In 17 grotten uit de vroege bronstijd (3500 tot 3000 v. Chr. werden landbouwprodukten opgeslagen. De archeologen stootten op fragmenten van grote keramische vaten, die volgens de Egyptische traditie geproduceerd werden voor het brouwen en opslaan van bier.
Volgens Diego Barkan, die de uitgravingen leidde nadat deze bij de bouw van een nieuw bureaucomplex ontdekt werden, zijn deze artefacten het bewijs van een Egyptische aanwezigheid in het centrum van het huidige Tel Aviv. Tot dan was slechts bekend dat de Egyptenaren in die tijd de noordelijke Negevwoestijn en de zuidelijke kustvlakte onder hun bestuur hadden.
Het gerstenat zou in de antieke wereld een soort “nationale drank” der Egyptenaren geweest zijn. Quasi heel de bevolking dronk bier, een mengeling van water en gerst, die verhit werd en vervolgens begon te gisten. Het mengsel werd voor het gebruik nog opgepept met meerdere vruchtensapconcentraten en vervolgens gefilterd.
Wat bij ons meteen de vraag oproept wie er nu eigenlijk eerst woonde in het zgn. Beloofde Land.