Vlaamse strijd is democratische strijd
België werd in 1830 gesticht als een eentalig Franstalig land. De meerderheid van de bevolking sprak echter Nederlands, maar dat vond men geen probleem. Immers, door het cijnskiesrecht waren er maar 41.000 stemgerechtigden. Democratische rechten waren een privilege voor de Franstalige elite. Niet het volk, maar wel de elite had de macht in België. Die macht wilden ze ook niet zonder slag of stoot afgeven. Na een lange en zelfs bloedige strijd kregen eerst mannen (1919) en later ook vrouwen (1948) gelijk stemrecht. Daardoor verschoof de politieke macht van de (Franstalige) elite naar het (Vlaamse) volk. In een democratie speelt immers de macht van het getal. De Vlaamse strijd is dan ook inherent een democratische strijd.
Federalisme om Vlaamse macht te breken
Bovendien ontwikkelde Vlaanderen zich na WO II economisch in snel tempo. Vlaanderen werd niet alleen politiek, maar ook economisch en financieel het zwaartepunt in België. Franstaligen eisten dan ook federalisme, uit schrik voor Vlaamse overheersing via het unitaire België. Zij vonden partners in de Volksunie die, conform de Baert-doctrine, Vlaams zelfbestuur stap voor stap via staatshervormingen wilde realiseren. Vlaanderen betaalde voor daar niet alleen een financiële prijs voor, maar bovenal een politieke. Immers, in het unitaire België hadden de Vlamingen de democratische meerderheid. Maar in het Federale België werd die Vlaamse meerderheid gebroken door allerhande pariteiten, alarmbellen, en grendelwetten. De Vlamingen zijn democratisch, financieel en economisch veruit in de meerderheid, maar dat vertaalt zich in België niet in de politieke macht om zijn lot in eigen handen te nemen. Integendeel, Vlaanderen wordt in een tegennatuurlijke minderheidspositie geplaatst gedraagt zich ook als een minderheid. De manier waarop Jan Jambon gehoorzaam in het overlegcomité tijdens de coronacrisis stond, is illustratief. Maar nog fundamenteler, ondergaat Vlaanderen gehoorzaam en gedwee de jaarlijkse miljardentransfers naar Wallonië. Het Belgisch systeem is er dus van bij het ontstaan op gericht tegen de Vlaamse meerderheid en de belangen van de Vlamingen te besturen.
Ontstaan Nieuw-Vlaamse Alliantie
De Volksunie werkte mee aan verschillende staatshervormingen. De Vlamingen betaalden daar telkens een politieke en financiële prijs voor. In 2001 stelde toenmalig Guy Verhofstadt zijn vijfde staatshervorming voor. Het partijbestuur van Volksunie keurde dit Lambermontakkoord goed, maar partijvoorzitter Geert Bourgeois niet. Hij beoordeelde dit als een slecht akkoord waarbij de Vlamingen te veel moesten betalen om te weinig bevoegdheden terug te krijgen. ‘Maxi-geld voor mini-bevoegdheden’ was de analyse. Vlaanderen had zich laten rollen, en kreeg pietluttige extra bevoegdheden terwijl de Franstaligen daar enorme financiële middelen voor in de plaats kregen. De Volksunie splitste en de N-VA werd opgericht. Deze N-VA stelde letterlijk in zijn beginselverklaring het einddoel: ‘de Nieuw-Vlaamse Alliantie kiest voor een onafhankelijk Vlaanderen’. Dat was volgens de N-VA ‘nodig om tot meer democratie en goed bestuur te komen’. De prioriteiten waren voor N-VA ‘fiscale autonomie en eigen bevoegdheid naar arbeidsmarkt, inkomensbeleid en sociale zekerheid toe.’ Dat wil de N-VA ‘stapsgewijs realiseren’ en definieert haar rol hierin ‘in dat proces het voortouw nemen’.
Kracht van verandering
In 2024 zal Bart De Wever twintig jaar voorzitter zijn waarvan vijftien jaar veruit de grootste partij in Vlaanderen. De machtigste politicus van zijn generatie wordt hij vaak omschreven, alsook wordt hij de kwaliteiten van briljant strateeg toegedicht. Noch in 2007, noch in 2010, noch in 2014, noch in 2019 slaagde De Wever ondanks al die electorale monsterscores er in ook maar iets van die beginselverklaring te realiseren. In tegenstelling tot de Volksunie die met moeite de helft van de stemmen van N-VA haalde, werd geen enkele stap gezet in de staatshervorming. Dat komt omdat ze er zelf voor kozen. Op het toppunt van zijn macht haalde N-VA 33% in 2014. Wat volgde was de communautaire diepvries. Meer Vlaanderen was plots niet meer nodig. Fiscale autonomie en eigen sociale zekerheid waren geen prioriteiten meer. Als de N-VA bestuurde, dan werkte België prima beweerden ze. De kracht van verandering werkt. De N-VA veranderde België niet, België veranderde de N-VA.
