Eigenlijk is heel het klank-en lichtmisbaksel dat zich Eurovision noemt tekenend voor deze tijd. Politiek-correct, bombastisch, opdringerig, misselijkmakend, intergeslachtelijk, decadent. We wilden er eigenlijk geen jota aan verspillen maar onderstaande beschouwing willen we u niet laten ontgaan. Of de Nederlandse bijdrage terecht geen punten kreeg? Geen idee. Het enigste lied dat we al eens tot het einde beluisterd hebben – de radio staat regelmatig op – is de inzending van dit onzalige land, gekleed door een zgn. topontwerper, met een bovenmaatse roze luierbroek en een rare witte hoed. Als dàt het imago van dit land moet voorstellen… laat maar… slechts enkelen worden – de laatste jaren – door onze redactie als normaal beschouwd. We zijn nl. niet mee met de huidige waanzin. We kunnen en willen niet. Voilà, hier volgt de analyse van
Sylvain Ephimenco – over de halve finale
Zero points
Het was natuurlijk een wreed dilemma dat zich rond 21 uur dinsdagavond ontspon en mij bij de keel greep: de eerste halve finale Eurovisiesongfestival of die andere van de Champions League tussen Real en City? Na lang peinzen liet ik mijn morbide nieuwsgierigheid spreken en opteerde voor de hoogmis van de wansmaak en Europese muziekdecadentie.
Niet om mezelf op een masochistische pijnbank te leggen, maar, zoals gezegd, uit ongezond voyeurisme. Net als de twee iljoenhonderdvierentwintigduizend kijkers in Nederland die later bleken te hebben gekeken, wilde ik niet de sensationele afgang van kandidaat nummer 14 missen, waarvan tot in de volgende eeuw gesproken zou worden. De vraag was dus: zouden Mia en Dion weer zo vals als twee kraaien uit een habitat vol stikstofdeposities gaan zingen dat een dag van nationale rouw afgekondigd zou moeten worden?
Over dat vals zingen had ik alleen maar gelezen. Veel leedvermaak, venijnige commentaren en beschuldigingen tegen de incompetente selectiecommissie van Cornald Maas. De natie in gevaar! Het geheel culminerend in het Achtuurjournaal met de opmerking van Annechien Steenhuizen: “Veel mensen vragen zich af of het nog wel goed komt.”
Ik moest me eerst tussen de voorgeprogrammeerde wansmaak vol geschreeuw, carnavaleske parades, huppelknullen zonder stem, oversekste tantes uit Noorwegen en Zweden en een fascistische bende uit Kroatië wurmen om mijn doel te bereiken. Na een uur en twaalf minuten was het zover, en ik was al klaar om beschaamd mijn handpalmen tegen mijn oren te plakken. Maar wat ik zag en hoorde, tartte alle vileine vooroordelen en de vooringenomenheid van de laatste weken.
Geen valse kraaien, maar twee tortelduiven die teder om elkaar cirkelden en prachtig zongen. Mia en Dion! Een oase van rust en ingetogenheid na het uitgespuugde braaksel van gebrulde decibels. Nederland op zijn best! Lief, elegant, aanstekelijk en extatisch. Een nirwana van ‘brandend daglicht’. Het best sinds Calm After The Storm van Ilse DeLange en Waylon (2014). Ik wachtte niet op de hulk uit Finland als nummer 15 om het feest niet te bederven en schakelde onmiddellijk naar de Champions League. De finale was toch al in the twelve points pocket van The Netherlands.
Later werd ik bruusk gewekt door mijn smartphone en holde gillend naar het journaal. Malou Petter had het groene gelaat van de doodgraver uit de Lucky Luke-strip: ‘Mia en Dion zijn niet goed genoeg gevonden voor de finale’. Niet goed genoeg? En plots werd het mij duidelijk: in een moeras van mannen onderling, een meidengroep uit Tsjechië en tal van singles bij de rest, waren Mia en Dion het enige man/vrouw-stel van de avond.
Amper non-binair, geen baard à la Conchita Wurst (2014) op de wangen van Mia en geen transneigingen bij Dion als Dana International (1998). Geen lhbti+-boodschap ook, maar een ode aan de ouderwetse heteroseksualiteit. Die twee tortelduiven uit een vergaan verleden waren gender-kansloos en hun zingende romance hartstikke passé voor de Eurovisiefreaks. Zéro points! En nu, vind ik, moeten ze maar hun gifbeker tot de laatste druppel opslurpen met, aanstaande zaterdag, die afzichtelijke Finse hulk met groene zwembandjes als winnaar.
Nochtans namen er vroeger – toen de dieren spraken – nog normale zangers en zangeressen (m/v… en geen andere tussen- en intergeslachtelijke wezens) deel. Zoals deze Italiaanse bijdrage van 1964 met Gigliola Cinquetti, een lief-ogend zangeresje, gekleed in een eenvoudig zwart kleedje, geen stuiptrekkende achtergronddansers, geen lichtflitsen, geen geschreeuw, geen doofmakende decibels, gewoon een pakkend liedje:
Of deze Oostenrijkse inzending van 1966 met Udo Jürgens, gekleed in een smoking, die zichzelf begeleidt op de piano… Merci Udo!
Volledig eens met deze repliek. Daarbuiten valt het ook op dat de puntenverdeling de lieverdjes van de Oekraiense president goed bedeeld heeft. Zweden, Finland zijn te bemoederen om Poetin tegen te gaan. Politiek en media spelen op alle vlakken de gewetenloze boze wolf. Geniet er echt nog iemand van die rotzooi ter ere van de kijkcijfers??