Franz Liszt werd op 22 oktober 1811 in Hongarije (Raiding) geboren uit een Duits adellijk geslacht, omdat zijn vader rentmeester was bij de Hongaarse tak van de Esterhazy’s. Als reeds zeer vroeg zijn muzikale begaafdheid blijft, laat vader Liszt zijn job varen om de opleiding van zijn wonderkind van nabij te kunnen leiden. Het hele gezin verhuist naar Wenen, waar de jonge Franz (Ferenc in het Hongaars) met een studiebeurs van Hongaarse edelen les krijgt bij Czerny.
In 1823 trekken ze naar Parijs, maar Cherubini die een hekel had aan muzikale wonderkinderen, weigert hem aan het Conservatorium. Vandaar dat Liszt als pianist in feite autodidact is, terwijl hij compositielessen volgde bij Paër en Reicha.
Hij onderneemt een concertreis naar Engeland, en wordt door de voorspraak van Hongaarse adellijke families en door zijn natuurlijke ontvankelijkheid voor nieuwe indrukken, spoedig het lievelingskind van de Parijse salons.
Net als bij Chopin betekent het beluisteren van Paganini voor hem een nieuwe stimulans om zijn pianotechniek verder aan te scherpen. Andere figuren die hem diepgaand beïnvloeden zijn Meyerbeer, Bellini, Chopin en vooral Berlioz, uit wiens programmatische “Symphonie fantastique” hij de idee put voor symfonische gedichten als de meest typische uiting van de romantische orkestmuziek. In 1835 gaat hij een “vrij huwelijk” aan met gravin Marie d’Agout, die hem drie dochters schonk. Eén daarvan moeten we onthouden: Cosima, die eerst trouwde met de dirigent Hans von Bülow en daarna met Richard Wagner. In 1839 slaat de verhouding om in haat en Liszt is wat blij als hij tot buitengewoon hofkapelmeester benoemd wordt in Weimar. Van daaruit maakt hij propaganda voor de muziek van zijn geestelijke vader Berlioz en (echte) schoonzoon Wagner.
Tijdens een concertreis in Rusland leert hij vorstin Sayn-Wittgenstein kennen; wanneer na zeventien jaar aandringen de verbreking van haar eerste huwelijk definitief voor onmogelijk wordt verklaard (volgens het kerkelijk recht had ze moeten kunnen scheiden omdat ze als minderjarige tegen haar wil uitgehuwelijkt werd), gooit Liszt het roer om en vraagt in Rome de lagere wijdingen van de Rooms-Katholieke Kerk aan. Hij beperkt zijn concertreizen als bravoure-pianist tot een minimum, om zoveel mogelijk te componeren, en vertoont zich nog alleen in priestertoog. Ook in Weimar boterde het niet meer met zijn werkgevers en ondergeschikten, en hij trekt naar Rome. Vanaf 1875 wordt hij voorzitter van de landelijke muziekacademie (heet nu Ferenc Liszt-academie) in Boedapest, en verdeelt zijn jaren over Rome, Boedapest en Weimar.
Hij sterft op 31 juli 1886 in Bayreuth, waar hij Cosima te hulp gesneld was om het Festspielhaus boven water te houden na de dood van Wagner.
“Glücklich, wer mit den Verhältnissen zu brechen versteht, ehe sie ihn gebrochen haben.”
De Hongaarse rapsodie nr. 2 in cis-mineur S.244/2 is de tweede in een reeks van negentien Hongaarse rapsodieën door de Hongaarse componist Franz Liszt en is veruit de meest bekende van deze muziekstukken.
Het stuk was gecomponeerd in 1847 als een pianosolo en werd gepubliceerd in 1851. Een georkestreerde versie werd uitgewerkt door de componist in samenwerking met Franz Doppler. Een derde versie werd door Liszt in 1874 gecomponeerd waarin het stuk was herwerkt als duet voor quatre-mains.
Het stuk werd gespeeld als pianosolo door Mickey Mouse in de animatiefilm The Opry House uit 1929 en door Bugs Bunny in de Warner Brothers cartoon Rhapsody Rabbit. In de MGM kortfilm van William Hanna en Joseph Barbera met Tom en Jerry The Cat Concerto hoor je ook het stuk. De film werd de laureaat van de Oscar voor beste korte animatiefilm 1947. Het mediagebruik gaat verder in onder meer de muziekfilm My Dream Is Yours uit 1949. (Wikipedia)
https://youtu.be/uNi-_0kqpdE