Drievoudige strategische nederlaag voor Vlaanderen
Het ontstaan van N-VA en VB is erg gelijkaardig. Beide partijen ontstonden uit de Volksunie. Beide partijen stellen in hun beginselverklaring voor een onafhankelijke Vlaamse staat te gaan. Beide partijen ontstonden als reactie op een slechte staatshervorming (Egmontpact 1977, Lambertmont 2001). Beide partijen vinden hun oorsprong in het klassiek conflict tussen maximalistische versus minimalistische ambitie die zich wel binnen eenzelfde politieke agenda van Vlaamse zelfstandigheid plaatst. Decennialang betekende meer Vlaanderen dan ook beter Vlaanderen, enkel in de methode waarop verschilde men van mening.
Daarvan nam de N-VA in 2014 afstand door de communautaire diepvries. België was niet langer het kernprobleem, beweerden ze. De socialisten van de PS waren dat wel. En die bestuurden niet meer, dus dat was een staatshervorming op zich, beweerden ze. Dat betekende een drievoudige strategische nederlaag voor Vlaanderen. Ten eerste moest de N-VA de Vlamingen ervan overtuigen dat België prima werkte omdat zij bestuurden. Vlaamse onafhankelijkheid werd zo onnodig. Ten tweede moest de N-VA de Vlamingen ervan overtuigen dat er geen andere optie is, dat wij zelfs met 33% voor hun N-VA totaal machteloos zijn om een staatshervorming af te dwingen. Vlaamse onafhankelijkheid werd zo onmogelijk. Ten derde, en meest perfide, moest de N-VA elke Vlaams-nationale ambitie als de totale ‘Catalaanse’ chaos, afgrond en ondergang wegzetten. Vlaamse onafhankelijkheid werd zo onwenselijk. De N-VA moest dat natuurlijk niet doen. Maar ze deed het wel. Omdat anders iedereen zou door hebben dat voorzitter De Wever geen strategie heeft en zijn politieke concurrenten van Vlaams Belang wel. Partijbelang primeert voor N-VA op landsbelang.
Is de N-VA nog wel een Vlaams-nationale partij?
Jan Jambon schreef in 1994 samen met huidig N-VA Kamerfractieleider Peter De Roover een boek voor een onafhankelijk Vlaanderen. Daarin schrijven ze: ‘Vlaamse onafhankelijkheid is louter een zaak van willen. En dan kan niemand ons tegenhouden’. Op het communautair congres van Vlaams Belang stelden we recent een concreet stappenplan voor naar Vlaamse onafhankelijkheid. Na de verkiezingen verklaart de Vlaamse meerderheid zich soeverein. Dat is het startpunt van onderhandelingen over de georganiseerde opdeling van België. Dat mondt uit in een onafhankelijkheidsverklaring met een Vlaamse grondwet. Net zoals Tsjechoslovakije ordevol en conform internationaal recht ophield te bestaan. Reactie van diezelfde Jan Jambon in 2023: ‘zonder draagvlak bij de bevolking is dat een politiek avontuur.’
Van waar haalt Jambon het eigenlijk dat er geen draagvlak bestaat voor Vlaamse onafhankelijkheid? Toen hij zijn boek schreef in 1994 haalden VB en Volksunie amper 20%. Nu scoren VB en N-VA tegen de 50%. Nooit stemden meer Vlamingen op Vlaams-nationale partijen. Het Belgisch wanbeleid is ondertussen totaal. Het misprijzen voor onze democratie is met Vivaldi compleet. De Franstaligen zitten in acute geldnood. België dreigt Vlaanderen mee in de financiële afgrond te sleuren. Het momentum is daar om eindelijk onze vrijheid te nemen. Maar N-VA heeft de onnodigheid, onmogelijkheid en onwenselijkheid van Vlaamse onafhankelijkheid ondertussen al zodanig geïnternaliseerd dat ze steeds openlijker afscheid nemen van hun eigen beginselverklaring en reden van bestaan. Is de N-VA eigenlijk wel nog een Vlaams-nationale partij? Gaat de N-VA eigenlijk nog wel voor iets anders dan het eeuwig besturen waarop zelfs de CVP afgunstig zou zijn?
