De milde weldoener spelen is gemakkelijk. De laatst toegetreden EU-lidstaten waren/zijn zonder uitzondering allemaal ontvangende leden, die met het geld der betalende lidstaten schoon weer spelen. Een voorbeeld van de lukrake geldverspilling – waarbij wij ons weer afvragen waar er ergens een corruptiecentje aan de vingers is blijven plakken – is o.a. Kroatië en de structuurplanning. Zoals de Pelješac-brug, 2.4 km lang, voor het grootste gedeelte door EU-netto-betalers gefinancierd. China heeft ze gebouwd.
Na drie jaar bouwtijd werd het laatste stuk ertussen gemonteerd. De brug rust op zes 33 m-hoge betonpijlers en bestaat uit 13 deelstukken, van dewelke de vijf langste elk 285 m overspannen. Het kunstwerk is het grootste infrastructuurproject van Kroatië en één der grootste bruggenbouwprojecten in de EU.
Je zou bij een dergelijk groot project toch kunnen aannemen dat het geld gebruikt zou worden om de plaatselijke economie, of deze van een EU-lidstaat, te ondersteunen. Niet toch. Beide geweigerde offerte-indieners, het Oostenrijkse Strabag en een Italiaans-Turks (we zien even de Turkse partner door de vingers) consortium, klaagden weliswaar over concurrentiële vertekening door een Chinees (gesteund) staatsconcern, de Kroatische bouwheren bleven echter Oost-Indisch doof. Zijn Oostenrijk en Italië geen netto-betalers in de EU? Miljarden euro worden in de EU gepompt en van daar naar… China. Waarom hebben Chinese bedrijven concurrentievoordelen? Nogal wiedes: een Strabag-werknemer zal zeker een pak meer verdienen dan zijn Chinese collega. Mooi toch, dat de belastingbetalers van de EU-netto-betalers zo gewillig de Chinese economie ondersteunen.