Op een dag ontmoeten de Waarheid en de Leugen elkaar. De Leugen zegt tegen de Waarheid: “Het is vandaag een wondermooie dag!” De Waarheid kijkt omhoog en moet bevestigen, ja hoor, het is een mooie dag. Ze brengen veel tijd met elkaar door en uiteindelijk belanden ze bij een waterbron.
De Leugen bepraat de Waarheid: “Het is vandaag zo’n mooie dag, het water ziet er verlokkelijk uit, laat ons samen in het water baden!” De Waarheid, eerder sceptisch, voelt aan het water en ontdekt, bevestigt dat het water inderdaad zeer aanlokkelijk is. Zo gezegd zo gedaan. Ze kleden zich uit en springen in het water.
Plots komt de Leugen uit het water, trekt de kleren van de Waarheid aan en loopt weg. De woedende Waarheid komt eveneens uit de waterbron en rent overal rond om de Leugen en de eigen kleren terug te vinden. De wereld ziet de Waarheid helemaal naakt en wendt haar blik af vol verachting en boosheid.
De arme Waarheid keert terug naar de waterbron, springt erin en verdwijnt voor altijd, samen met haar schaamte. Sindsdien reist de Leugen de wereld af, verkleed als Waarheid, bevredigt de noden der maatschappij, want de wereld wil de naakte Waarheid niet zien.