Geloofwaardigheid in de politiek
Volgens de theorie van het issue ownership identificeren kiezers partijen met het eigenaarschap op bepaalde politieke thema’s. Is dat een belangrijk thema bij verkiezingen, dan stijgt de kans dat die partij zal winnen. Bijvoorbeeld, het brede electoraat identificeert klimaatbeleid het meest met Groen. Dat vergroot de kans dat die partij wint als de verkiezingen over klimaat gaan. Maar nog veel belangrijker, wat gebeurt er als klimaat een belangrijk thema is bij verkiezingen, de Groene partij daar effectief mee wint, maar er vervolgens van klimaatbeleid geen spoor is in de regering waarvan ze deel uitmaken? Zelfs niet-kiezers van Groen, of rabiate anti-Groen-kiezers zouden die partij als compleet onbetrouwbaar evalueren. De kiezer verwacht immers dat dat de kernboodschap van een politieke partij is waarvoor ze gaan en staan. Als ze dat niet doen, dan wordt die partij compleet onbetrouwbaar. Ze geloven immers zelf niet in wat ze zeggen. Zelfs als je het met die partij eens bent, stem je er toch niet meer op. Dat overkomt CD&V gestaag sinds ze rond abortus geen regering over hadden. Dat overkomt VLD sinds ze in elke regering de voorbije 25 jaar enkel maar meer belastingen en schuldenputten opleverden. Exact datzelfde lot staat de N-VA onvermijdelijk te wachten met deze strategie. Mensen stemmen niet op partijen die niet eens zelf in hun kernboodschap geloven. Ze zijn fundamenteel ongeloofwaardig en onbetrouwbaar.
Laat de kracht van onze democratie los
De voorbije dertig jaar zijn verschillende politieke krachten in Vlaanderen steeds tot dezelfde conclusie gekomen. Of men het nu maximalistisch of minimalistisch ziet, een onafhankelijke Vlaamse staat of een confederale staatshervorming, iedereen botst op de realiteit dat België niet werkt en dat de uitweg ligt in Vlaamse zelfstandigheid. Op elk domein willen de Vlamingen en de Walen immers een andere richting uit. De Belgische status quo is geen neutrale keuze, maar wel een die onze welvaart en onze toekomst op het spel zet. We zakken steeds dieper weg in het financieel, economisch en sociaal moeras dat België vormt.
Verhofstadt, Leterme en De Wever, allen werden ze de voorbije dertig jaar de grootste door confederalisme aan de Vlamingen te beloven. Alle drie konden ze maar aan de macht komen door hun eigen politieke beloftes in te slikken en precies het omgekeerde te doen. Allen werden daarvoor logischerwijs ook electoraal afgestraft. Het confederale hervormingsmodel leidt nergens naar omdat het de spelregels van het Belgisch systeem aanvaardt. En in dat Belgisch systeem is gelijk welke Vlaamse ambitie onmogelijk omdat de Vlamingen daar in een tegennatuurlijke minderheidspositie geduwd worden en de Franstaligen in een meerderheidspositie belanden waar ze over alles veto’s hebben. Dat Belgisch systeem is er immers op gericht de Vlaamse macht te breken. Wie dat Belgisch spel meespeelt, is gedoemd om te verliezen. Dat Belgisch systeem is maar machtig door de bereidwillige medewerking van de Vlaamse politiek.
We moeten fundamenteel van strategie veranderen. Wij Vlamingen zijn het financieel, demografisch en economisch zwaartepunt in België. We moeten stoppen met ons als een minderheid te gedragen. We moeten vanuit een positie van kracht onze doelen nastreven. Dat kan door de kracht van onze democratie volledig los te laten. Dat kan maar door het cordon weg te stemmen en elke politicus af te straffen die dat in stand houdt. Een massale stem op Vlaams Belang is de electorale sloophamer om de kracht van onze democratie los te laten. Als de Vlaamse kiezer dat wil, besturen we dan Vlaams in Vlaanderen. België stort vanzelf in elkaar door een assertief Vlaams bestuur. Want dan buigen, knielen en bedelen de Vlamingen niet langer, maar nemen terug wat van ons is. Vlaams Belang is er klaar voor om onze vrijheid en onze toekomst in eigen handen te nemen. Als de Vlamingen het willen, is het in 2024 aan ons. En dan komen onze mensen eindelijk op de eerste plaats.
Tom Vandendriessche, Europees Parlementslid voor Vlaams Belang, I & D fractie, 18.6.23