In de jaren ’50, ’60 en ’70 had de openbare omroep VRT zowaar een volwaardig poëzieprogramma: ‘Poëzie in 625 lijnen’ (naar het aantal ‘lijnen’ waaruit een televisiebeeld toen was samengesteld). Daarin boog Hugo Claus zich in 1960 over de vraag ‘Wat is Poëzie?’, en legde minister van staat Théo Lefèvre in 1969 zijn favoriete gedichten voor aan Marnix Gijsen. Uit dit laatste programma komt het geluidsfragment dat jullie hier kunnen beluisteren.
De VRT (toen nog BRT) had in het kader van dit programma enkele toen bekende staatsmannen uitgenodigd om hun persoonlijke keuze van maximum de tien mooiste gedichten voor te stellen. Sommige van die politici hadden van poëzie helemaal geen kaas gegeten en zij trokken hun plan zoals bijvoorbeeld Willy De Clercq die zijn keuze waarschijnlijk had laten maken door een medewerker, er wat commentaar had laten bijschrijven en dan voor de rest vertrouwde op zijn welsprekendheid om het programma te vullen.
Maar er waren een paar uitschieters, mannen die er wél iets van kenden, belezen kerels die wisten waarover ze het hadden zoals Lode Craeybeckx en ook en vooral Theo Lefèvre. Je moet maar eens luisteren naar wat hij te vertellen heeft over het laatste gedicht in zijn reeks — het enige gedicht vervat in deze upload — het beroemde goedevrijdagsonnet van Jacobus Revius ‘Hy droegh onze smerten’. Uitermate interessant wat hij daar zegt over het Concilie van Trente. Lefèvres keuze bevatte stukken uit de Nederlandse, Franse, Amerikaans-Engelse en Duitse literatuur. Voor de Nederlandse poëzie koos hij gedichten van Guido Gezelle, JWF Werumeus Buning en de zeventiende-eeuwse calvinist Jacobus Revius (1586-1658). Het is dus die laatste die hier aan bod komt.
Lode Craeybeckx’ bijdrage postten wij al eerder op Golfbrekers.
Toen wisten politici nog wat cultuur was, nu kennen ze enkel GRAAICULTUUR. Op enkele uitzonderingen na.