“Ik zal niet zeggen dat ik me eenzaam en onbegrepen voel, maar ik merk steeds vaker dat mijn vroegere vanzelfsprekende identiteit in sommige kringen verdacht is geworden. Ik heb daar een stukje over geschreven voor het tijdschrift Streven, waarvan ik nog altijd redacteur ben. Zowat de helft van de redactie bestaat tegenwoordig uit woke sisters, zoals ik ze noem, jonge vrouwelijke filosofen zoals Martha Claeys, die me geregeld aanspreken op mijn in hun ogen politiek incorrecte woordgebruik.
In mijn stukje stel ik mijzelf voor als een oude witte cisgender ijsbeer op een steeds verder afbrokkelende ijsvlakte aan de Noordpool. Die beer weet zich geen raad meer, want terwijl de vacht van de jongere beren donkerder wordt, omdat ze zich aanpassen aan hun nieuwe omgeving waar geen sneeuw en ijs meer is, beschermt zijn witte schutskleur hem niet meer. Op zijn ijsschots drijft hij almaar verder weg, naar onbekende horizonten. Laten we maar hopen dat hij uiteindelijk niet in een dierentuin terechtkomt.”
Citaat uit “Oud, wit en cisman – hoe verdacht kan je zijn? De intellectuele odyssee van Ludo Abicht”, gepubliceerd in Knack 14.7.21.