Egypte’s verleden wordt uitgewist
Al in januari 2011 werd het beroemde Egyptische museum in Kaïro geplunderd; ontelbare schatten werden verwoest of gestolen. Maar niet alleen in de hoofdstad gaan waardevolle schatten uit het verleden voor altijd verloren. Historische plaatsen worden amper bewaakt.
De bewakingsagenten hadden zich na de opstanden teruggetrokken. Twee en een half jaar later laten deze zich langzaam weer in de straten blikken, maar ze moeten zich hoofdzakelijk met de protestmanifestaties bezig houden. En intussen kan iedereen doen of er geen staat en geen wetten bestaan.
In Dahshur staan twee gepantserde voertuigen van het leger bij de piramides om grafrovers af te schrikken. De rovers zijn niet onder de indruk. Ze schieten met automatische geweren. De veiligheidsagenten hadden slechts kleine pistooltjes, gingen in dekking en de rovers plunderden ongehinderd verder.
Zo zijn er in Egypte nog talrijke plaatsen waar archeologen begraafplaatsen e.d. in kaart hebben gebracht, waar men nog niet aan uitgraven toe gekomen was. De grafrovers zijn daar nu aan het werk.
Ook in het toeristische Luxor en Assouan gebeurden er illegale uitgravingen. En die schattenjagers gaan niet bepaald omzichtig te werk; in plaats van schuppen, zeven en liefdevolle handenarbeid gebruiken zij zwaar materiaal. Kwestie van het te doen vooruit gaan.
De moslimbroeders zal het (halal)worst wezen, behalve dan het financiële aspect. Voor moslims is alles wat vóór Mohammeds verschijning op aarde gebeurd is, van generlei waarde. Andere goden vereren is sowieso verboden. Waarom zouden ze afgoden uit het verleden beschermen als er hier op aarde nog zoveel heidenen te bekeren zijn?
Floriaan Terbeke
Bron: Der Spiegel