging op zich, heel primitief, geen wasgelegenheid, enkel een kraantje aan de WC (hiervoor moest je eerst een gans plein oversteken en een vuil gangetje door, als je dan weet dat het licht enkel aangestoken werd om19u en uitging om 22.30u en terug aangestoken werd om 6.30u dan kun je je voorstellen hoe je ‘s nachts in de vrieskoude naar het toilet moest gaan. De enige troost was een thermos met warm water dat we kregen en konden gebruiken om thee of koffie te maken en/of ons toch een beetje te wassen. Maar de natuur en het zicht op de bergen maakten alles goed, en de hoogteziekte bleef ons allemaal bespaard, zelfs op deze hoogte heb ik geen hoofdpijn gehad.
Dag 23 Nog een laatste blik bij zonsopgang op de Mount Everest en daarna begon de hobbelige en stoffige weg terug van 102km door het natuurreservaat en daarna de Friendship Highway op.
De weg naar Zhang Mu (de grensplaats met Nepal) was weer zo mooi, ik had ogen te kort om alles in me op te nemen, mooie vlaktes met talloze ruines, daarna de La Lung-La (5.124m) en daarna de Tong-La (5.120m). Dit zijn de laatste bergen die we te zien krijgen van het Tibetaanse plateau.
Als we Zhang Mu naderen verandert de natuur volledig, het ruige soms woestijnachtige landschap verandert in een groen subtropisch klimaat met indrukwekkende watervallen, ruige rotswanden maar een weelderige begroeiing.
Zhang Mu binnenrijden is onbeschrijfelijk, dit is net het Wilde Westen, dit is een lange straat van een 8tal km, maar langs een kant staan ellenlange rijen wachtende camions om de grens over te steken, resultaat is dat er nog maar een auto door kan, zo smal is het en als er een tegenligger komt moesten ofwel onze bus ofwel.de tegenligger achteruit tot ze her of der een gaatje vonden om uit te zwenken en de andere door te laten.
Uiteindelijk heeft de politie moeten ingrijpen en de tegenliggers tijdelijk tegen gehouden anders denk ik,dat we nooit aan het hotel,geraakt zouden zijn. Hier enkel.overnacht en morgen steken we de grens over richting Kathmandu, Nepal.
Groetjes,
Gerda