Er komt een dag dat we geen levende kerstbomen meer in de huiskamer plaatsen, geen vlees meer eten, alcohol bannen van alle recepties. Die tijd komt, hij nadert elke dag. Er komt een dag dat er geen doden meer vallen in het verkeer. Dat niemand nog wordt gediscrimineerd, geen vrouw, geen vreemdeling, geen jongere, geen oudere, geen kind. Wees maar zeker, we zijn ernaar op weg, we gaan vooruit. Er komt een dag dat er geen jagers meer zijn, katten geen ongewenste kittens meer krijgen, elke vorm van ongelijkheid is afgeschaft. Dat mensen niet langer in goden geloven, niet langer in sprookjes, in niemand anders dan in zichzelf. Nog even geduld, een laatste kleine inspanning, even diep ademhalen, we zijn op de goede weg.
De dag is in aantocht dat geen enkele auto nog vervaardigd wordt, dat mensen zich nooit meer nutteloos verplaatsen, dat ze rustig de dood afwachten op de plek die de hunne is. Die dag komt. Zoals een tijd aanbreekt waarin geen onderscheid meer bestaat tussen de diverse culturen, waarin we niet langer op het land wonen en onze stedelijke flats niet meer van elkaar te onderscheiden vallen. Reeds breekt hij aan, die tijd.
De tijd waarin we niet meer vasthouden aan vooroordelen uit het verleden. Dan zal kunst eindelijk losstaan van schoonheid, seks zich voor altijd hebben bevrijd van liefde, leven niet langer moeilijk en sterven niet langer pijnlijk zijn.
Er komt een dag dat we voor elkaar geen geheimen meer hebben. Dat verdriet een ziekte wordt waarvan we kunnen genezen, gemis een illusie waarvoor professionele hulp bestaat, een afwijkende mening een vergissing die met het oog op de bescherming van de waarheid moet worden bestraft.
Er komt een dag dat alles prachtig verloopt in de beste der werelden, dat we nauwelijks voelen dat we leven en sterven.
Die dag is nabij, we gaan vooruit, nog even volhouden, weldra is hij er.
De dag dat wij ophouden mens te zijn.
RIK TORFS in HLN 14.1.20